JavaScript is required for this website to work.
post

De Vlaming wil geen onderwijshervorming

… maar moet ze misschien toch slikken

Harry De Paepe22/4/2014Leestijd 3 minuten

Woensdag 23 april 2014 wordt er een groot onderwijsdebat gevoerd tussen de Vlaamse partijvoorzitters in Brussel. Doorbraak geeft u alvast een inkijk in de partijstandpunten.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

‘De meeste mensen vinden dat het onderwijssysteem in het secundair best blijft zoals het is. Het idee om het verschil tussen technisch, beroeps en algemeen onderwijs af te schaffen in het eerste en tweede middelbaar bijvoorbeeld krijgt maar weinig steun (35 procent).’

Dit was te lezen in ‘Het Laatste Nieuws’ van dinsdag 22 april 2014. Het dagblad beschreef de opvallendste resultaten van de stemtest van de krant in samenwerking met VTM. Tussen vrijdag 18 april en maandag 21 april vulden zo’n 700 000 Vlamingen de test in.

Met de neus op de feiten

Nochtans toeterde minister van onderwijs Pascal Smet aan het begin van dit schooljaar dat ‘er meer leraars en ouders mee zijn dan men laat uitschijnen’ (De Standaard, 2 september 2013). Hij reageerde kort na een enquête dat Knack bekendmaakte op 20 augustus 2013. Daaruit bleek dat ruim 80% van de leerkrachten de hervorming van het secundair onderwijs niet steunt. Een meerderheid (59,5%) zag zelfs geen noodzaak tot hervormen. En de ouders in die bevraging? Die zegden met 65% ‘neen’ tegen de hervorming. De minister ‘geloofde er geen bal van’ in De Morgen (30 augustus 2013). ‘De Stem van Vlaanderen’ wijst hem nog eens fijntjes met de neus op de feiten.

Nu is de vraag: welke partijen houden rekening met zoveel bezorgdheid omtrent de gelaakte plannen (brede eerste graad) en welke partijen wensen sowieso het systeem te veranderen? We baseren ons enerzijds op de standpunten die de partijen kenbaar maakten op ‘Doe de Stemtest’ van de VRT en De Standaard en voor de ‘kleintjes’ gingen we zelf op zoek naar hun standpunt.

De tegenstanders

Open VLD verzet zich tegen de eenheidsworst en vindt dat leerlingen moeten kunnen kiezen om vanaf het begin een beroep te leren. De partij bepleit een samengaan van algemene en technische kennis.

Voor LDD vonden we vooral uitspraken van Vlaams parlementslid (en voorzitter van de commissie Onderwijs en Gelijke Kansen in dat parlement) Boudewijn Bouckaert terug. ‘Hoewel ik tevreden ben dat hiermee de radicale en nodeloos egaliserende hervormingsdrang van minister Smet afgeblokt is, vind ik het bijzonder pijnlijk dat we vandaag nog nergens staan in de noodzakelijke verbetering van het secundair onderwijs’, verklaarde de professor op 28 november 2013. ‘Ons secundair onderwijs moet dringend meer aansluiting krijgen met de belangrijke nieuwe ontwikkelingen binnen onze samenleving en met de vraag op de arbeidsmarkt. Een versterking van de lerarenopleiding en meer aandacht voor natuurwetenschappen en techniek in ons secundair onderwijs zijn cruciaal voor de instandhouding van onze welvaart en dus van ons welzijn.’

Het Vlaams Belang wijst op studies (welke studies wordt niet vermeld) die aantonen dat het groeperen van leerlingen naargelang het leerniveau en de interesse een beter leerresultaat oplevert dan de voorgestelde brede eerste graad, dat de partij duidelijk ongewenst vindt.

De argumentatie van de N-VA in het neen-kamp ten slotte luidt dat leerlingen zo snel mogelijk een begeleide studiekeuze moeten kunnen maken zodat ze ook snel de uitdaging of hulp krijgen die ze nodig hebben.

De voorstanders

SP.a steunt het beleid van haar minister. De partij vindt de studiekeuze op dit moment te vroeg waardoor te veel mislukking en uitval optreedt bij leerlingen. De socialisten willen werken aan een soepele overgang van het lager naar het secundair onderwijs met een brede oriënterende eerste graad.

Daar sluit Groen! zich volledig bij aan en hoopt dat leerlingen zo positieve keuzes kunnen maken. De partij gelooft in volledig autonome middenscholen om een zachte doorsteek van basisonderwijs naar secundair onderwijs te bewerkstelligen.

PVDA+ wil de ongelijkheid bekampen die momenteel in het onderwijs zou bestaan. De marxisten vinden het niet normaal dat kinderen zo vroeg al, op hun twaalfde, hun toekomst moeten bepalen. Volgens hen wordt de keuze immers sterk bepaald door de sociale achtergrond van de jongeren. ‘Voor een democratische onderwijshervorming die de sociale segregatie en ongelijkheid vermindert, kan het Finse onderwijssysteem ons inspireren. Daar volgen de leerlingen een grotendeels gemeenschappelijk curriculum tot de leeftijd van 16 jaar. Pas daarna kiest de leerling een studierichting die voorbereidt op hoger onderwijs of op een beroepskwalificatie’, klinkt het.

CD&V sluit het pro-kamp af. De partij van Kris Peeters wil in de eerste graad meer differentiatie en een meer correcte oriëntatie van leerlingen op weg naar de tweede graad. In de tweede en derde graad moet dan resoluut worden ingezet op een opleiding die de leerlingen klaarstoomt voor de onderwijsmarkt of het hoger onderwijs.

Wat na 25 mei?

De tegenstanders van de geplande hervormingen voelen zich gesterkt door een brede publieke opinie, maar de voorstanders geloven sterk in hun overtuiging. Je kan zelfs stellen dat dit een klassieke strijd tussen conservatieven (behouden huidige systeem) en progressieven (stucturen veranderen) is. Jan Modaal in Vlaanderen zit alleszins niet te wachten op een ideologische hervorming. Zoveel is duidelijk.

 

Foto © Reporters

Harry De Paepe (1981) is auteur en leraar. Hij heeft een grote passie voor geschiedenis en Engeland.

Commentaren en reacties