JavaScript is required for this website to work.
GESCHIEDENIS

Vandaag 1917: Balfour Declaration stelt dat de Britse regering ‘welwillend [staat] tegenover de vestiging in Palestina van een nationaal tehuis voor het Joodse volk’

VandaagLuc Pauwels2/11/2024Leestijd 2 minuten
Arthur James Balfour (1848-1930) en de Balfour Declaration (1917)

Arthur James Balfour (1848-1930) en de Balfour Declaration (1917)

De Balfour Declaration was een dubbelzinnig document van de Britse regering dat zowel joden als Arabieren autonomie beloofde in Palestina, en de eerste stap in de stichting van de staat Israël.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

2 november 1917 blijft bekend als de ‘Dag van de Balfour Declaration’. De Britse minister van Buitenlandse Zaken Arthur James Balfour schrijft in naam van het gehele kabinet een brief aan lord Lionel Rothschild waarin hij uitdrukking geeft aan zijn ‘sympathie voor de zionistische aspiraties’. De brief was eigenlijk bestemd voor de zionistische beweging en was het gevolg van intens lobbywerk door onder meer Chaim Weizmann.

De kernzin van de Balfour Declaration luidt: ‘De regering van Zijne Majesteit staat welwillend tegenover de vestiging in Palestina van een nationaal tehuis voor het Joodse volk. Ze zal haar beste krachten aanwenden om de verwezenlijking van deze doelstelling te bevorderen, waarbij het duidelijk moet zijn dat niets zal worden ondernomen dat de burgerlijke en godsdienstige rechten van niet-Joodse gemeenschappen in Palestina zou kunnen aantasten, of de rechten en de politieke status die Joden genieten in enig ander land.’

Palestina telt op dat ogenblik 700 000 inwoners, waarvan 600 000 Arabieren.

Als Winston Churchill nadien als Brits minister voor Koloniale Zaken Palestina bezoekt, doet hij enkele concessies aan emir Abdallah van Transjordanië, die worden uitgelegd in Churchills Witboek uit 1922. Aan de ene kant verklaart hij dat de Britten zich blijven houden aan de Balfour-verklaring, en aan de andere kant belooft hij de Arabieren zelfbestuur. De zionistische instellingen krijgen verder geen zeggenschap. Hij benadrukt ook dat de Britse regering niet van plan was Palestina ‘zo Joods te maken als Engeland Engels is’.

De Zionistische Organisatie is aanvankelijk gedwongen dit Britse beleid te aanvaarden. Maar de Arabieren beschouwen de Britten té bereid om compromissen te sluiten met de Joden. In de concessies van Churchill kan men een poging zien om de Arabische kant te sussen. De Balfour-verklaring wordt niet ingetrokken, maar de Britten doen ook niets meer om ze ten uitvoer te brengen.

De Balfour Declaration vormt samen met het Britse mandaat over Palestina en het in 1929 opgerichte ]Joodse Agentschap] een fundamenteel nieuw raamwerk voor de zionistische activiteiten met het oog op een eigen Joodse staat. In de jaren twintig wordt de basis voor de oprichting van Israël gelegd, in 1948.

Luc Pauwels is historicus, gewezen bedrijfsleider en stichtte het tijdschrift 'TeKoS'.

Commentaren en reacties