JavaScript is required for this website to work.
post

Denker als wit konijn

Dirk Rochtus19/6/2014Leestijd 2 minuten

  Twee partijleiders schuiven een gemeenschappelijke kandidaat voor een belangrijk staatsambt naar voren. Een stille denker, geen publieksfiguur. Gebeurt dit in België? Nee, in Turkije.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

In augustus kiest de Turkse bevolking een nieuwe president. Als zetelend premier Tayyip Erdoğan van de conservatieve Partij voor Gerechtigheid en Ontwikkeling (AKP) zijn kans wil wagen, dan moet hij snel zijn. Op 28 juni begint immers de ramadan en om dan nog belangrijke politieke beslissingen te nemen, dat is niet zo gebruikelijk. De oppositie heeft niet zo lang gewacht. De seculiere, sociaaldemocratisch getinte Republikeinse Volkspartij (CHP) en de ultranationalistische MHP, of beter gezegd, de voorzitters van die twee partijen, hebben een gemeenschappelijke kandidaat aangeduid zonder op het fiat van de achterban te wachten.

Omstreden

De 71-jarige Ekmeleddin İhsanoğlu neemt de handschoen op tegen Erdoğan, de gedoodverfde kandidaat van de AKP. Een groter contrast is amper mogelijk. Erdoğan is de alomtegenwoordige en opvliegende premier, İhsanoğlu de stille denker, de intellectueel die zo goed als onbekend is bij het grote publiek. İhsanoğlu was professor voor wetenschapsgeschiedenis tot hij in 2004 als eerste Turk aan het hoofd kwam te staan van de Organisatie van de Islamitische Coöperatie (OIC) en die dat bleef tot 2013. De OIC telt 56 lidstaten met een overwegend islamitische bevolking. Onomstreden is ze niet. Artikel 10 van haar Verklaring van Cairo verbiedt het beoefenen van of het bekeren tot een andere godsdienst dan de islam, de artikelen 19 en 22 hebben het over de bestraffing van afvalligen.

Hoofddoek

İhsanoğlu schijnt een ietwat liberalere wind door de organisatie te hebben laten waaien. Zo zou hij de begrippen ‘good governance’ en ‘democratie’ in het charter van de OIC hebben laten opnemen en zich hebben ingezet voor de rechten van vrouwen en kinderen. Sprekend is dat regeringsgezinde Turkse kranten er aanstoot aan nemen dat de echtgenote van İhsanoğlu geen hoofddoek draagt. Oppositionele media zijn dan op hun beurt wantrouwig tegenover de ‘Ottomaanse kandidaat’ omdat hij als Turk in het Egyptische Cairo is geboren en Arabisch even vloeiend spreekt als Turks. Omwille van deze achtergrond, en ook omwille van zijn werken als gewezen secretaris-generaal van de OIC, zou de CHP volgens een commentator van het seculiere dagblad Hürriyet aanvaarden dat Turkije een ‘islamitisch-conservatief land’ is. De pro-Koerdische partijen BDP en HDP zijn niet zinnens İhsanoğlu te steunen. Hij is immers ook de kandidaat van de MHP, de partij van de radicale staatsnationalisten die elke verzuchting naar Koerdische autonomie in de kiem willen smoren. Waarschijnlijk zullen de Turkse Koerden met een eigen kandidaat aan komen draven.

‘Elitair’

Het pleit voor de toppolitici van de CHP en de MHP dat ze hun oog hebben laten vallen op iemand met een groot ‘wetenschappelijk renommee’, een intellectueel die vanuit zijn denken heeft geprobeerd politiek te werken (als diplomaat). Al te vaak toveren politici een wit konijn uit hun hoed dat behalve bekendheid bij het grote publiek weinig te bieden heeft. Maar natuurlijk duikt er dan weer kritiek op, als zou İhsanoğlu te ‘elitair’ zijn. Of de tegenkandidaat nu elitair is of niet, bekend of minder bekend, veel kans maakt hij sowieso niet tegen Erdoğan. Die blijft populair ondanks alle incidenten die het afgelopen jaar zijn imago hebben ingedeukt. Maar alleen al de contrastwerking tussen beide kandidaten onderstreept het belang dat de beslissing van de twee belangrijkste oppositiepartijen toekomt.

Foto (c) Reporters

Dirk Rochtus (1961) is hoofddocent internationale politiek en Duitse geschiedenis aan de KU Leuven/Campus Antwerpen. Hij is voorzitter van het Archief en Documentatiecentrum voor het Vlaams-nationalisme (ADVN). Zijn onderzoek gaat vooral over Duitsland, Turkije, en vraagstukken van nationalisme.

Commentaren en reacties