PVDA: de nieuwe sociaaldemocraten
Guust van Mol: Van Marxist tot Conservatief
foto © Belga Image
Wallonië verlinkst weer onder impuls van ‘rode missionarissen’ met hun roots in Leuven Vlaams: de ooit communistische, nu sociaaldemocratische PVDA.
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementTwee jaar terug interviewde Frank Van Laeken mij voor zijn boek over Mei ’68 over mijn Amada-verleden. Ik verbaasde mij zelf door de bitterheid die in mij bovenkwam. Niet tegen die beweging – de voorloper van de huidige PVDA – maar tegen mijzelf, omdat ik zo dom was geweest om daar in mee te stappen. Wij brachten het proletariaat de blijde boodschap van het bevrijdende communisme, zoals dat door Mao Zedong in China was ingevoerd en we waren daarin bloedernstig.
De Bom zou onvermijdelijk vallen
Ik was niet de enige die zichzelf toen een rad voor de ogen draaide, het boek van Louis Van Dievel, De dokter is uw kameraad niet, brengt nu een levendig relaas van een medestrijder die zich samen met zijn broer (de betreurde Dirk Van Duppen) op dat pad had begeven. Wat bezielde ons toen? Voor mij persoonlijk was de weg daarheen duidelijk: het waren niet de geschriften van Herbert Marcuse of Jean-Paul Sartre die mij inspireerden, ik heb ze nooit gelezen. En zeker niet de propaganda die ons bereikte vanuit China (toen toch nog niet); maar de teksten van Bob Dylan.
De plaat die ik grijs draaide was The Freewheelin’ uit 1963 met daarop Blowin’ in the Wind en Masters of War en A Hard Rain’s Gonna Fall en Talkin’ World War III Blues. Een apocalyptische plaat die de absolute ondergang voorspelde. Dat was geen gimmick maar bij velen een diepe overtuiging, die aangezwengeld was door de rakettencrisis rond Cuba in 1962. Er leefde een diepe overtuiging dat een atoomoorlog onvermijdelijk werd en dat de Vietnamoorlog daar de prelude van was. Dat kwam als vijftienjarige op mij af, en zonder dat iemand dat doorhad zonk ik weg in een diepe depressie, afgewisseld met manisch gedrag – ik vermoed dat men mij vandaag een ADHD’er zou noemen.
De werkelijkheid tegenkomen
In die toestand arriveerde ik in Leuven om de grote droom van mijn vader te realiseren, een universitair diploma behalen. Ik lag dagenlang in bed in plaats van naar de colleges te gaan. Ik werd als het ware ‘bevrijd’ door de Grote Mijnstaking van januari 1970: zes weken lang in de bijtende kou mee piket staan met de mijnwerkers. Thuis werden ze gek. Toen de staking gedaan was, besliste ik mijn studies stop te zetten en voortaan voor de revolutie te leven. Ik werkte eerst in de mijn, daarna in het fabriek, ten slotte als opvoeder voor sociaal verwaarloosde kinderen. In dat laatste baantje overkwam mij wat alle latere bekeerlingen is overkomen: ik kwam de werkelijkheid tegen.
Tegelijkertijd stortte in Cambodja ‘ons’ regime van de Rode Khmers in elkaar, en bleken de gruweldaden die wij altijd ontkend hadden – de Killing Fields – wél te hebben plaatsgevonden. Ik ben dan opnieuw gaan studeren, en heb daarna nog een bevredigende loopbaan in de journalistiek opgebouwd – ik werd zelfs hoofdredacteur van Intermediair, een carrièrebegeleidend weekblad voor kaderleden nota bene. De tien mooiste jaren van mijn leven. Heel die ervaring werd tamelijk accuraat beschreven door Frank Van Laeken (p. 165-172).
Radicaliseren doe je jezelf aan
Wat heb ik overgehouden uit die periode? In essentie dat het onzin is wat men vandaag vertelt over deradicalisering van moslimterroristen. Men probeert die jongens en meisjes, die in een andere tijdsgeest en vanuit een andere cultuur eenzelfde psychologische ontwikkeling doormaakten (net als eerder de Oostfrontstrijders of de Internationale Brigades), te overtuigen dat zij fout zijn. En men schakelt imams in die bereid zijn de Koran te verkrachten om dat te ‘bewijzen’. Volkomen naast de kwestie. Niemand radicaliseert of deradicaliseert een ander, men doet dat zelf, en teksten spelen daarbij geen enkele rol. Men zoekt tot men de teksten vindt die men nodig heeft.
Het enige wat werkt, is de confrontatie met de werkelijkheid, dat wil zeggen: al dan niet verplicht sociaal engagement. Daarbij kan men doorstoten naar een mogelijk gezonde kern: dat men effectief iets goed wil doen, maar door het absolute van dat verlangen afgeweken is naar het absolute Kwaad. Zelf heb ik jarenlang met het schuldgevoelen rondgelopen dat als mijn partij mij de opdracht zou gegeven hebben om te gaan ‘helpen’ in Cambodja – zoals ze mensen uitstuurde naar de PLO – ik zou deelgenomen hebben aan de ontruiming van Pnomh Penh. Ik ben van dat complex bevrijd door een intelligente HR-manager die mij zegde dat ik met mijn ADHD-neigingen de mannen van Pol Pot zou hebben trachten te overtuigen dat dit fout was. Waarna ze mij overhoop zouden hebben geknald. Een hele opluchting!
De ontnuchtering door Abou Jahjah
Het merkwaardige is dat mijn vroegere kameraden collectief de werkelijkheid zijn tegengekomen. Tot 2003 nam de PVDA verkiezing na verkiezing deel met de moed der wanhoop. Zij oogstte vaak veel sympathie omwille van daadwerkelijk sociaal engagement op alle fronten, maar om haar politiek te vertrouwen, daar bedankte de omgeving voor. Haar grote leider Ludo Martens zat ondertussen in Kinshasa om papa Kabila te helpen de Revolutie met Chinese hulp te organiseren. Ook een doodgeboren kind. In 2003 waren ze zo wanhopig dat ze zich op sleeptouw lieten nemen door een politieke avonturier, Abou Jahjah, die via Resist vakkundig hun partijkas – het zweet van de militanten in het fabriek – plunderde en ervoor zorgde dat ze bijna de helft van hun zo al bescheiden aanhang verloren. Dat lijkt geleid te hebben tot een paleisrevolutie. Wat daarin meespeelde was dat de onbetwiste stichter, Martens, zwaar ziek werd.
Het gevolg is dat de PVDA heeft opgehouden communistisch te zijn. Als Bart De Wever hen vandaag zo stelselmatig noemt dan beduvelt hij zichzelf. Ze werden sociaaldemocratisch in de lijn van Karl Kautsky (1854-1934), in de ogen van Lenin een walgelijk individu omdat hij de arbeiders wilde verenigen op een ‘economistische’ wijze, namelijk voor hun belangen en niet voor de revolutie.
Het kan verkeren, zegde Bredero ooit
Door dit revisionisme slaagden PVDA/PTB erin het vacuüm te vullen dat sp.a en PS hebben gecreëerd. Zodat Wallonië vandaag een nieuwe verlinksing beleeft onder leiding van een onderafdeling uit het katholieke Vlaanderen, opgericht door ‘rode missionarissen’ van – o ironie der geschiedenis – de radicale studentenbeweging rond Leuven Vlaams.
Het boek De dokter is uw kameraad niet is als ‘boek van de week’ te koop in de online boekhandel van Doorbraak.
Tags |
---|
Eddy Daniels is gewezen hoofdredacteur van Intermediair. Hij publiceerde recent een boek over de rol van de profeet Mohammed in het ontstaan van het jihadisme, ‘De kwestie M. Een gekaapte godsdienst’, dat enthousiast aangeprezen werd door Etienne Vermeersch.
Bij Vooruit blijft na het vertrek van Rousseau een niet-geëngageerde club van moreel voortreffelijken over, meent Eddy Daniëls.
‘Afgrond’ verhaalt de waargebeurde verhouding tussen Venetia Stanley en de veel oudere Britse premier Henry Asquith, die leidde tot een kabinetscrisis.