De terreur van de zwakke (weggebruiker)
De jungle van de Antwerpse spookfietsers
Hier mag het, fietspad in twee richtingen…
foto © Reporters / DIRV
De fietser bestempelt zich graag als zwakke weggebruiker of slachtoffer. Maar in Antwerpen wordt het ‘spookfietsen’ een gevaarlijke plaag.
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementDe fietser bestempelt zich graag als zwakke weggebruiker of als slachtoffer. Maar in deze ‘me-tijden’ lijkt dit steeds meer een vrijgeleide om zich agressief en verantwoord tegenover anderen te gedragen. In Antwerpen wordt het ‘spookfietsen’ een gevaarlijke plaag.
Langharige bakfietsbobo’s
Het zal iedere Antwerpse fietser wellicht bekend voorkomen. Op een smal fietspad stevent een bakfiets met daarin een kind tegen de richting op je af. Je moet rakelings langs een muur scheren om het voertuig te laten passeren. Wanneer ik protesteer, roept de bakfietser: ‘Och, iedereen doet het!’ Toevallig gaat het ditmaal om een jonge gesluierde vrouw. Maar ze heeft gelijk: het had evengoed een langharige bakfietsbobo uit Zurenborg kunnen zijn of een pendelfietser uit de voorsteden. Want voor wie, zoals ik, elke dag in Antwerpen fietst, is het moeilijk te negeren: de zogenaamde ‘zwakke weggebruiker’ maakt van de fietspaden almaar meer een jungle.
In de eerste plaats is dit een probleem voor de fietsers zelf. Als fervente fietser zonder auto bezorgt het fietsen steeds meer stress en gevaar. Gevaar, omdat vaak met hoofdtelefoons getooide fietsers langs alle mogelijke kanten kunnen opduiken. Dat leidt niet zelden tot gevaarlijke situaties, zoals wanneer je midden op een druk kruispunt alle remmen moet dichtgooien.
Woedende linksrijders
Daarnaast betekenen de vele links rijdende spookfietsers meer stress. Onder meer omdat ik het vaak niet laten kan om de linksrijder in kwestie aan te spreken. Dat komt me geregeld op een woedend ‘fuck you’ te staan of op kreten als ‘onverdraagzame’. Ook in het verkeer wordt geschermd met het stigma ‘onverdraagzaam’ om opmerkingen over hufterig en asociaal gedrag trachten te neutraliseren als afkomstig van een reactionaire man die meent dat verkeersregels nuttig en nodig zijn. Want buiten de evidente veiligheidsaspecten gaat het uiteindelijk om beschaving: het aanvaarden dat men niet altijd impulsen en driften kan volgen. Dat de andere geen hinderlijk object of tegenligger is, maar een waardevol subject.
Opmerkelijk is dat telkens het Antwerps stadsbestuur en politie aankondigen dat ze strenger tegen riskant gedrag van fietsers zullen optreden er een golf van protest en verontwaardiging in groenlinkse kringen en verenigingen (ter bescherming van de fietser) opwelt: schande dat de stad zich richt tegen de ‘zwakkere’ in de plaats van de sterkere, de wagen, nog meer aan te pakken.
De verstikkende cultus van de zwakkere
Dit is een toonbeeld van de steeds meer voorkomende en verstikkende cultus van ‘de zwakkere’. Eerst definiëren bepaalde categorieën zich als louter slachtoffer van de ‘dominante’ groepen. Eens dit gemeengoed wordt, meent men het statuut van ‘ongenaakbaar’ te hebben verworven, ook al gedraagt men zich bij momenten agressief ten aanzien van anderen; bijvoorbeeld het gedrag van op het voetpad rijdende fietsers in de oude binnenstad.
Als overtuigd fietser hoop ik dat de stad Antwerpen en andere steden niet toegeven aan deze perverse cultus van de ‘zwakkere’. Natuurlijk is een ondersteunend beleid dat de fietsers genoeg ruimte schenkt, zeer belangrijk om het aantal fietsers te laten groeien. Maar ook een hardere aanpak van asociaal fietsgedrag is cruciaal. Ten eerste voor de veiligheid van de weggebruikers en de reputatie van de fiets als volwaardig alternatief. Maar vooral: wanneer men de verkeersregels loslaat, geeft men de almaar schaarser wordende patronen van een collectieve beschaving op. Daarnaast blijft alleen het recht van de sterkste.
Categorieën |
---|
Chris Ceustermans is een veertiger die ooit van zijn pen leefde als journalist bij onder meer De Morgen. Na andere wegen te hebben verkend, keerde hij terug naar zijn oude liefde: de literatuur. Op Doorbraak pleegt hij af en toe een stuk over dingen die in de eenzijdige media te weinig aan bod komen. 'Ni dieu, ni roi, ni maître', blijft zijn motto, al lijkt dit voor de meeste zelfverklaarde 'links weldenkenden' al lang vergeten.
Hoe de Britse democratie Boris Johnson verteert en de darmen van de auteur door camera’s worden doorploegd. Ons lichaam, dat weet wat.
Amerikakenners Roan Asselman en David Neyskens bespreken de actualiteit aan de overkant van de oceaan.