De veelkoppige crisis
De liberale democratie onder druk
Macron kent de gevaren voor de liberale democratie, maar het is de vraag wat hij er tegen vermag.
foto © Reporters / DPA
De liberale democratie staat op verschillende vlakken onder druk en lijkt moeilijk te redden. Toch kan meer nationalisme de redding brengen.
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementHet was een piepklein bericht in de krant. In een toespraak tot 200 parlementsleden van zijn partij LREM schonk de Franse president Macron klare wijn op het vlak van migratie:
’Wij hebben niet het recht om dit onderwerp niet onder ogen te zien. We moeten ons afvragen of we een partij voor de “bourgeois” willen zijn of niet: de “bourgeois” hebben geen probleem met migratie omdat ze er niet mee in aanraking komen, de kleine man wél.’ Hij gaf ook toe dat links het probleem decennialang niet heeft willen zien. ‘En dus is de kleine man naar extreemrechts gevlucht.’ Voor politici zouden er maar twee projecten zijn: ‘terugplooien op zichzelf en mensen angst inboezemen, of bouwen aan een open oplossing zonder naïef te zijn.’
De vraag is natuurlijk wel wat de kleine Franse man in maart 2020 (gemeenteraads-verkiezingen) gaat denken over zijn ‘open oplossing’.
Stervende democratieën
In hun How Democracies Die vermelden de Amerikaanse politicologen Steven Levitsky en Daniel Ziblatt migratie en minderheden als een van de factoren achter de extreme polarisatie van de Amerikaanse maatschappij en politiek. Die worden immers geassocieerd met de Democratische Partij. Vooral in het zuiden zouden blanken zodoende meer voor de Republikeinen beginnen stemmen zijn.
Eén en ander lijkt me (mutatis mutandis) ook van toepassing te zijn op de Europese politiek, zoals duidelijk blijkt uit Macrons uitlatingen. Daarnaast zorgen die minderheden er natuurlijk ook mee voor dat de vroegere relatieve homogeniteit van westerse samenlevingen doorbroken wordt, een factor die Yascha Mounk aanhaalt in zijn boek The People versus Democracy.
Stabiele democratieën zijn historisch gezien geassocieerd met vrij homogene samenlevingen die ook een vrij gelijkaardig wereldbeeld hadden. In Europa was de opkomst van de democratie bijvoorbeeld gelieerd aan het verdwijnen van multinationale en multi-etnische rijken en een opkomend nationalisme. Door immigratie en nieuwe technologieën staat die homogeniteit onder druk.
Globalisering
Een andere, uiterst polariserende factor is de globalisering. Ze heeft in elke westerse natie voor verliezers en winnaars gezorgd en zodoende de geesten verdeeld en de gemoederen verhit. Groeiende economische ongelijkheid wordt ook door Mounk aangehaald als een van de maatschappelijke trends achter de crisis van de liberale democratie. Bovendien heeft de globalisering ook voor een verschuiving van de macht gezorgd, weg van naties en democratisch verkozen regeringen. Een van de definities van het woord ‘globalisering’ is trouwens:
‘the emergence since the 1980s of a single world market dominated by multinational companies, leading to a diminishing capacity for national governments to control their economies.’
De socioloog Mark Elchardus had het in dit verband recent over ‘het globale stadje’: een paar tienduizend mensen die de topkaders van internationale bedrijven en organisaties bemannen (of bevrouwen) en wiens belangen niet altijd samenvallen met die van naties. Een neoliberaal internationaal bestel is dus, paradoxaal genoeg, in hoge mate medeverantwoordelijk voor de crisis van de liberale en in het bijzonder links-liberale, nationale democratie.
Ondemocratisch liberalisme
Mounk noemt dit ‘undemocratic liberalism’. Als voorbeeld van een dergelijke, liberale en technocratische maar weinig democratische entiteit noemt hij de Europese Commissie: ‘an opaque and unelected bureaucracy that affects the lives of hundreds of millions.’ De EU is inderdaad een nieuw, multinationaal rijk dat al geruime tijd, begrijpelijke, nationalistische tegenreacties uitlokt (waaronder ook de Brexit). Aan de andere kant van de oceaan heeft de nieuwe nationalist Trump dan weer, zonder de minste twijfel, zijn verkiezing mede te danken aan het feit dat hij zich opwierp als verdediger van de Amerikaanse verliezers van de vrijhandel.
Mainstream politieke partijen en politici (en media), daarentegen, scharen zich doorgaans blindelings achter het supranationale, globaliserende bestel. Dat zagen we onlangs nog met het Marrakeshpact, iets wat hun geloofwaardigheid of legitimiteit ondermijnt in de ogen van een deel van het nationale kiezerspubliek (maar hun politieke carrière vaak ten goede komt).
Atomisering
Naast de polarisatie is er ten slotte ook nog de individualisering of de atomisering van de maatschappij. In een artikel met de sprekende titel Coalitions of chaos wees The Economist er onlangs op dat veel westerse landen weliswaar niet onbestuurbaar geworden zijn, maar dat hun regering ‘cannot do anything of importance’ Daarnaast wordt het ook steeds moeilijker om regeringen te vormen.
België kan daar natuurlijk van meespreken, al spelen hier ook, of zelfs vooral, communautaire of centrifugale factoren een belangrijke rol (in tegenstelling tot wat bepaalde kranten en politicologen ons willen doen geloven). Een ander teken aan de wand zijn sinds lang niet meer geziene massabetogingen zoals die van de gilets jaunes in Frankrijk en de anti-brexit betogers in Engeland.
Een en ander zou volgens The Economist te wijten zijn aan de individualisering van de maatschappij. Een factor die recentelijk ook door Tinneke Beeckman aangehaald werd. De kiezer heeft volgens haar nood aan gemeenschappelijke banden en collectieve verhalen en vindt die vooral bij rechts en extreemrechts. Die zouden op hun beurt de liberale democratie bedreigen.
The Economist ziet in het moderne individualisme veeleer een factor die de slagkracht van de klassieke politieke partijen ondermijnt. Zo zijn nog geen 5 procent van de moderne kiezers lid van een politieke partij, daar waar dat 15 procent was in 1960. Ook vakbonden en kerken, sterkhouders van respectievelijk centrumlinkse en centrumrechtse partijen, zagen hun ledenaantallen sterk terugvallen. Bovendien zijn stemmers ook veel wispelturiger geworden: waar na de Tweede Wereldoorlog nog maar 8 procent van de stemmers van gedacht veranderde tussen twee verkiezingen, was dat in de periode 1992-2015 13%.
Polarisering
Die wispelturigheid en toegenomen trouweloosheid van de individualistische kiezer lijkt me echter maar een bijkomstig element. De voornaamste reden voor het onvermogen van (klassieke) politieke partijen om daadkrachtige regeringen te vormen, lijkt me gezocht te moeten worden in de polarisatie van de maatschappij (al wordt die misschien ook mede veroorzaakt door de individualisering).
Die is trouwens ook doorgedrongen tot die partijen zelf. Dit bleek uit wat Siegfried Bracke recent schreef op deze site:
‘Alle politieke partijen zijn en grand désarroi, zei me recent een ex-collega van de PS. (…) De man van de PS heeft gelijk. De politieke ontreddering en radeloosheid zijn totaal. Uitzonderingen zijn Vlaams Belang en PVDA, maar voor de rest: désarroi. In elke partij zijn er totaal tegenstrijdige opvattingen over de te varen koers.’
Autocratie
In een dergelijk klimaat hoeft het misschien niet te verwonderen dat autocratische regimes in opmars zijn en dat rechten en vrijheden in verdrukking komen. Levitsky en Ziblatt wijzen er op dat democratieën dezer dagen niet meer verdwijnen door militaire coups maar via verkiezingen. Rechtse of linkse populistische autocraten ondermijnen vervolgens de liberale, democratische rechtsstaat van binnenuit. Het is wat Viktor Orban doet in Hongarije, Recep Tayyip Erdoğan in Turkije en Nicolás Maduro in Venezuela. Mounk heeft het over ‘illiberal democracies’.
Dit is ook het soort gevaar waar de liberale ideoloog Dirk Verhofstadt voor waarschuwt: een opdoemend collectivisme en nationalisme zou het individuele zelfbeschikkingsrecht bedreigen. Al gaat hij natuurlijk veel te ver in die analyse door meteen elke vorm van collectivisme en nationalisme te verketteren. Daarnaast kan in dit verband, met onder meer Sam van Rooy, ook gewezen worden op de Catch 22 waarin liberale landen met een opkomende salafistische islam dreigen te verzeilen: ofwel perk je zekere vrijheden in, zoals de vrijheid van meningsuiting en de vrijheid van onderwijs, ofwel dreigt die militante en op zijn zachtst gezegd weinig liberale islam zich verder uit te breiden.
Nieuwe wereldorde
Elchardus ziet de oplossing voor het probleem in een nieuwe, meer ‘nationalistische’ wereldorde. Hij zou heel graag kunnen stemmen ‘op een partij die samen met gelijkgezinde partijen in andere landen op zoek gaat naar een nieuwe wereldorde. Een orde waarin naties met een eigen geschiedenis, die onderling cultureel en institutioneel van elkaar mogen verschillen en een eigen toekomst mogen kiezen, de kans krijgen de belangen van hun burgers eerder dan die van het globale stadje dienen.’
Dat lijkt me inderdaad een belangrijk onderdeel van een mogelijke oplossing voor de crisis van de liberale democratie, samen met een ‘goede’ in plaats van een ‘open’ oplossing voor het migratieprobleem. Al moet er meteen aan toegevoegd worden dat een en ander niet alleen indruist tegen de heersende, humanistische en neoliberale ideologie, maar dat er ook burgers of ‘bourgeois’ zijn die wel varen bij de globalisering en een aanhoudende, ongecontroleerde migratie, of er in elk geval weinig last van hebben. Misschien wordt dit in de toekomst, nog meer dan nu het geval is, de nieuwe, diepe en dominante breuklijn in de nationale politiek en zelfs binnen de schoot van mainstream partijen.
Categorieën |
---|
Tags |
---|
Koen Tanghe is als onderzoeker in de geschiedenis en de filosofie van de levenswetenschappen verbonden aan de UGent.
Wie denkt dat alleen boeren bang moeten zijn van de Vlaamse overheid, vergist zich.
Amerikakenners Roan Asselman en David Neyskens bespreken de actualiteit aan de overkant van de oceaan.