Zonet het programmaboek binnen gekregen waarin het komende seizoen van Opera Ballet Vlaanderen wordt gepresenteerd. Een luxueus uitgegeven klepper van 170 bladzijden, met veel artistieke foto’s, teksten en interviews, hemelbestormende bespiegelingen. Voor de liefhebber oogt zo’n brochure als de onvermijdelijke gebakken lucht die van communicatiediensten op dampt, met de nevenbedenking dat de totale kostprijs om het ding te realiseren en te verspreiden ongeveer het equivalent moet zijn van de kost van een productie. Terwijl je al die info evengoed online…
Niet ingelogd - Plus artikel - log in of neem een gratis maandabonnement
Uw Abonnement is (bijna) verlopen (of uw browser moet bijgewerkt worden)
Uw (proef)abonnement is verlopen (of uw browser weet nog niet van de vernieuwing)
Zonet het programmaboek binnen gekregen waarin het komende seizoen van Opera Ballet Vlaanderen wordt gepresenteerd. Een luxueus uitgegeven klepper van 170 bladzijden, met veel artistieke foto’s, teksten en interviews, hemelbestormende bespiegelingen. Voor de liefhebber oogt zo’n brochure als de onvermijdelijke gebakken lucht die van communicatiediensten op dampt, met de nevenbedenking dat de totale kostprijs om het ding te realiseren en te verspreiden ongeveer het equivalent moet zijn van de kost van een productie. Terwijl je al die info evengoed online kan zetten voor een fractie van de prijs. Soit, drukkers moeten ook leven.
‘Niet conflictueus of polariserend’
Uiteraard worden in dat drukwerk de grote krijtlijnen van het seizoen uitgezet. Op pagina één al met het seizoensmotto: ‘We bestaan niet, tenzij dankzij de Ander’, getekend filosoof Philippe Claudel. J.P. Sartre (‘L’enfer c’est les autres’) zag dat anders, maar goed. Verder ronkende gemeenplaatsen als ‘Dit wordt een jaar van ontmoeten’ (algemeen directeur Jan Raes), ‘Heel het programma staat in het teken van de ontmoeting met de Ander (artistiek directeur Van Vandenhouwe), en ‘Samenspelen is een van onze bedrijfswaarden. Niet conflictueus, niet polariserend, maar solidair’ (Adjunct algemeen directeur Kiki Vervloessem). Tweede bedenking die de lezer overvalt: heeft de Vlaamse Opera niet wat te veel directeurs? En, welke opera’s krijgen we nu te zien? Maar wacht toch eens even, zeg!
Samen met de cultuurbureaucratie neemt de blabla nu eenmaal een steeds belangrijker deel in van het gebeuren. Het gaat dan om rechtvaardigen, uitleggen, duiden, context geven, ideologiseren, actualiseren. Vooral dat laatste. Er ontstaat een bijna manische gedrevenheid om alles in een ‘eigentijds perspectief’ te plaatsen, een boodschap te brengen, de trein van de geschiedenis niet te missen, altijd aan de juiste kant wel te verstaan.
Vandenhouwe en C° hebben zichzelf, blijkens de brochure, dit keer overtroffen. Terwijl De Munt nog uitpakt met kleppers als Das Rheingold, Die Walküre -de twee eerste delen van Wagners Ringcyclus-, en Puccini’s laatste opera Turandot, oogt het komende seizoen van Opera Ballet Vlaanderen eclectisch, hybride, en ontbreken titels die echte liefhebbers zoals ik doen watertanden. Qua operarepertoire moeten we het stellen met La Clemenza di Tito (een van Mozarts slechtste opera’s, ja, ook dit genie had mindere momenten), de Strauss-operette Die Fledermaus (concertant opgevoerd!), Les Pêcheurs de perles (een kleur- en geurloze schim van Bizets meesterwerk Carmen), en Jenufa van Leos Janacek (sorry dat ik wat accenten in de naam vergeet). En dan nog de wereldcreatie van Brodeck van de Bruggeling Daan Janssens.
Superdivers
Dat laatste is afwachten. Het valt zeker toe te juichen dat de opera-instituten ook nieuw werk van jonge componisten brengen. Lezen we de synopsis van Brodeck, dan blijkt het vooral om een aanklacht tegen xenofobie te gaan, en dan overvalt me opnieuw een gevoel van moedeloosheid: help, weer een politiek statement en een poging om relevantie te bewijzen, alsof een kunstwerk vandaag niet vanuit zichzelf enige waarde kan hebben.
Heel de rest van het seizoen is meer van hetzelfde: het echte repertoire wegduwen ten voordele van de pedagogie. We zullen het woord ‘cultuurmarxisme’ niet gebruiken, maar dus toch: via producties als Choreolab, New Ballet mécanique, Kruistocht, Schemer, Dei Sieben Todsünden/Petroesjka, Puur, Ombra, White Flag komt het accent te liggen op modern ballet en hybride spektakels met een boodschap.
Een en ander is, lees ik verder, om jongeren aan te trekken en de diversiteit van het publiek te verhogen. Het woord is eruit: opera moet niet zozeer opera brengen, maar wel mensen verbinden, je kan bijvoorbeeld, tegen de verzuring, ‘je buur mee uit te nodigen’. O jee, ik denk dan aan mijn eigen buren, waarvan één kant mij naar het leven staat omdat ik hun kleinburgerlijke levenswijze en opvattingen niet deel: zou ik, als teken van verbroedering, een operaticket in de bus steken?
Maar neen, Sanctorum, je snapt het niet, de bedoeling is dat jongeren met een migratie-achtergrond zich ook eens neervlijen in het rode pluche. Wel dan moet ik de drie directeuren nog meer teleurstellen: cultuur kan nooit het synoniem zijn van eenheidsworst, en rappende Marokkanen lachen ons gewoon uit met dat duur-inclusieve gedoe. En of ze gelijk hebben: opera is een ontmoetingsplaats voor rare mensen met een (dure) afwijking, niet voor de massa. Daarvoor is er Beyoncé.
Het idee om een ‘verbindend’ soort cultuur te maken is een dwaalvoorstelling die met de oprukkende wokeness en het schuldgevoel van de ‘witte cisgender’ te maken heeft. Terwijl cultuur net moet onderscheiden en ‘discrimineren’. Opera kost geld, veel geld. Om de stempel van elitarisme te vermijden, én om mee te zijn met de nieuwe politieke correctheid, moet het genre vandaag zoveel mogelijk doelgroepen aanspreken die zo uit hun achterstelling of discriminatie bevrijd worden. Helaas, andermaal helaas: opera is elitair, ‘wit’ (ondanks de morele druk om er zwarten in te laten figureren zoals in elke reclamespot), en, jawel, behorend tot het westers-Europese DNA.
Kritische massa
Natuurlijk is dat vloeken in de kerk, en kan zoiets vandaag in geen enkele programmabrochure meer staan. Dus gaat het over diversiteit en inclusie, met nadruk op multimediale spektakels, de moderne versie van het oude vormingstoneel. De toekomst van het genre, ik bedoel dan de klassieke repertoire-opera, is twijfelachtig: om hun vege lijf te redden zullen de directeuren de fusionistische toer opgaan, en zal het totaalspektakel zich van de klassieke muziektheaters verplaatsen naar de sportpaleizen, Vorst-Nationaal, naast kleinere alternatieve podia die ‘drempelverlagend’ en ‘verbredend’ moeten werken.
Een van de hoofdsponsors van Opera Ballet Vlaanderen is trouwens De Standaard, die paginagroot adverteert in het programmaboek, onder de baseline ‘de kritische massa’. Gezien de woke-ideologie waarvan deze krant doordrongen is, zou men het als een grap kunnen lezen maar het is zo niet bedoeld, want er hangt een stevig prijskaartje van een gerenommeerd reclamebureau aan de campagne. Alleszins past de missie van deze krant perfect binnen de uitgerafelde moderne operettesfeer en de hartverwarmende boodschapperigheid van het Vlaamse operahuis.
De Nationale Muntopera houdt in dat opzicht nog iets stevigers vast aan the real thing, opera waar vlees en vet aan zit. Al begint ook daar de woke-mist over de scène te hangen, en wordt een nieuw werk van Bernard Foccroulle aangekondigd, getiteld Cassandra. Foccroulle is een ex-Muntdirecteur van socialistische huize én favoriet van het Hof, die mocht orgel spelen op de begrafenis van Koning Boudewijn. Het verhaal gaat dan ook over de ‘strijd tussen het ecologisch activisme dat te pletter loopt tegen de inertie van de samenleving’. Waarbij de hoofdfiguur Sandra (Cassandra) duidelijk geprojecteerd is op Greta Thunberg. Warm aanbevolen.
Voor de echte liefhebbers wordt het uitwijken naar het buitenland, Duitsland uiteraard, maar ook Amsterdam, waar Opera Ballet Nederland opent met de groteske satire van Weill/Brecht ‘Aufstieg und Fall der Stadt Mahagonny’, en dan verderop nog Lohengrin, Die Zauberflöte, La Traviata, Il Trittico en Fidelio aanbiedt.
Maak er in dat geval een leuk, verbindend weekendje van. In goed gezelschap dus, niet noodzakelijk met de buren.