JavaScript is required for this website to work.
Europa

Derk Jan Eppink: Nederbelg naar New York

Dirk Rochtus6/11/2013Leestijd 2 minuten

De bekendste Nederlander in Vlaanderen gaat ons verlaten. Derk Jan Eppink (°1958) volgt zijn echtgenote, vertaalster bij de Verenigde Naties, naar New York. Vele Vlamingen zullen hem missen, want recht voor de raap was hij wel, die Nederbelg zoals hij zichzelf noemde.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Het leven in Vlaanderen, in bibberland België, had Derk Jan Eppink uit Gelderland er niet gedweeër op gemaakt. Integendeel, met zijn scherpe tong sprak Eppink vele Vlamingen uit het hart, zei hij wat ze zelf niet durfden zeggen. Zijn voordeel was natuurlijk wel dat hij als buitenlander én dus als buitenstaander meer kon en meer mocht. Een Vlaming die even ongezouten zou spreken, mag zich aan pek en veren verwachten in het land van de gestroomlijnde meningen.

Eppink was een unieke verschijning in Vlaanderen. Nadat hij als assistent bij het Europese Parlement (EP) en als correspondent bij NRC Handelsblad had gewerkt, ging hij in 1995 aan de slag bij De Standaard. De verschillen in politieke cultuur tussen Vlaanderen en Nederland frappeerden hem zodanig dat hij er wel lucht aan moest geven in Vreemde buren (1998). Het boek maakte hem op slag beroemd in Vlaamse middens. Eppink was een veel gevraagd causeur bij talloze verenigingen en serviceclubs. Ook de politiek wierp een begerig oog op een man die zo’n originele kijk op de wereld had en die haar dan ook nog zo welbespraakt kon uitdragen. De N-VA polste of hij op haar lijst voor de Vlaamse verkiezingen van juni 2004 wilde staan. Eppink bedankte voor het aanbod. Erop ingaan zou hebben betekend dat hij de ‘snelbelgwet’ had moeten ondergaan. Minder praktische problemen leverde de vraag van Jean-Marie Dedecker op om in 2009 op de Europese lijst van diens partij, de LDD, te gaan staan. Dat kon perfect voor Eppink als buitenlander en als Europeaan. Europa was nu eenmaal ook zijn ding.

Van 1999 tot 2007 had Eppink achtereenvolgens voor de Europese commissarissen Frits Bolkestein (Interne Markt) en Siim Kallas, vicevoorzitter van de Europese Commissie, gewerkt. Hij zag wel wat in Dedecker over wiens ‘verstandig rechtse’ inzichten hij oordeelde: ‘Niets is krachtiger dan een idee waarvan de tijd is aangebroken.’ Bovendien gaf Dedecker hem de nodige ruimte om zijn eigen ideeën verder uit te werken in het Europese verkiezingsprogramma. Eppink is kritisch over de Europese Unie, maar hem daarom tot vijand van Europa bestempelen zou van intellectuele lafheid getuigen. Hij heeft er nooit enige twijfel over laten bestaan dat het Europese eenwordingsproces ‘het beste [is] dat Europa ooit is overkomen.’ Maar hij heeft genoeg gezien en gehoord om niet als ‘eurorealist’ te gaan voor een Europa dat ‘nood aan meer ondernemingslust, transparantie, democratie en realiteitszin’ heeft, zoals hij in het essay De eurorealisten komen! (Pelckmans 2009) schreef. De topambtenaren van de Commissie willen meer Europa ten koste van de natie en beseffen niet dat hoe groter Europa wordt, ‘hoe groter de behoefte aan een eigen identiteit’ opflakkert bij de burgers. Maar voor die ‘Europese mandarijnen’, zoals Eppink ze noemt in een ander boek met die titel, was het kiespubliek nooit een realiteit. De Europese leiders verwijt hij bovendien de eigen, in het christendom gewortelde identiteit van Europa niet te willen erkennen. Deze ‘culturele capitulatie’ zou op middellange termijn wel eens de grootste bedreiging voor Europa kunnen vormen.

Toen Eppink zich nog als ambtenaar van de Commissie kritisch uitliet over de EU in een wekelijkse column voor De Standaard, wekte dat de toorn van toenmalig premier Guy Verhofstadt op. Later greep Eppink, ook als Europees parlementslid, weer de pen om zijn vlijmscherpe, maar niet van ironie gespeende gedachten te ventileren in columns voor bijvoorbeeld Trends en de Volkskrant. Zijn levenslange ervaringen met zowel België als Europa hadden hem alvast dit geleerd over de Europese economie: ‘Duitsland is Vlaanderen en Zuid-Europa is Wallonië.’ Ook vanuit het verre New York zullen we nog van Eppink horen.

Dirk Rochtus (1961) is hoofddocent internationale politiek en Duitse geschiedenis aan de KU Leuven/Campus Antwerpen. Hij is voorzitter van het Archief en Documentatiecentrum voor het Vlaams-nationalisme (ADVN). Zijn onderzoek gaat vooral over Duitsland, Turkije, en vraagstukken van nationalisme.

Commentaren en reacties