De Vlaamse leeuw Othman is boos
Othman El Hammouchi beweert Vlaanderen in bescherming te nemen als hij de Vlaamse kiezer aanvalt
De problemen aan het Noordstation hebben meer gedaan voor VB dan de retoriek van N-VA
foto © Reporters
Othman is boos op N-VA omdat het VB won. Als fiere Vlaming voelt hij zich uitgesloten, maar ze zullen hem niet temmen. Een paar bedenkingen.
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementDe pers positioneert Othman El Hammouchi graag als filosoof, en dat is terecht want hij heeft als scholier een ‘olympiade’ in die discipline gewonnen. Het probleem met filosofen is echter dat zij vaak een paar honderd meter boven de grond zweven. Dat is ook weer het grote euvel in een tekst die hij publiceerde over de recente verkiezingen. De tekst is belangrijk want emotioneel, en dat ontbreekt vaak in de al te cerebrale redeneringen van Hammouchi. Maar omdat hij zo emotioneel is, en blijkbaar rap-rap tot stand is gekomen, legt hij ook de niet-empirische grond van zijn redeneringen bloot. Ik overloop even zijn redenering.
Reële problemen worden verzwegen
Othman begint met te stellen over N-VA: ‘De ranzige retoriek die ze de laatste jaren voerde, heeft dus electoraal niets opgeleverd.’ Het is een aporie die hij al elfendertig keer heeft gehanteerd en die je ook bij vele andere waarnemers tegenkomt, maar waarvan ik de oorsprong niet snap. Voor een goed begrip: ik heb met N-VA niets te maken. Maar ik heb die ‘ranzige retoriek’ niet gehoord. Terwijl ik dit intik zit een ‘echte’ filosoof, Ignaas Devisch van de UGent, uit te leggen in De Afspraak (28/05) op Canvas dat er internationaal een ranzig verhaal circuleert als zou elke migrant een bedreiging zijn.
Neem me niet kwalijk, maar behalve bij fanatieke minderheidsgroepen — die er altijd geweest zijn en altijd zullen zijn — heb ik dat verhaal niet gehoord. Dat die veel lawaai maken, lijkt mij evident; dat zij de publieke opinie sturen geloof ik niet. Ze maken evenwel gebruik van reële feiten die zorgvuldig uit de mainstream media worden weggehouden, omdat journalisten zich collectief niet een informatieve maar een morele opdracht hebben toebedeeld. Het schoolvoorbeeld was de stilte die heerste rond de agressie tegen vrouwen tijdens die ouderjaaravond in Keulen (en elders in Duitsland). Duizenden vrouwen waren op zijn zachtst gezegd lastig gevallen. Het duurde dagen vooraleer we dat mochten weten.
Ik geloof dus niet de riedel dat de media het rechts-extremisme de wind in de zeilen geven door zijn verhalen te brengen, ik geloof dat ze dat net doen door die verhalen te verzwijgen, en zo hun eigen geloofwaardigheid te ondermijnen. Waardoor fanatieke groepen op ‘sociale’ media inderdaad een kans krijgen. Ondertussen merk ik niet dat mensen zich daardoor laten beïnvloeden. Ze laten zich wel beïnvloeden door persoonlijke ervaringen en door realiteiten die niet meer kunnen verzwegen worden, en soms uitvergroot worden op ‘sociale’ media. Zoals de situatie aan het Noordstation die bepaald geen ‘fake news’ is. De woede van de ‘mainstream mensen’ keert zich dan meestal niet tegen de transmigranten die zich daar ophouden, maar tegen het gegeven dat de overheden dit niet opgelost krijgen.
Aan de schandpaal van racisme
Ik heb daarom maar weinig ranzige verhalen gehoord, en ik daag Othman ook uit om nu eens met duidelijke citaten in plaats van met wazige beschuldigingen uit te pakken waar bijvoorbeeld N-VA — die hij daarvan beschuldigt — die heeft verspreid. Ik heb daarentegen heel veel verhalen gehoord van mensen die op een voorzichtige wijze kenbaar maken dat zij ongerust zijn en zelfs bang zijn. Niet omdat zij in élke migrant een bedreiging zien zoals Devisch suggereert; maar omdat zij — in het licht van fenomenen als de ‘jungles’ die zich bij ons ontwikkelen — een bedreiging zien in de aantallen migranten die klaar staan om naar Europa te komen; en omdat zij ongerust zijn over het gemak waarmee zij die hier raken in ons sociaal systeem kunnen stappen, zonder dat duidelijk is waarom zij daar recht op hebben. Of dat dit — en dat is veel erger — hen en ons een perspectief biedt.
Ik geef één voorbeeld dat ik niet uit ‘sociale media’ haal, maar waar ik rechtstreeks mee te maken kreeg: een Irakese erkende vluchteling met vrouw en twee (kleine) kinderen. De man zoekt een (andere) woning en biedt zich aan bij een verhuurder die zijn pensioen aanvult met een appartement dat hij op de markt brengt aan negenhonderd euro plus tachtig euro kosten. De verhuurder vraagt hem of hij dit bedrag wel kan betalen. De vluchteling verzekert van wel en toont papieren waaruit blijkt dat hij 2000 euro per maand krijgt van het OCMW. De verhuurder vraagt hem of hij van plan is om op het OCMW te blijven. Nee hoor, de vluchteling volgt een integratiecursus, wil daar Nederlands leren en dan werk zoeken. Zijn vrouw doet dat evenwel niet, meer nog: zij komt gewoon de deur niet uit, en de gordijnen van het appartement waar zij tot nu toe in leefden blijven angstvallig dicht.
De bedenking die de verhuurder zich maakte was: die man kàn nooit van het OCMW weg gaan, want hij kan in het beste geval een baan krijgen tegen pakweg 1500 euro en levert dan vijfhonderd euro in. Als hij en zijn vrouw nu allebei zulk een baan zouden krijgen, dan verdienden ze drieduizend euro en dan bouwden ze iets op. Maar nu blokkeert de gulheid van het OCMW elke vooruitgang. Zij fixeert die dame in de achterlijkheid van haar cultuur en dus worden die mensen armlastig gehouden (zo ze dat al zijn en niet over bijkomende inkomsten beschikken, want met 2000 euro maandelijks 980 euro op hoesten is ook al niet evident). Het pensioen van de verhuurder bedroeg 1550 euro. Hij is, met de dood in het hart, niet op hun vraag ingegaan. Voer mystery calls in en hij riskeert aan de schandpaal genageld te worden wegens ‘racisme’.
Streng maar rechtvaardig
Het zijn dit soort ervaringen, die ontzettend veel voorkomen maar niet meer uitgesproken worden, hoogstens gefluisterd, die de mensen boos maken en vooral ongerust. Zelfs die ongerustheid is sterk relativerend: vele mensen zijn van oordeel dat sukkelaars moeten geholpen worden, maar ze vragen zich af of die hulp niet contraproductief is. In feite grijpen ze (onbewust maar terecht) terug naar een EHBO-principe: je mag nooit op zulk een manier helpen dat je jezelf in gevaar brengt, want dan heb je niet één maar twee slachtoffers. Het algemene gevoelen bij velen is dat onze ‘sociale’ politiek ons in die richting voert: we zijn vandaag nog wel geen slachtoffers, maar zullen het worden. Dus deint die ongerustheid ook uit over landelijke gemeenten waar er weinig vreemdelingen zijn.
Dàt is mijn inziens de onderliggende basis van het kiesgedrag geweest van veel mensen: ze hebben niet gekozen om meer pensioen te krijgen of alle vreemdelingen over de grenzen te zetten. Ze hebben gekozen om ons sociaal systeem te behouden. Ze stellen vast dat dit niet meer bewaakt wordt door onze parlementen, van Vlaams via Belgisch tot Europees. Eén van de redenen waarom ze die indruk hebben is dat de politici aan de macht niet streng genoeg optreden. We zagen dat in de verkiezing in Vlaams-Brabant: Maggie De Block werd in 2014 een stemmenkampioen omdat zij het departement Asiel & Migratie op een strenge maar rechtvaardig (lijkende) manier had beheerd (en daarbij perfect geïntegreerde jonge mannen heen had gestuurd). Geen mens heeft haar bij mijn weten van racisme of zelfs maar ranzigheid beschuldigd. Ze zette een monsterscore neer omdat zij de eerste politica was die in dit dossier flinkheid toonde.
Daarna beheerde Theo Francken dit departement. Hem werd verweten (vooral door links Wallonië) dat hij een wolf in schaapsvacht was, een gecamoufleerde nazi die elke ochtend een migrant tussen zijn boterham legde. Maar hem werd ook verweten (vooral door Vlaams Belang) dat hij harde taal gebruikte, maar te zacht was in daden. Toen N-VA uit de regering stapte kreeg De Block ‘haar’ departement terug, en zij gebruikte die vijf maanden om Francken onderuit te halen als iemand die een puinhoop had achtergelaten. Maar die vlieger is niet opgegaan: de rancune van De Block viel op, en zij raakte haar stemmensurplus van 2014 kwijt.
Meer gesubsidieerde pastoors
Francken triomfeerde, zijn kiesomschrijving was de enige waar N-VA vooruit ging. Was dit omdat hij zulk een ranzige taal gebruikte? Hij tweette te veel naar mijn zin, en heeft mede daardoor steken laten vallen, maar hij werd vanuit twee richtingen met een vergrootglas gevolgd. Men heeft hem op geen andere fout kunnen betrappen dan dat hij te goedhartig was geweest via een ‘bemiddelende’ vreemdeling die ervan verdacht wordt aan machtsmisbruik te hebben gedaan. Het omgekeerde van ranzigheid dus. Nee, Francken kapitaliseerde op dezelfde manier als De Block dat vijf jaar voor hem had gedaan: omdat hij flinkheid had getoond. En dat imago had de rancuneuze De Block hem niet weten te ontnemen
Het verhaal van de ranzigheid als basis van het succes van het Belang op 26 mei, slaat dus eigenlijk nergens op, en is een zoveelste uiting van minachting van de politiek correcte intelligentsia om haar minachting voor het gesundenes Volksempfinden uit te drukken. Dat bleek ook in de laatste discussie van Walter Zinzen en Rik Van Cauwelaert bij Ivan De Vadder op 27 mei. Zinzen vroeg zich emotioneel af waarom ‘men’ de mensen niet beter duidelijk maakte waarom die migranten naar hier komen. Maar Zinzen heeft dertig jaar de VRT-opinievorming bijna gedomineerd en een groep acolieten nagelaten (voorop Phara de Aguirre). Al dertig jaar doen die bijna niets anders dan de boodschap van de vreemdeling als slachtoffer uitdragen, bis zum kotzen. Wat Zinzen dus deed was zijn volgelingen oproepen om nog meer dan tevoren via de nieuwsdienst de rol van de pastoor op de preekstoel over te nemen. Hij propageerde dus de ranzigheid, zij het in omgekeerde zin.
Bart Schols, die de laatste maanden in De Afspraak zijn prekerige positionering begint los te laten, probeerde daarom op 28 mei een evenwichtig panel samen te stellen, met een Devisch met zijn halfslachtige analyse, en Jan Segers van Het Laatste Nieuws die de taal van de redelijkheid probeert te spreken. Helaas had hij daarbij ook de toneelschrijver Chokri Ben Chikha uitgenodigd. Die slaagde er in geheel het gesprek te monopoliseren met heftige pleidooien die het ene cliché aan het andere regen en er steeds weer op neerkwamen dat de kiezers van het Belang zich lieten misleiden door ranzige praat van wolven in schapenvacht. De visie van Walter Zinzen dus, waarbij ‘de mensen’ vooral dom zijn en ‘voorlichters’ als Ben Chikha nodig hebben. Volgens hem moet er eigenlijk meer geld gegeven worden aan mensen als hij, die dan voor gesubsidieerde pastoors kunnen spelen. Schols bleek maar weer eens niet in staat om een panel te leiden, Segers kwam er amper doorheen. Een zoveelste maat voor niets dus.
Zwarte sneeuw op witte zondag
Maar terug naar Hammouchi, die zich in dezelfde feitenvrije logica inschrijft. Naarmate hij zondag de omvang van de vooruitgang van het Belang vaststelde werd hij boos omwille van ‘de reactie van de media en het establishment op die uitslag. De vergoelijking, de relativering, het wegkijken’. Daarbij haalt hij uit naar de strapatsen van Filip Dewinter. ‘Hoe kan je mij vragen respect op te brengen voor mensen die vinden dat trotse Vlamingen als ik niet in ons eigen land thuishoren?’, vraagt hij zich af.
Daarbij heeft hij natuurlijk een punt. Maar denkt hij echt dat Dewinter momenteel zijn stemmen haalt met propaganda voor een grootse deportatie? Zou het niet veeleer zo zijn dat het uitgerekend de mainstream media zijn die door hun reactie op hem, hem het imago hebben gegeven van een vrijbuiter, een moderne Robin Hood? En dat dit imago de mensen verleidt? Bovendien vergeet men vaak hoe grappig hij eigenlijk is. ‘Dit is geen zwarte zondag’, was zijn eerste reactie, ‘maar een witte zondag, want het is zwarte sneeuw bij al onze tegenstrevers’. Je blijft lachen.
‘Waarom zou men verwachten dat de situatie verbetert door allochtonen aan te vallen?’, vraagt Hammouchi zich nog af. Weer: ik heb niet het gevoelen dat de ‘nieuwe’ VB-kiezer de allochtonen wil aanvallen, hij wil de politici aanvallen omdat zij de problemen die opduiken in het ‘allochtone’ dossier niet aanpakken, laat staan oplossen. Ik vermoed dat de beelden van het Noordstation meer schade hebben berokkend aan de traditionele politici, dan alle mogelijke provocaties van Dewinter.
Net die problemen ontkent Hammouchi. Hij legt de problemen, net als Paula Dhondt dertig jaar geleden, bij de autochtonen. Hij roept hard hoe Vlaams hij wel is, maar zegt tegelijkertijd: ‘De menselijke natuur heeft andere (dan economische) dimensies, en identiteit en tribalisme zijn daar één van.’ Hij suggereert zo dat vele Vlamingen op dat vlak met zichzelf in de knoop liggen, maar onderschat volkomen dat dit net bij allochtone groepen het geval is. Waarom anders dragen vele moslimmeisjes een hoofddoek? Om religieuze redenen? Als ze de Koran lezen weten ze dat dit geen religieuze plicht is. Om zich te beschermen tegen de zwoele blikken van mannen, zoals Othman beweert? Maar de reportage ‘Femme de la rue’ toonde aan dat die (verbale) agressie net uitgaat van allochtone mannen.
Genitale verminking ontkennen
Laten we wel wezen: ze dragen die meestal om te tonen dat ze zich afzetten tegen de Vlaams-Belgisch-Europese samenleving waarin ze terecht zijn gekomen. Mensen als Othman of Sammy Mahdi roepen hard dat ze hier geboren zijn, maar tegelijkertijd beschermen ze de import van achterlijkheid uit het land waar hun ouders vandaan komen. Dàt is het wat mensen ergert, niet de allochtonen op zich, maar de achterliggende hypocrisie. ‘De politiek van identitair conflict richt permanente schade aan aan onze samenleving,’ zegt Othman nog. Maar wie heeft dat conflict geïntroduceerd?
In zijn recente boek Het vervallen huis van de islam toont de Nederlandse socioloog Ruud Koopmans overtuigend aan dat de islamitische wereld gigantisch met zichzelf in de knoop ligt omdat hij gewoon niet mee kan in de moderne wereld. En in eerdere artikels gaf hij de resultaten van zijn onderzoek waaruit blijkt dat beangstigend grote delen van ‘onze’ moslimbevolking zichzelf herkennen in de krampachtige reactie van die islamitische wereld, ja, juichen als de westerse wereld door rampen wordt getroffen. Hun taqiyya zorgt er echter voor dat dit mooi onder de radar blijft. Zodat Jan Jambon door het slijk werd gesleurd toen hij iets te onvoorzichtig daarop wees.
N-VA had volgens Othman evenwel de taak om een nationalisme uit te bouwen dat alle zonen en dochters van Vlaanderen omarmde. Dat onze cultuur beschermde zonder haar te bevriezen, haar promootte zonder haar op te dringen. ‘In plaats daarvan werd ze een luie imitatie van Vlaams Belang. Theo Francken, Zuhal Demir, Darya Safai, Annick De Ridder, Assita Kanko: allen namen ze de haatretoriek tegen allochtonen, en dan vooral moslims, vlekkeloos over.’ Waar toch, Othman, en wanneer? Kom toch eens aanzetten met feiten. En ontken toch de echte feiten niet: dat Demir behoort tot een minderheidsgroep die in Turkije vervolgd wordt en ons waarschuwt voor de erdoganistische infiltratie door Grijze Wolven in ‘onze’ Turkse gemeenschap. Dat Safai weggevlucht is uit de tirannie van de ayatollah’s en ons wil waarschuwen om het hier niet zo ver te laten komen. Dat Kanko als kind genitaal verminkt werd, als zovele moslimmeisjes. Haatretoriek vanwege deze ervaringsdeskundigen of negationisme van een huiskamerfilosoof?
Zij zullen hem weer niet temmen
In plaats echter van met feiten om te gaan pakt Othman als cerebrale filosoof uit met holle retoriek: ‘Ik ben een trotse Vlaming, een trotse conservatief en een trotse nationalist. Het is niet de leeuw die racistisch is, maar degenen die hem besmeuren met hun bruine gedachtegoed. Niet Vlaanderen is haatdragend, maar zij die denken dat Vlaanderen hen toebehoort. Vlaanderen behoort echter toe aan al zijn kinderen. En dat Vlaanderen, dat zullen ze nooit temmen.’
Eigenlijk schrijft hij zich in, in de onzalige ‘Vlaamse’ traditie om met loze kreten zichzelf voortdurend in de voet te schieten. Laten we hopen dat ditmaal de wijsheid het haalt op de holle woorden, zelfs als zij van een filosofische aspirant komen.
Eddy Daniels is gewezen hoofdredacteur van Intermediair. Hij publiceerde recent een boek over de rol van de profeet Mohammed in het ontstaan van het jihadisme, ‘De kwestie M. Een gekaapte godsdienst’, dat enthousiast aangeprezen werd door Etienne Vermeersch.
Bij Vooruit blijft na het vertrek van Rousseau een niet-geëngageerde club van moreel voortreffelijken over, meent Eddy Daniëls.
Amerikakenners Roan Asselman en David Neyskens bespreken de actualiteit aan de overkant van de oceaan.