JavaScript is required for this website to work.
Media

De Vlaamse papierpers, een onuitputtelijke bron van waarheid

volgens Walter Pauli toch

ColumnJohan Sanctorum24/2/2021Leestijd 5 minuten
Pravda

Pravda

foto © КоммунистизБеи (publiek domein)

Hoed u voor gesubsidieerde perskaartjournalisten die zich aanstellen als ‘dé bewakers van de democratie’.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Sommige tenoren van de mainstreampers moeten ietwat ontgoocheld geweest zijn omdat niet elke Vlaming de champagne ontkurkte bij het 50-jarig jubileum van Knack-magazine. Zeker de journalisten van het jubilerende weekblad liepen er wat beteuterd bij. Om de zelfbewieroking van hoofdredacteur Bert Bultinck nog even kracht bij te zetten, deed ook Walter Pauli zijn duit in het zakje, onder de titel ‘Lügenpresse: de geschiedenis van een ondergravend scheldwoord’.Ja sorry, enkel voor abonnees: ook naar aanleiding van zijn halve eeuwfeest wilde Knack niet één keer die betaalmuur terzijde schuiven.

Teneur van Pauli’s column: ‘Wij, lieden van de vrije pers, worden voor leugenaars uitgemaakt omdat wij kritisch analyseren, de waarheid verkondigen en ons door de machthebbers niet laten muilkorven’. Als je dat zelf gelooft, prima. De pers waartoe Walter Pauli behoort, wordt door de overheid, de machthebbers dus, jaarlijks betoelaagd a rato van € 170 miljoen.

Niettemin vormen dus de mediacritici het probleem, of mensen die gewoon niet alles geloven wat in de krant staat. Verzuurde trollen zijn het, verslinders van fake news en verblinde trumpisten, de domme meute die geen goede kranten leest, maar liever het Capitool bestormt.

Zelden heb ik een column gelezen die zo uitpuilt van de morele zelfverheffing en intellectuele kwade trouw. Pauli brengt zelfs de bescheidenheid niet op om te zeggen dat hij een visie op de realiteit brengt, neen, hij brengt de waarheid, niets dan de waarheid. Een theologische categorie. Onze Knack-journalist gaat in de geschiedenis grasduinen en identificeert zich vervolgens met illustere rebellen die te maken kregen met censuur, genre Maarten Luther en Voltaire. Alleen, klein detail: Luther noch Voltaire waren journalisten, ze behoorden niet tot een gezaghebbend persorgaan, het waren onafhankelijke vrijdenkers. En detail twee: de media, niet voor niets ook wel ‘de vijfde macht’ genoemd, behoren vandaag grotendeels zelf tot the powers that be. Hoe dat komt en op welke manier dat werkt, zie mijn vrijwillige en belangeloze bijdrage aan het Knack-jubileum.

Dreyfus, Zola en… Polanski

Ach ja, dat woord ‘leugenpers’. Het klopt dat Hitler in het begin van zijn carrière graag op de ‘Lügenpresse’ afgaf, en dat de term historisch beladen is. Net vanuit die dubieuze oorsprong hijst Walter Pauli zich op de sokkel als held van de vrije meningsuiting, samen met al zijn journalistieke spitsbroeders. Meteen is ‘leugenpers’ een geuzentitel en zijn de gebruikers van de scheldnaam fascisten.

Helaas: het is niet omdat de nazi’s hun journalistieke tegenstanders als Lügenpresse wegzetten (en daarna in concentratiekampen opsloten), dat Knack of De Morgen of De Standaard zich als martelaren van de free speech moeten aanstellen. Het tegendeel is waar: de perskaartjournalistiek is in Vlaanderen en België unisono de uitdrager van een tamelijk dwingend multicultuurmodel waarin voor alternatieve, antiglobalististische of identitaire stemmen nauwelijks plaats is. Dat zijn namelijk allemaal neonazi’s. Tegelijk wordt er ook enorm hard unisono gezwegen over samenlevingsproblemen die te maken hebben met die multicultuur. De Vlaamse publieke omroep is de marktleider en bewaker van deze ideologische lijn, en laat in praatprogramma’s zoals De Afspraak enkel weldenkende gelijkgezinden aan het woord. Geeuw.

Het is overigens niet moeilijk om historische tegenvoorbeelden te vinden van een zelfverklaarde kwaliteitspers die aan de kant van het systeem staat en de omerta beoefent. De fameuze Dreyfus-affaire bijvoorbeeld, het verhaal van de Franse kapitein van Joodse komaf Alfred Dreyfus die in 1894 ten onterechte werd veroordeeld wegens spionage, gedegradeerd en naar het Duivelseiland verbannen. Toen een hoge officier erachter kwam dat de man onschuldig was, probeerde de legerleiding dat in de doofpot te steken, met medewerking van de complete pers die sterk antisemitisch gekleurd was. Het was uiteindelijk schrijver Emile Zola die de verdediging van Dreyfus op zich nam, daarvoor uit de prestigieuze Figaro werd weggewerkt, en tenslotte in L’Aurore — het krantje van Georges Clemenceau dat pas vier maanden bestond — zijn legendarische artikel ‘J’accuse’ publiceerde. De affaire Dreyfus is niet aan het licht gekomen dankzij maar ondanks de burgerlijke mainstream pers. Eat this, Pauli.

Ik kan nog meegeven dat Roman Polanski het Dreyfusverhaal heeft verfilmd en in een interview stelde dat de antisemieten van toen heden de linkse activisten en de wokes zijn, en dat de pers zich ook vandaag bezondigt aan verregaande framing, machinaties en omerta. Het interview is ondertussen uit alle persmappen verwijderd. Polanski blijft ’toxisch’ en wordt door de MeToo-beweging als seksuele delinquent gedeclasseerd. Meteen is links van een vervelende criticus af.

De echte kritische geesten blijven uitzonderingen, zeker in de geschreven pers. Vandaag zou Emile Zola een blogger geweest zijn, of misschien zelfs een soort Julian Assange, maar zeker geen Knack-journalist. Als er al in de 19de en 20ste eeuw een ‘liberale’ vorm van journalistiek bestond, gedreven kuitenbijters en luizen in de pels van het systeem, dan is de 21ste eeuw deze van de mainstream pers waarin marketinglogica en politiek correcte zelfcensuur in elkaar vloeien tot één brij makkelijk verteerbaar infotainment. Nadenken of kritisch lezen is ongewenst. Men censureert lezersfora of sluit ze gewoon. De kritische massa migreert bijgevolg naar het web, waarna Knack-hoofdredacteur Bert Bultinck ze alsinternettrollen wegzet. De reguliere pers staat vandaag niet tegenover het systeem, ze is het systeem, zonder dat de overheid inhoudelijk hoeft in te grijpen, de zelfcensuur volstaat. Steeds minder verschilt deze ‘democratische’ pers van de echte regimemedia, behorend tot de hofhouding van dictators à la Poetin en Erdoğan.

Cynische rede

Ondertussen haakt de lezende Vlaming steeds meer af, doet zelf aan nieuwsgaring en maakt zijn eigen opinie, terwijl de persjongens en -meisjes alsmaar volhouden dat zij de waarheid vertellen en dat het publiek dwaalt. Het argument van Pauli indachtig, kan je niet over ‘leugenpers’ spreken, want dat bewijst net dat je fake news consumeert, in complotdenken vervalt en op foute partijen stemt. Hoeveel gelijk kan een journalist hebben. Het is als de paradox van de leugenaar die zegt: ‘Ik lieg nooit’, waarmee hij de leugen ontkent én bevestigt.

De gevestigde pers kiest in Vlaanderen voor de vlucht vooruit. Dat leidt soms tot ronduit bizarre vormen van politiek correct kringloopdenken (‘ik heb gelijk want de anderen hebben ongelijk’). Op 19 februari interviewt DM-columnist Joël De Ceulaer een zekere Vincent Scheltiens, wiens grootouders voor het Spaanse Francoregime naar België waren gevlucht. Vincent ontpopt zich als kruisvaarder tegen extreem rechts en ziet de jaren 30 terug opduiken. Alle clichés over fascisme, Vlaams Belang, Schild & Vrienden, gedreun van laarzen op straat en het nut van een nieuw cordon médiatique duiken op.

Het resultaat is tenenkrullend. De brave borst stelt voor om VB-mandatarissen niet langer bij naam te vermelden, alleen met puntjes. Doorbraak-magazine is slecht bezig want het geeft fascisten een forum, en ondergetekende is een ranzigaard‘. De Ceulaer, zelf ook een notoir fan van het cordon sanitaire, spant hier eigenlijk iemand voor zijn kar die zijn familiegeschiedenis verwart met Vlaanderen anno 2021, en denkt dat politiek rechts een soort Francoregime voorbereidt en daartoe de vrije pers viseert. Dat is natuurlijk nonsens. We leven niét in de jaren 30, de antidemocratische krachten zitten vandaag aan de overkant van het politieke spectrum. Heel het woke-verhaal van revolutionaire gardes die op ons taalgebruik letten, sprekers aan de unief de mond willen snoeren en auteurs op de index willen zetten, is veel bedreigender dan een Dries Van Langenhove die binnen zijn jongensclub aangebrande grappen vertelt.

Soit, we zullen het erop houden dat elk medium zijn eigen koers kiest, maar stop vooral met het Pravda-verhaal, alsof Knack en tutti quanti Vlaanderen moeten redden van de onwetendheid. Er zullen altijd Zola’s zijn, wakkere enkelingen en durvers, maar voor elke Zola ook honderd piepende muizen à la Pauli en De Ceulaer. Wat ons ondertussen moet wakker houden is de manier hoe de islam naar onze samenleving en democratische instellingen kijkt: als iets decadents, niet compatibel met de ware leer, en gedoemd om met geweld omver geworpen te worden. Hoe moet de Vlaming zijn onrust tonen? Het Vlaams Belang is groot geworden omdat mensen zich zorgen maken over het functioneren van de rechtstaat, niet om die rechtstaat omver te werpen. Als je dan als journalist iemand een forum geeft die helemaal meegaat met het linkse negationisme, dan ‘lieg’ je wel niet, letterlijk, neen, sorry voor dat ondergravend scheldwoord, maar het scheelt niet veel.

Dat flou mengsel van selectieve blindheid, intellectuele kwade trouw en opportunisme, beste Bert, Walter en Joël, is het onderwerp van een bekend boek van Peter Sloterdijk, genaamd Kritiek van de cynische rede. Cynisme is inderdaad een woord dat beter de lading dekt als we het over de mainstream journalistiek hebben. Niets dan de waarheid, en als u dat niet gelooft maak ik u iets anders wijs, vrij naar Joseph Goebbels.

Johan Sanctorum (°1954) studeerde filosofie en kunstgeschiedenis aan de VUB. Achtereenvolgens docent filosofie, tijdschriftuitgever, theaterdramaturg, communicatieconsultant en auteur/columnist ontpopte hij zich tot een van de scherpste pennen in Vlaanderen en veel gevraagd lezinggever. Cultuur, politiek en media zijn de uitverkoren domeinen. Sanctorum schuwt de controverse niet. Humor, ironie en sarcasme zijn nooit ver weg.

Commentaren en reacties