JavaScript is required for this website to work.
post

Digitaal onderwijs stimuleert poco denken

Rob Lemeire1/5/2020Leestijd 4 minuten
Digitaal leren, stilaan een gewoonte in deze coronatijden

Digitaal leren, stilaan een gewoonte in deze coronatijden

foto © Reporters / DPA

De lockdown brengt je kind nog meer in aanraking met digitaal onderwijs dan vroeger. Let op, want de politieke correctheid tiert daar welig.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

De coronalockdown brengt de digitale school terecht weer in volle aandacht. Digitaal leren was al veel langer de natte droom van politiek correcte pedagogen. Digitale schoolplatformen zijn vaak een toonbeeld van politieke correctheid en zetten meer aan tot gedachteloos spelen dan tot spelend denken. Verantwoordelijke ouders laten het daar best niet bij, en helpen hun kinderen het poco-denken van zich af te schudden.

Digitaal werkt poco-verslaving in de hand

Tijdens de lockdown vormen digitale middelen uiteraard een noodzakelijke hulp voor leraars. Omdat de situatie niet goed is voorbereid, zal het onvermijdelijk niet probleemloos verlopen. Toch blijft het noodzakelijk extra kritisch te blijven tegenover het digitale materiaal, te veel schermtijd vormt ook wel een gevaar voor de ontwikkeling van kinderen. Zelfs de overbekende softwareontwikkelaars Bill Gates en Steve Jobs beperkten sterk de toegang van hun kinderen tot IT – onder meer vanwege de verslavende werking ervan.

Los van het probleem van verslaving lijkt het me evengoed noodzakelijk voor bewuste ouders om het lesprogramma voor hun kinderen in het oog te houden, en waar nodig bij te sturen. Dat stelde ik al op Doorbraak in ‘Corona: hoe je lockdown-tijd goed besteden?’ Overigens wil ik geen sfeer van wantrouwen creëren naar de leraars toe – die doen meestal hard hun best. Wel wil ik meer aandacht naar wat kinderen over de wereld leren. Dat laat je best niet enkel over aan leraars en lesprogramma’s. Vandaar ook dat je, zelfs als je niet akkoord gaat met het politiek correcte lessenpakket van je kinderen, je beter concentreert op je kinderen en tegelijk conflicten met de school vermijdt. Leer je kind bijvoorbeeld op school discreet te zijn met niet-poco opinies.

Spelen of leren op het digitaal oefenplatform?

Mijn oudste dochter moest niet wachten op de coronacrisis om met nieuwe digitale leermethoden in aanraking te komen. De meest in het oog springende zijn de zogenaamd digitale oefenplatformen. In haar school zowel Bingel als Scoodleplay – de naamkeuzes alleen al geven goed aan uit welke hoek de wind komt. Zowel Bingel als Scoodleplay draaien rond een avatar, die de kinderen kunnen kleden en andere attributen geven. Kinderen – zeker meisjes – zijn al snel geneigd om deze avatar het belangrijkste element te vinden van het hele gebeuren. Aangezien ze dit ook op school spelen, is het hun belangrijkste vergelijkingspunt: welke avatar hebben ze gekozen, hoe kleden ze die, welke attributen zochten ze uit, enzovoort.

Ook het ‘serieuzere’ leergedeelte zelf roept vragen op. Soms is niet duidelijk wat er verwacht werd. Vaak is het moeilijk voor het kind om te begrijpen wat er van hem verwacht wordt – dat zijn kinderziektes. Ernstiger lijkt me dat zowel qua vorm als inhoud de stof ‘op maat van het kind’ is gesneden. Kortom, de kinderen kunnen er wel eens de indruk krijgen dat leren en leven gewoon een (kinder)spel is – terwijl een echte opleiding hen zou moeten leren dat er een enigszins mysterieuze, diepzinnige, weidse volwassen wereld is.

Educatieve en minder educatieve filmpjes

Via de leerplatforms klikt mijn dochter door naar educatieve filmpjes – vaak van Nederlandse sites. Daar komt ze ook in aanraking met voorgekauwde politieke correctheid. Neem nu de geschiedenis over kruistochten op schooltv.nl. Daar lees ik: ‘Op een grote vergadering zei [de Paus]: moslims hebben de heilige stad Jeruzalem veroverd. Er worden christenen gemarteld en gedood; mannen, vrouwen, kinderen, ja zelfs baby’s. Dat was niet waar, maar de paus sprak het woord van God.’ Jeruzalem en omgeving was toen wel degelijk het toneel van heel wat bloedvergieten, bijvoorbeeld tijdens de verovering ervan door de Seldsjoek Atsiz ibn Uwaq in 1077. Lees er Rodney Starks God’s Battalions- the case for the crusades  maar op na, waar wel nog heel wat andere voorbeelden van martelingen en moord aan bod komen.

Maar uiteraard willen kinderen niet enkel leren op internet. Mijn dochter leerde me het liedje ‘Mi mi mi’ kennen, via de populaire ‘just dance’-filmpjes die ze op school leerde kennen en waarop zij en haar vriendinnen de danspasjes instuderen. Als ik naar de tekst luister hoop ik dat de hippe zangeresjes het niet helemaal serieus bedoelen: ‘Mimimi Sexy me, Mimimimimimimi, Mimimi only mimi […] I am so super pupper drupper […] I am so cool with my awesome big tits’. Waarbij ‘mimi’ natuurlijk staat voor ‘me me’. Ik vrees echter dat dergelijke ironie te hoog (of te laag?) gegrepen is voor achtjarigen.

Pedagogisch correct leren

De lockdown kwam er plots en door de snelle overschakeling naar de digitale school hebben leraars de neiging maximaal gebruik te maken van bestaand digitaal materiaal. Dat kan je hen uiteraard niet kwalijk nemen. Het resulteert wel in voorgekauwde eenheidsworst, uitgaande van ronkende nieuwe poco-trends die een schending zijn van het gezond verstand. De gedachte dat je leerstof naar de leefwereld van het kind moet brengen is er de overheersende gedachte.

De kritiek hierop van onderwijspsycholoog Wim Van den Broeck treed ik volmondig bij:

‘En iedereen blijft ze maar herhalen, zelfs Lieven Boeve, topman van het katholiek onderwijs, deze week nog in Terzake: dat het welbevinden van kinderen een noodzakelijke voorwaarde is om goed te kunnen leren. En dat is niet juist, dat is in strijd met een kern­inzicht uit de psychologie: de cognitieve behoefte staat op zich, los van welbevinden. Natuurlijk wil iedereen, ook ik, dat kinderen zich goed voelen in de klas. Maar het idee dat welzijn nodig is om te kunnen leren, klopt niet.’

Spelen en leren samen mag. Een focus op spelenderwijze leren, waarbij de leerstof enkel maar naar de leefwereld van het kind wordt getrokken, is echter nefast. Schoolnetten gingen al voor de lockdown op dit dwaalspoor, maar nu zal dit, als we niet opletten, enkel nog verergeren. Zelfs als scholen uiteraard nog altijd heel wat te bieden hebben – ik wil niet overdramatiseren.

Pleidooi voor actief ouderschap

Maar wat kan jij als vader of moeder daaraan doen? Je laat je kinderen best niet aan hun lot over, in de meedogenloze maar zachte handen van de politieke correctheid. Onderwijs is te belangrijk om volledig aan de school over te laten, zelfs al was er geen greintje politieke correctheid in te bespeuren. Het is daarom jullie kerntaak als ouders om je bezig te houden met je kinderen en uit te leggen wat je echt belangrijk vindt. Je kan boeken voorlezen die jij interessant vindt, je kan jouw mening vertellen over de onderwerpen die op school worden gegeven – zeker als die verschillen.

Ik betreurde al eens de teloorgang van het echt belangrijke in ‘Politiek correcte sprookjes beroven kinderen van het echte leven’. Vandaag besluit ik met iets gelijkaardigs: digitale school kan nuttig zijn, maar een politiek correcte digitale school berooft kinderen van hun toekomst.

Rob Lemeire (1973) is getrouwd en heeft twee dochters. Hij is de auteur van het boek ’12 regels voor opvoeden met autoriteit’. Hij is ingenieur en schrijft over opvoeding, cultuur, klimaat, voeding en het sociale weefsel.

Commentaren en reacties