De ‘progressieve gedachte’ en de ontlezing
Over de wortels van het (niet meer zo) nieuwe analfabetisme
Raymonda Verdyck, topvrouw van ‘GO! Gemeenschapsonderwijs’
foto © Belga
Als het onderwijs slabakt, verdwijnt de leescultuur en vervolgens de kritische rede. Om het even wie kan het dan overnemen.
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementRegelmatig heb ik het met mijn uitgever Karl Drabbe over de aard van mijn leespubliek. Wie zijn ze? Oudere, rechtshangende witte mannen naar het schijnt. De kans dat ik eens voor een jong negerinnetje mag signeren, is jammer genoeg inderdaad klein. Los daarvan blijft het intrigerend dat de jeugd niet meer met zinnen overweg kan die langer zijn dan vijf woorden. Een veeg teken voor schrijver dezes. Oeps zelfs voorgaande zin heeft er al zes. – We moeten de jongeren proberen te bereiken met filmpjes, Johan’. ‘- Ja, Karl, maar ik zou ze nog liever terug leren lezen.’
Onder-wijs
Leesvaardigheid keldert het meest, de rest volgt (Resultaten PISA-onderzoek)
Als vader van een 17-jarige puber heb ik wel wat voeling met deze generatie, en de afkeer van teksten blijkt tamelijk groot. Dat hebben we in de eerste plaats, hoe kan het anders, aan het lamentabele niveau van het onderwijs te danken, het universum van de invulboeken waar lees- en schrijfvaardigheid er niet meer toe doen.
De neergang van dat onderwijs, en de oorzaken ervan, is een oud zeer dat ik in mijn boek over Mei ’68 (De Langste Mars) al heb behandeld. De revolutionaire idee dat iedereen zomaar recht had op een diploma, heeft de lat alsmaar lager doen leggen, waarbij zich een neerwaartse spiraal voltrok van zeer middelmatig opgeleide studenten die als leerkracht voor de klas komen en een nog middelmatigere generatie naar de unief sturen. Waar studeren toch vooral gericht is op zuip- en braspartijen. Ook dat beeld moet iemand misschien eens bijstellen: de UGent als een uitgaansgelegenheid, waar je slechts tegen examentijd eens een cursus openslaat.
Verloren generatie
Vandergunst werd op zijn 17de wegens wangedrag van school gestuurd en is hét rolmodel voor zijn generatie, kan je nagaan. Nochtans geen domme jongen, naar het schijnt zelfs een latinist, maar behept met een politiek incorrect instinct en een flinke dosis sarcasme. Dat moet op een bepaald moment gebotst hebben. Zou Friedrich Nietzsche als 17-jarige vandaag ook een soort Acid geweest zijn, een gabber die zijn 400.000 volgers dagelijks vergast op een Youtubegrap en voor de rest geen reet uitricht?
Tegelijk vraag ik me af wat het zou geven mocht zo’n belhamel zijn tanden eens kunnen zetten in iets dat enige substantie heeft. Iemand zou Youtuber Acid eens de complete werken van Nietzsche cadeau moeten doen. Wie weet… misschien brengt het niets teweeg, heel misschien ontploft het. Andermaal helaas: het onderwijs is onder-wijs geworden. We maken hier verloren generaties aan de lopende band, de jeugd verveelt zich te pletter. Bestaan ze nog, de gepassioneerde leerkrachten die begeesteren?
Opvoeden tot onmondigheid
Dat soort progressieve waanideeën, die Verdyck met haar sp.a-lidkaart over het officieel onderwijs strooit, maakt dat het omgaan met teksten, naast de algemene verbale vaardigheid, een ondergeschikte rol krijgt in de onderwijscultuur. Het is nu eenmaal gemakkelijker om een Afghaans kind te leren rekenen dan een spreekbeurt in het Nederlands te laten geven. Finaal zullen ook de Nederlandstalige kinderen deze wet van de nivellering ondergaan en brengen we dus generaties groot voor wie het lezen van een krant een onmogelijke opgave is, laat staan een boek, of het schrijven van een tekst.
Ik leg de nadruk op dat schrijven, omdat ik weet hoezeer die vaardigheid van jongs af verbonden is met het vermogen om de wereld rond je te doorgronden, te begrijpen én er kritisch afstand van te nemen. Al was het maar het bijhouden van een dagboek of een blog, of eens reageren op een Facebookpost: tekstueel bezig zijn, zinnen op papier (of op het scherm) zetten, is de wereld reconstrueren en er als individu je plaats in zoeken. De implosie van de taal in het onderwijs betekent noch min noch meer het einde van het kritisch denken en van iets wat wij nogal vaag als een verlichtingscultuur omschreven.
Neem nu het geval Jef Geeraerts. Recent in ongenade gevallen als seksist en racist, hoewel niemand betwijfelt dat de vierdelige Gangreen-cyclus een meesterwerk is. Hij wordt nu gecontesteerd door een gezelschap van zwarte vrouwen, Dalilla Hermans voorop, waarvan ik hoop dat ze nooit een literair substituut voor Geeraerts zullen vormen. Want dat is namelijk ook verbloemd analfabetisme: echte literatuur schrappen en vervangen door politiek correct geblaat van derderangscolumnisten.
Morele inquisitie
Het is niet verboden om Geeraerts in een context te plaatsen, zelfs niet om hem een seksist of racist te vinden, of er een gepeperde kritiek op te leveren. De schrijver zou het wellicht zelfs aardig gevonden hebben, men brandmerkte hem bij leven en welzijn al als een pornograaf. Maar hem ‘cancelen’ is iets anders: de nieuwe boekenverbranders bevinden zich aan de linkerzijde en sturen aan op een globale tekstuele degradatie, een afwijzing van al wat zich literair en filosofisch boven het maaiveld verheft, als een elitair, fout discours van geprivilegieerden.
Anders gezegd: de kruistocht van de wokes tegenover bepaalde auteurs is het morele alibi van het nieuwe analfabetisme. Wat brengen ze in de plaats? De grote leegte. Het is zelfs niet gericht naar een andere, alternatieve literatuur, een tegencultuur, maar op geen literatuur. Het is de verloren strijd van het lezen tegen het ontlezen, de drang om zelfstandig te begrijpen tegenover de massacultuur.
Ziezo, heb ik me eens goed laten gaan als boomer en schrijver van een afstervend publiek, ik hoor er net weer eentje omver vallen. Gelukkig met een exemplaar van Politiek incorrect in de hand. Geen beter ticket op de hel mogelijk. In de hemel van Raymonda wil ik in elk geval niet terecht komen.
Johan Sanctorum (°1954) studeerde filosofie en kunstgeschiedenis aan de VUB. Achtereenvolgens docent filosofie, tijdschriftuitgever, theaterdramaturg, communicatieconsultant en auteur/columnist ontpopte hij zich tot een van de scherpste pennen in Vlaanderen en veel gevraagd lezinggever. Cultuur, politiek en media zijn de uitverkoren domeinen. Sanctorum schuwt de controverse niet. Humor, ironie en sarcasme zijn nooit ver weg.
Ook na een afgekocht proces over omkoperij en valsheid in geschrifte, is er kans op een schepenambt in Vlaanderens grootste stad.
Amerikakenners Roan Asselman en David Neyskens bespreken de actualiteit aan de overkant van de oceaan.