Denis Healey, de grootvader van New Labour, is niet meer
Tony Blair het kind van Thatcher en Reagan. Nee, niet helemaal.
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementTijdens het Radio 1-programma ‘Interne Keuken‘ besprak de Belgo-Britse komiek Nigel Williams het nieuwe boek van Owen Jones ‘The Establishment’. Het toeval – denk ik – wilde dat ik een week ervoor zelf te gast was bij Sven Speybroek en Koen Fillet om er te spreken over het kinderboek ‘Mary Poppins’ en over de specifieke aandoening waaraan ik lijd: ‘anglomanie’. Op de site van ‘Interne Keuken’ stond naar aanleiding van Williams’ bezoek: ‘Vorige week kwam Harry De Paepe de anglofiele loftrompet steken.’ Nou, dat is flatterend. Maar wat verder: ‘Deze week komt Nigel Williams. Hij weet beter. Hij is namelijk van Engeland, hij kent de realiteit.’ Nou moe. Goed, ik heb al kokend, terwijl ik aan het koken was bedoel ik, met interesse geluisterd naar alweer een leuke aflevering van dit uit-de-band-springende programma. Nigel Williams was, als immer, bevlogen. En toen noemde hij Tony Blair het kind van Margaret Thatcher en Ronald Reagan. Ik liet mijn Spotted Dick even met rust – voor alle duidelijkheid, dat is een nagerecht – en schudde het hoofd.
Het leek wel of het lot echt meespeelde. Zaterdagavond werd bekend dat Denis Healey op 98-jarige leeftijd was overleden. Healey, een ouwe ‘grote’ Labourman die nog voor Thatcher het rechtse licht zag het Thatcherisme introduceerde in zijn land.
De man met de legendarische wenkbrauwen was van eenvoudige afkomst en kon door zijn intellect opklimmen in de Britse standenmaatschappij. Zoals vele anderen van zijn generatie beheerste hij de Engelse taal subliem. Tijdens zijn jeugdjaren was hij lid van de Britse communisten en bleef dat tot aan het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog. Hij verdiende ruimschoots zijn sporen in het leger tijdens de grote wereldbrand. Healey wordt wel eens ’the best prime minister we never had’ genoemd en zwoer bij ‘when in doubt, do the right thing’. Dat deed hij ook. Eerst als Defensieminister in de jaren zestig toen hij, tegen het instinct van zijn partij in, trouw bleef aan het Britse NAVO-lidmaatschap en daarbij de nauwe vriendschap met de Amerikanen aanhield. Ook zette hij als minister het mes in het militaire budget, wat vooral de conservatieven boos maakte.
Healey was eind jaren zestig er al van overtuigd dat het land boven zijn stand leefde. Margaret Thatcher werd intussen in 1970 voor vier jaar minister van Onderwijs, onder Edward Heath. Labour was naar de oppositiebanken gestuurd. Zowat het enige wat van Thatchers verwezenlijkingen als Onderwijsminister – en dat zijn er niet veel – is overgebleven is haar afschaffing van de gratis schoolmelk. ‘Thatcher the milksnatcher’, melkdief was de naam die ze toen kreeg. Die paste wel bij haar imago als latere premier, maar die beslissing had ze genomen omdat vooral anderen het wilden. Als minister van onderwijs was ze verder een klassieke ‘big spender’.
De ‘rechtse’ revolutie die Thatcher later zou voorstaan, werd halfweg de jaren zeventig ingezet door links. Het gezicht daarvan was de vroegere communist Denis Healey. Toen hij minister van Financiën werd in 1974, was het land virtueel failliet. Aanvankelijk probeerde hij de boel met de hulp van de vakbonden te beredderen en hij dreigde hij met het invoeren van onder meer een rijkentaks van meer dan 75 procent. Recht voor de raap als hij was, waarschuwde hij de juichende socialistische achterban dat ook zij extra belastingen zouden moeten betalen. Zijn beloofde rijkentaks kwam er niet. Onder druk van het IMF startte hij, na een miljardenlening, een ongeëvenaard besparingsbeleid. De chaos van de grote stakingen trof het eiland, en in 1979 won een tot rechts bekeerde Margaret Thatcher overtuigend de verkiezingen.
Healey werd nu het boegbeeld van de rechtsere Labourfractie, in een linkser geworden Labour. En hoewel hij nooit partijvoorzitter werd, versloeg hij nipt de linkse voorman Tony Benn tijdens een race naar het vicevoorzitterschap van Labour in 1981. Ondanks zijn gevatheid en zijn intellect kon Denis Healey geen druk uitoefenen op de conservatieve regeringen waar hij zich tegen verzette. Integendeel, in 1987 was hij zo onhandig om vanuit Moskou te zeggen dat het Kremlin ‘bad’ voor een Labouroverwinning dat jaar. De Tories juichten om zoveel ‘collateral damage’ voor de tegenpartij.
Zijn belangrijkste bijdrage was in 1994 toen hij na het onverwachte overlijden van de Labourvoorzitter John Smith zijn steun gaf aan Tony Blair als nieuwe leider. Dat was tegen de zin de linkerzijde. Tony Benn moest niets hebben van Blair en zijn bende. Gordon Brown, Blairs Financiënminister en later ook premier, was lid van die bende en hij genoot steevast de steun en bewondering van Healey. Blair stelde gaandeweg Healey meer en meer teleur. Toen men hem vroeg wat hij van Blairs argumentatie voor het starten van de Irakoorlog vond, antwoordde hij kort en krachtig: ‘Shit.’ Gordon Brown bleef wel zijn goedkeuring wegdragen. In zijn laatste jaren sprak hij zich vooral uit tegen de Europese Unie.
Vandaag botsen de recepten van Healey, Blair en Brown op een heropleving van de vleugel van Tony Benn zaliger. Die vleugel wordt aangevoerd door de nieuwe partijvoorzitter Jeremy Corbyn.
Margaret Thatcher mag Tony Blair dan wel politiek hebben gebaard, het was zeker en vast wijlen Denis Healey die de Labourschoot vruchtbaar maakte voor de ruk naar rechts in de jaren negentig. Tony Blair, Gordon Brown en het hele verhaal van de Derde Weg zijn gewoon kinderen van Labour zelf.
Foto: (c) Reporters
Harry De Paepe bezit een grote passie voor geschiedenis en Engeland. Hij is de auteur van verschillende boeken.
Jelle Dehaen vertelt aan Doorbraak TV op een boeiende manier over zijn boek ‘De terreur van het optimisme’.
‘Het bloed dat vloeit kleeft aan de handen van Hamas’, zegt de Israëlische ambassadeur in België. Maar hoe moet het verder? Een gesprek.