JavaScript is required for this website to work.
Europa

‘De federale sleutel ligt bij Open vld en CD&V’

Interview met Europees parlementslid Geert Bourgeois (N-VA)

Nicolas Van Haecke21/12/2019Leestijd 8 minuten

foto © Reporters / GYS

Interview met Geert Bourgeois over zijn voormalig minister-presidentschap, zijn nieuwe rol in het Europees Parlement en de toekomst van Europa.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Geert Bourgeois behoeft weinig introductie. Hij stond aan de wieg van de N-VA en was al jaren Vlaams minister voor hij in 2014 minister-president werd.  Die bladzijde heeft hij intussen omgedraaid: ‘Ik ben 68 jaar, ik heb een hele mooie politieke loopbaan. Ik had het nog graag gedaan maar ik heb geen enkel probleem met het feit dat Jan Jambon dat doet. Hij gaat het uitstekend doen.’ De Izegemnaar verdedigt nu met evenveel degelijkheid, inzet en dossierkennis de Vlaamse economische belangen op het Europese toneel. Dit met een rotsvast geloof in vrijhandel, zowel binnen de EU als in de wereld: ‘1 op 3 van onze jobs in Vlaanderen hangt af van export. In de EU is dat maar 1 op 7. Om maar te zeggen: Vlaanderen is  een handelsnatie.’

U bent 5 jaren minister-president geweest. Hoe kijkt u terug op die periode? Waarop bent u het meest trots?

Bourgeois: ‘Dat is politiek de mooiste periode geweest uit mijn leven. Je zit aan het stuur, je bepaalt het beleid. Waar ik meest trots op ben, is dat we grote lijnen getrokken hebben voor de toekomst, zware investeringen gedaan hebben, ook een omslag gemaakt hebben in de bestedingen. Dit land leidt namelijk aan de ziekte dat de lopende uitgaven altijd maar gestegen zijn en dat er een tekort is aan publieke investeringen. Daar hebben we een omslag gemaakt. We hebben ook een heel sterk pad getrokken voor onderzoek en ontwikkeling en budgettair orde op zaken gezet. Als enige in het land zijn we erin geslaagd een evenwicht te bereiken. De begroting 2019 zal ook in evenwicht zijn, Oosterweel inbegrepen. Dit ondanks de zeer grote besparing die we hebben moeten doorvoeren in het begin (2 miljard euro omwille van de zesde staatshervorming). Alle bevoegdheden die overgedragen zijn door de zesde staatshervorming zijn uitgevoerd. Dus vooral: orde op zaken budgettair, overheid afgeslankt en klemtoon op zware investeringen, klemtoon op de toekomst, zoals onder meer Oosterweel, waar we na zowat twintig jaar de knoop eindelijk hebben kunnen doorhakken. Maar ook de nieuwe sluizen voor het kanaal Gent-Terneuzen en voor Zeebrugge, de verbinding Seine-Schelde, enzovoort.’

Kort na de verkiezingen werd u informateur. U zei dat er een ‘grand canyon’ gaapt tussen de PS en de N-VA. Was paars-geel toen een mogelijkheid? 

‘De sleutel ligt nog steeds bij Open VLD en CD&V. In die mate dat zij op het standpunt blijven dat er op federaal vlak een doortrekken moet gebeuren van wat we Vlaams overeengekomen zijn, met sterke Vlaamse welvaartslijnen: komen tot een tewerkstellingsgraad van 80%, zorgen dat er perspectief is voor de mensen. Ik heb in mijn partij de gedachte gelanceerd dat we aansluiting moeten zoeken bij de noordelijke landen, de ‘Hanzelanden’ met Nederland, de Scandinavische landen en de Baltische staten. Het zijn allemaal landen die het goed doen, die ook een vrij hoog overheidsbeslag hebben, maar meestal toch veel lager dan het Belgische. België heeft de hoogste fiscale druk op Frankrijk na in de EU: 47% terwijl het Europees gemiddeld maar 40% is. Dus we zitten nog veel te hoog. ‘

Denkt u dat ingrijpende hervormingen realiseerbaar zijn binnen een Belgische context en is een staatshervorming hoe dan ook noodzakelijk?

‘Idealiter hebben we een staatshervorming. Maar die twee derde meerderheid zit er niet in, de grondwet is ook niet vatbaar voor herziening. We zien zelfs aan Vlaamse kant dat enkel CD&V een stuk meegaat in onze richting, dat ze een staatshervorming willen voorbereiden voor 2024. Je moet dus een twee derde meerderheid hebben; plus de helft in elke taalgroep. Dat belet niet dat je intussen op federaal vlak, en als wij zouden meedoen is dat een absolute voorwaarde, budgettair orde op zaken moet zetten.

Is het dus wel een optie voor N-VA om te wachten met de staatshervorming tot 2024?

‘Dat heb ik niet gezegd. Alles wat we nu zouden kunnen realiseren… Er zijn een aantal dingen die je kunt doen met gewone wetten, dat zijn kleinere dingen. Denk aan alle ordes van de vrije beroepen die je kunt splitsen. Misschien ook een aantal bijzondere wetten, zoals bijvoorbeeld de niet langer samenvallende verkiezingen. Ik vind het een absoluut dramatische zaak voor Vlaanderen dat die verkiezingen opnieuw samenvallen, dat is ook een gevolg van die zesde staatshervorming. Verkiezingen gingen opnieuw in zeer grote mate over federale thema’s zoals migratie, veiligheid en justitie. Ik hoop dan ook dat er in de nieuwe regering met een bijzondere wet een nieuwe regeling komt. Maar echte wezenlijke overdrachten met twee derde meerderheid zal wellicht niet lukken. Je kunt wel feitelijke, onomkeerbare regionaliseringen doorvoeren, dat is ooit vroeger gebeurd met onderwijs bijvoorbeeld. Ook niet evident, maar je weet nooit dat er uit grote tegenstellingen onverwacht toch een dynamiek ontstaat.’

Hoe hebt u die eerste maanden in het Europees parlement ervaren?

‘Het is natuurlijk een totaal andere positie. Als minister-president moet je niks van praktische zaken regelen, alles wordt voor jou geregeld. Je kunt je volledig concentreren op het beleid en bepaalt zelf dat beleid.  En dan kom je in een parlement waar je moet proberen bij te sturen, invloed uitoefenen, anderen meekrijgen in dezelfde richting. En dan zie je wel dat dit een totaal ander parlement is dan het Vlaams of federaal parlement, waar je echt een situatie hebt van meerderheid versus oppositie. Hier is dat niet zo, al tekent zich de facto wel een meerderheid af van EVP, S&D en Renew. Dit parlement is ook veel minder een debatparlement  In het Vlaams of federaal parlement heb je dat natuurlijk wel, de één komt tussen en de ander repliceert. Je hebt wederwoord en dat is hier niet het geval in de plenaire. 

Maar wat wel lukt, en daar heb ik toch een goed gevoel bij, dat is dat je in die commissies kunt wegen, ook al behoor je dus niet tot die meerderheidspartijen. Ik zie dat de Eurocommissarissen in die commissies waarin ik actief ben met mij komen praten, steun komen vragen voor een aantal zaken. Ik ben in drie commissies: internationale handel, AFCO (dat zijn de constitutionele zaken) en interne markt. In internationale handel en AFCO ben ik ook coördinator voor mijn fractie. Die coördinatoren vormen een dagelijks bestuur van die commissies, die heel omvangrijk zijn. Daar beslis je over de agenda, spreek je een aantal zaken af enz. Daar weeg je dus wel op het beleid. Maar op het beleid wegen, bestaat ook uit netwerken, contacten leggen, mensen overtuigen… Ik heb me er volop ingegooid. Er heerst hier wel een heel andere cultuur en een heel andere manier van werken. Het duurt een tijdje voor je dat volledig in de vingers hebt.

Op welke domeinen ziet N-VA mogelijkheden tot een sterkere Europese samenwerking?

‘De interne markt nog versterken, is de opgave van de EU: digitaal, energie, transport, kapitaal. Maar dit alles zonder dat er transfers georganiseerd worden, zonder dat we wankele banken in het zuiden gaan helpen met geld uit het noorden. Dat is een topprioriteit voor ons. En twee: de rol van de EU in de wereld. Als je het hebt over de meerwaarde van de EU, is het naast de interne markt die welvaart brengt haar rol als globale speler. Elke Europese lidstaat is op zichzelf te klein om een rol te spelen, om in onderhandeling te gaan met de VS, met China, met India. Daar moet je één markt tegenover plaatsen en dat op drie domeinen: in de eerste plaats voor handel en Malmström (de vorige EU-commissaris voor handel) heeft daarvoor tijdens de vorige periode schitterend werk gedaan; zij heeft veel handelsakkoorden afgesloten.

Daarnaast is er het klimaatdossier. Het zat ook voor een deel in de plannen die Von der Leyen onlangs toegelicht heeft. Wij kunnen natuurlijk gaan voor een heel duurzame transitie in de EU, maar wij zijn slechts verantwoordelijk voor 9% van de CO2-uitstoot wereldwijd. Wat als de Chinezen, de Indiërs en de VS volop andere normen hanteren? We moeten daar dus onderhandelen dat we een level playing field krijgen. Zo niet moeten we daar beschermende maatregelen nemen. Derde actiepunt is dat de EU een grotere politieke rol moet opnemen in de wereld, als een factor van vrede en stabiliteit. Stel u voor dat er in Noord-Syrië een Europese vredesmacht gelegerd zou zijn, dan zou Erdogan daar niet zo maar binnen gerold zijn met tanks. Dan zouden die arme Koerden, die wel goed bleken om 11.000 man te verliezen in de strijd tegen IS, niet verdreven geweest zijn. 

Wij zijn een economische reus maar een politieke dwerg. Militair betekenen wij niks, zonder steun van de VS. Wat Macron gezegd heeft, dat de NAVO hersendood is, vind ik sterk overdreven. Hij heeft natuurlijk wel een punt dat de EU misschien niet altijd onvoorwaardelijk ‘ten eeuwigen dage’ zal kunnen rekenen op die grote paraplu. Als die paraplu van ‘Uncle Sam’ dichtklapt, stellen wij plotseling vast dat we in de regen staan. Ik ben er voorstander van dat er ten minste gemeenschappelijke defensieafspraken zijn en dat we daar efficiënter op inzetten. Anders heeft het economisch zwakke Rusland een veel grotere militaire macht

U bent voorstander van meer integratie op economisch vlak. Maar gaat men daardoor niet op sluipende wijze meer integratie krijgen op vele andere domeinen?

Dat zal het grote debat zijn voor de komende jaren. Men wil een conferentie over de toekomst van de EU. Er zijn drijvende krachten, zoals Guy Verhofstadt, die een soort van superstaat op Europees niveau lijken willen, waartegen wij ons verzetten. De nieuwe EU-commissievoorzitter  gaat nu ook in die richting, met een sociale en fiscale pijler. De convergentie in de EU ontstaat echter automatisch door de interne markt. Kijk maar hoe sterk de welvaart gegroeid is in de Midden- en Oost-Europese landen die laatst toegetreden zijn. Dat is omdat zij, net als Vlaanderen, sterk geprofiteerd hebben van die grote, interne markt. Maar één gemeenschappelijk sociaal of fiscaal beleid heeft geen enkele zin. Men wil bijvoorbeeld opleggen dat elk land een minimumloon kent, een slecht plan. Er zijn in de EU zmaar 6 landen die geen minimumloon hebben, waaronder toplanden als Zweden, Finland en Denemarken. Waarom moet er daar dan een minimumloon komen? Wat is het probleem? De volgende stap is dat de unie gaat bepalen: dat minimumloon zal zoveel bedragen. Zo ga je die economieën kwetsbaar maken. Ze zijn te verschillend. Je moet zorgen dat ze een flexibel beleid kunnen voeren.’ 

Bestaat er dan geen risico bij een sterkere interne markt dat de lidstaten verzwakt worden in hun eigen beleid? Vindt u bijvoorbeeld dat de lidstaten zelf moeten kunnen kiezen: publieke dienstverlening openbaar houden of liberaliseren? 

Het is niet echt een verplichting om te liberaliseren. De Lijn kan bijvoorbeeld ook mee concurreren. En dat goederentransport gebeurt door privébedrijven die concurreren met de NMBS, is op zich goed. Ik ben geen ultraliberaal. Je moet inderdaad bewaken dat er altijd een goede publieke dienstverlening is. Grosso modo durf ik te zeggen dat de interne markt voor Vlaanderen een weldaad is. Wij zijn een sterke exportnatie. Maar liefst 70% van onze export gaat naar lidstaten binnen de EU. Eén op drie van onze jobs in Vlaanderen hangt af van export. In de EU is dat gemiddeld slechts één op zeven. Wij zijn een handelsnatie, dankzij de open grenzen en de afschaffing van douanetarieven. Door de brexit zullen we weer weten wat het alternatief is: toltarieven, controles aan de grenzen, vrachtbrieven… We zijn dynamisch, we maken goede producten. Als je goed werkt, innovatief bent, goed geschoolde mensen hebt, ondernemers hebt die durven te investeren, dan kun je daar de vruchten van plukken.’

Vindt u dat de EU aangaande het respect voor de rechtstaat ‘twee maten, twee gewichten’ hanteert? Zo leeft bij velen de indruk dat Hongarije streng aangepakt wordt terwijl men wegkijkt bij de Catalaanse kwestie.

Ja, ik vind het onterecht dat de EU daarvan wegkijkt. Let wel: het probleem in Spanje is van een andere orde dan in Polen of Hongarije. Omdat Spanje zegt: wij respecteren de scheiding der machten, de onafhankelijkheid van de rechterlijke macht. Het probleem zit hem vooral in die wetgeving daar waar rebellie in het strafwetboek staat. Je kunt er tot 70, 80 jaar gevangenisstraf voor krijgen, zelfs zonder geweld te gebruiken. Ook de definitie van ‘opruiing’ is er problematisch. Als dat ‘intraspaans’ is, kunnen de Catalanen niet naar het Europees Hof van Justitie stappen. Wat ze wel kunnen doen, is naar Straatsburg gaan naar het Europees Hof voor de Rechten van de Mens. Maar hoe dan ook, rebellie zonder geweld, zonder wapens, strafbaar stellen, dat is negentiende-eeuws, dat vind je alleen nog in dictaturen, dat vind je niet in moderne rechtstaten.

Kan de EU daar kordater tegen toestanden zoals in Catalonië optreden in de toekomst?

‘Didier Reynders, die nu daarvoor bevoegd is, heeft gezegd dat hij elk land elk jaar zal onderzoeken op de naleving van de principes van de rechtsstaat. België zal ook aan de beurt komen. Wij hopen dat men dan aandacht heeft voor de inhoud. Een interessantere casus is het zelfbeschikkingsrecht. De Schotten hebben de mogelijkheid gehad om zich uit te spreken in een referendum over onafhankelijkheid. De Schotten hebben niet voor onafhankelijkheid gestemd. Hadden zij  wel voor onafhankelijkheid gestemd, dan zat je met een ‘casus’ die de EU echt tot een fundamentele keuze verplicht zou hebben. Moet men dan die Schotten, die alle Europese regels naleven, nog toelaten tot de EU? Voorlopig heeft Boris Johnson niet de wil om een nieuw referendum te organiseren. Maar dit zou wel een sterke casus geweest zijn voor alle volkeren zonder staat die op een wettige manier onafhankelijkheid willen verwerven.’ (NB: die kwestie is intussen opnieuw brandend actueel nu Nicola Sturgeon van de SNP in Schotland overtuigend de verkiezingen gewonnen heeft en voluit gaat voor een nieuw referendum) 

In verband met  de WTO-crisis: wat kan het Europees Parlement doen?

‘Wij gaan naar het Amerikaans Congres met de commissie Internationale Handel. We zullen er Congresleden ontmoeten om hen ervan te overtuigen dat we belang hebben bij een goed transatlantisch partnerschap. De VS en Europa vertegenwoordigen samen meer dan 50% van het mondiale BBP. Wij verrichten voor drie miljard euro per dag aan handelstransacties. Wij hebben er belang bij om een WTO te hebben die regels vastlegt voor de internationale handel. Bij een dispuut kom je zo op een beschaafde manier tot een beslechting. De preventieve werking van de WTO is nog veel groter geweest: er zijn honderden geschillen vermeden. De Nieuw-Zeelandse ambassadeur bij de WTO in Genève, heeft een rapport gemaakt met voorstellen om tegemoet te komen aan de kritiek van de VS. Het is trouwens niet zo dat Trump geen terechte punten van kritiek heeft. Wij zeggen echter: los ze op zonder de organisatie lam te leggen. Na 25 jaar mag je wel eens de regels gaan veranderen. Maar wat nu gebeurt, zal een enorme schade toebrengen aan de stabiliteit in de wereld. Dan kom je tot bilaterale discussies waarbij de wet van de sterkste geldt.’

Wat is het ideale scenario voor de brexit?   

‘Het ideale scenario voor mij is dat er geen brexit komt. Als er dan toch een brexit moet komen, dan pleit ik voor een zo handelsvriendelijke mogelijke brexit en op een zo nauw mogelijke samenwerking. Het is voor Vlaanderen uiterst belangrijk om de historische banden met het VK zo nauw mogelijk te houden.’ 

Nicolas Van Haecke heeft interesse voor EU-thema's en binnenlandse politiek. Hij is ook vertrouwd met de werking van lokale besturen.

Commentaren en reacties