De Zuid-Afrikaanse politiek en xenofobie
Armen gevangen tussen Afrika-socialisme en etnisch populisme
Zuid-Afrikaans president Cyril Ramaphosa biedt te weinig weerwerk tegen de xenofobie die zijn land teistert.
foto © Reporters / Photoshot
Nooit eerder leidde het xenofobisch geweld in Zuid-Afrika tot zoveel reacties. Politici van allerlei pluimage proberen er munt uit te slaan.
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementXenofobisch geweld in Zuid-Afrika leidde nooit eerder tot zulke geschokte reacties als dit jaar. Het prestige van Zuid-Afrika als thuis voor alle Afrikanen loopt gevaar. Naar aanleiding van deze xenofobie proberen politici hun visie voor de toekomst van hun land uit te dragen.
Pan-Afrikaanse cognitieve dissonantie
Voor velen in het Zuid-Afrika van na de apartheid zijn deze gebeurtenissen moeilijk te plaatsen. Hoe kunnen zwarten hun mede-zwarten toch zo aanvallen? Geheel naar verwachting beging president Cyril Ramaphosa een ‘Merkeltje’ door zich enkel te richten op de weerstand tegen de massa-immigratie in plaats van verantwoordelijkheid te erkennen voor de oorzaak ervan en beterschap te beloven. In een reactie noemde hij het onacceptabel dat ‘Zuid-Afrikanen mensen uit andere landen niet verwelkomen’ en dat er ‘geen excuus kan zijn voor xenofobie of wat voor onverdraagzaamheid dan ook. […] Zuid-Afrika is een thuis voor allen.’
Inmiddels dringen in de media en in de politiek commentatoren aan op gebruik van het woord ‘afrofobie’ in plaats van xenofobie, als illustratie van hun cognitieve dissonantie. Zij zien Afrikanen als postkoloniale slachtoffers die sinds de jaren 1880 leven binnen kunstmatige, door blanke kapitalisten getrokken staatsgrenzen. Zij dienen solidair met elkaar te zijn en te streven naar één, bevrijd Afrika.
Dit pan-Afrikanisme verklaart waarom Zuid-Afrika al 25 jaar een ‘inheemse politiek’ voert: men wil mede-Afrikanen zo min mogelijk immigratiehindernissen opwerpen. Zuid-Afrika is een rijk land, en het kan toch niet zo zijn dat het grenst aan landen met zoveel arme mensen terwijl het zelf de vinger op de knip houdt. Dit ruimhartige toelatingsbeleid mist echter steeds die volgende stap: inzetten op integratie, werkgelegenheid en huisvesting, ja zelfs naturalisatie. Vele van deze mede-Afrikanen leven in de illegaliteit en belanden in de misdaad. Pas in april van dit jaar heeft de regering aangekondigd écht werk te zullen maken van de integratie.
Weerbarstige realiteit
Aan dit soort verheven Afrika-socialistische idealen heeft de haveloze Zuid-Afrikaanse burger echter niets. Maar liefst 30% van de bevolking is werkloos, onder jongeren is dat meer dan 50%, en deze cijfers blijven stijgen. In hun dagelijkse strijd om overleving verwachten de armen dat de overheid eerst naar hen omziet en hen uit hun benarde situatie bevrijdt.
Niet elke politicus deelt deze vorm van Afrika-prestige. Vlak voordat de rellen uitbraken sprak de Johannesburgse burgemeester Herman Mashaba (Demokratiese Alliansie) over buitenlanders dat zij, legaal of illegaal, ‘niet de verantwoordelijkheid zijn van de stad’ en dat de stad ‘enkel en alleen aan Zuid-Afrikanen onderdak zal verschaffen’. Vervolgens gaf hij – onterecht, overigens – vooral de buitenlanders de schuld voor de gijzeling van gebouwen (de overname van complete flatgebouwen door criminele ‘huisbazen’ die de bewoners uitpersen) en wil ze desnoods met geweld eruit werken om deze ‘rotting’ van illegalen te stoppen. Linkse opiniemakers verwijten Mashaba nu ‘xenofobisch populisme’.
Antiblanke wraakfantasieën
Zorgwekkend zijn de populisten die niet het geweld willen voorkomen, maar enkel het doelwit ervan willen verzetten. Opgewarmd door het etnisch geweld zien zij hun kans schoon om electorale winst te verwerven door hun wraakfantasieën ten aanzien van blanken de vrije loop te laten. Gevraagd om commentaar te leveren op de aanvallen op buitenlanders verklaarde Andile Mngxitama, politiek leider van de politieke partij Black First Land First: ‘Er komt een dag dat wij ons tegen blanken zullen keren. Let maar op’. Aangezien volgens hem de blanken door hun weelde verantwoordelijk zijn voor de zwarte misère, voorziet hij de dag dat de telkens terugkerende rellen zullen overslaan naar de blanke gemeenschappen: ‘De huidige apocalyptische straattonelen (…) zijn slechts een generale repetitie van wat blank Zuid-Afrika mogelijk te wachten staat’, aldus Mngxitama, vol verwachting, in de krant The Citizen.
En vol gekrenkte pan-Afrikaanse pathos drukte Ace Magashule, de secretaris-generaal van regeringspartij ANC, studenten in Pretoria op het hart dat zij moeten beseffen dan zij Afrikanen in Afrika zijn: ‘Veracht nooit de mensen die dezelfde huidskleur hebben [als] wij. Er zijn vele anderen met een wittige kleur. Jullie kennen die niet, maar ze zijn er en jullie weten niet of ze ke le kwerekwere (scheldwoord voor vreemdelingen). Zij zijn nooit aangevallen omdat ze zogenaamde buitenlanders zijn, maar omdat zij blank zijn,’ zei Magashule onder luid gejuich. Een reactie van ANC-president Ramaphosa hierop bleef uit. ‘Kennelijk verwoordt deze uitlating het ANC-standpunt inzake de xenofobische geweldcrisis’, aldus de burgerrechtenorganisatie Afriforum, die tegen Magashule gerechtelijke stappen wil ondernemen.
Duister en ongewis
Zo wordt in Zuid-Afrika het leefklimaat steeds benauwder en de toekomst steeds ongewisser. De politici lijken niet van zins de open grenzen te sluiten, terwijl de armoede blijft toenemen. Of het door afgunst en wrok ingegeven geweld zal overslaan naar de blanke gemeenschappen is een kwestie van speculatie, maar politici, links of extreemlinks, proberen de wanhoop van de intolerante armen aan te wenden voor hun eigen gewin, zonder hen echt op weg te helpen.
Categorieën |
---|
Tags |
---|
Marcel Bas ('s-Gravenhage, 1970): is een taalkundige van opleiding en een vertaler met een bijzondere belangstelling voor Zuid-Afrika en Oost-Europa. Hij schreef voor diverse maatschappelijk-culturele tijdschriften.
Het ANC kan voor het eerst in 30 jaar zijn parlementaire meerderheid verliezen. Zal het een coalitie vormen, of maakt de oppositie kans?
‘Afgrond’ verhaalt de waargebeurde verhouding tussen Venetia Stanley en de veel oudere Britse premier Henry Asquith, die leidde tot een kabinetscrisis.