JavaScript is required for this website to work.
GESCHIEDENIS

Waarom er al kerstbomen waren vóór er de eerste Kerstmis was

NieuwsLuc Pauwels21/12/2024Leestijd 4 minuten

foto © Pexels

Kerstbomen gaan terug op oeroude Europese gebruiken, die door de eeuwen heen evolueerden.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Als er één man is die alles van de kerstboom weet, dan is dat wel professor Marcel de Cleene, plantenfysioloog en gewezen hoogleraar aan de UGent. Samen met Marie Claire Lejeune schreef hij het magistrale,  ruim 1300 bladzijden dikke Compendium van rituele planten in Europa. ‘De kerstboom, versierd met geschenken en lichtjes, was in zijn huidige vorm tot rond 1870 in België nog vrijwel onbekend.’

Waar komt die kerstboom-symboliek vandaan?

Marcel de Cleene: ‘In de natuurgodsdiensten speelden bomen een zeer belangrijke magisch-rituele rol. De oude Grieken, Romeinen, Germanen en Kelten bijvoorbeeld offerden aan bomen om van hun goden een gunstig lot te bekomen. De boom ligt dan ook aan de basis van heel wat mythen; hij is een van de meest verspreide en rijkste symbolen ter wereld.’

Is zoiets nog actueel?

‘Onze kerstboom, het kerstblok – dat we nog kennen onder de vorm van een populaire taart, de “bûche de Noël” – maar net zo goed het stoken van kerstvuren, de Halloweenlichtjes, de  sint-maartensvuren en sint-jansvuren,… het zijn allemaal restanten van een oud ritueel gebruik.Velen weten dat niet. Het is dan ook de moeite waard om meer aandacht te schenken aan de mythologische en symbolische rijkdom van ons Europees religieus verleden, in het bijzonder dan van rituele planten en bomen, om hun uitvloeisels tot in het heden te leren herkennen en te waarderen. Volkskunde leidt tot zingeving.’

Hoe is het begonnen, weten we dat?  

‘De dertiendaagse joelperiode begon aanvankelijk op de eerste volle of de eerste nieuwe maan na de winterzonnewende (21 december). Bij de kerstening voerde men de Juliaanse vaste zonnekalender in. Meteen bepaalde men ook de begindatum van de joelfeesten voor alle bekeerde Germaanse stammen: 25 december, dag van het feest van Mithras en, naar men aannam, ook de geboortedag van Christus.’

En dat kerstgroen?

‘Bij de Germanen was het lang voor onze jaartelling al gebruikelijk om in de joelperiode groene twijgen in huis te hangen en lichten te branden als afschrikkingsmiddel tegen boze geesten. Later gebruikte men daartoe bomen en die versierde men met kaarsen. Twee probaat geachte afweermiddelen werden zo verenigd. De kerstboom wordt daarom vaak beschouwd als een naar het midwinterfeest verschoven meiboom. Het feest van de spar, van het licht werd eerst verworpen door de Kerk, maar sinds de zeventiende eeuw werd de verlichte spar bij het feest van de geboorte gevoegd. De Kerk gaf de kerstboom opnieuw zijn eeuwenoude betekenis: het werd een levensboom.’

Beschikken we in dat verband over geschreven bronnen?

‘Ja, maar die zijn van vrij recente datum. Het is inderdaad pas in 1521 dat er voor het eerst sprake is van het hakken van meibomen, en wel in Schlettstadt in de Elzas. Rond 1600 werd de kerstboom daar al met appels en oblieën had behangen. Oblieën, van het Latijnse oblatio of offer, waren ronde koekjes. Op ‘Driekoningen’, de dertiende dag van het oude joelfeest, mochten de kinderen aan die boom komen schudden en zich tegoed doen. Een aquarel uit 1601 toon Sint-Christofoor bij een boom vol etens- en drinkwaren, waar het Kerstkind naar grijpt.’

Maar de kerstboom in de huiskamer…

‘Het gebruik van versierde en verlichte kerstbomen in de huiskamer ontstond blijkbaar in het westen van Duitsland, alweer met de Elzas op kop, en verspreidde zich later (vooral dan in de negentiende eeuw) over heel het land. In de protestantse delen van Duitsland verspreidde de traditie zich vlugger dan in de katholieke streken. Welgestelde burgers en edellieden speelden hierbij een belangrijke rol.’

Zelfs de Saksen-Coburgs hadden iets met de kerstboom te maken?

‘Zeker weten. Via de Engelse koningin Victoria, die gehuwd was met de Duitser Albert van Saksen-Coburg en Gotha (1819-1861) waaide het gebruik van de kerstboom ook naar Engeland over. De Belgische koning Leopold I was een oom van zowel Albert als van Victoria.’

Noemde men die boom toen al echt ‘kerstboom’?

‘In een oud Duits handschrift uit 1184 spreekt men van ‘een boom’ die met Kerstmis moet worden geleverd. Benamingen als kerstboom, Christusboom, lichtboom, stammen pas uit het einde van de jaren 1700. Wat men wel wist, was dat het verlichten van bomen een heel oud gebruik was bij de Germanen. Vermoedelijk had elk ‘heidens’ heiligdom een heilige boom bij de heilige bron.’

‘Bij de kerstening werden heel wat verboden uitgevaardigd om die bomen- en bronnencultus te bestrijden. Bij de introductie, ergens in de negentiende eeuw, van de kerstboom in Italië waarschuwde het Vaticaan nog streng tegen dit heidense gebruik. De kerstboom, versierd met geschenken en lichtjes, was in zijn huidige vorm tot rond 1870 in België nog vrijwel onbekend. Het was vooral de kasteelheer die een dergelijke boom oprichtte en de arme kinderen onthaalde om deze te plukken. Daar vonden ze speelgoed en lekkernijen, warme kledij en wat geld.’

Wanneer werden kerstboom en kerstfeest bij ons algemeen?

‘In zijn Folkloristisch woordenboek van Nederland en België, uit 1949, meldt Kornelis ter Laan (1871-1963) dat in de noordelijke Nederlanden het belangrijkste feest uit de vroegere joeltijd het Sint-Niklaas-feest was, en in de zuidelijke Nederlanden het driekoningenfeest. Uit Duitsland waaide toen het kerstfeest over, ‘dat het misschien wel zal winnen’, schrijft hij.’

‘Bij de introductie van de kerstviering en de kerstboom in het Nederland van de negentiende eeuw speelde de protestantse burgerij, via de zondagsscholen, een actieve rol. De kerstboom in de huisgezinnen komt dan nog vrijwel uitsluitend voor in de steden.’

En wanneer begonnen de stadsbesturen een kerstboom te plaatsen?

‘Die gewoonte waaide uit Amerika over. In december 1912 plaatste men in Boston voor het eerst feestelijk verlichte bomen op openbare pleinen. Na de Eerste Wereldoorlog kwam dit openbaar gebruik naar Europa en na de Tweede Wereldoorlog was het algemeen verbreid.’

Maar dan moeten we jaarlijks afscheid nemen van de kerstboom…

‘Na Driekoningen, de laatste dag van het dertien dagen durende, Germaanse nieuwjaarsfeest, verbrandt men de kerstbomen. En jawel, zulke verbrandingen vinden vandaag nog altijd plaats.”

Luc Pauwels is historicus, gewezen bedrijfsleider en stichtte het tijdschrift 'TeKoS'.

Commentaren en reacties
Gerelateerde artikelen