JavaScript is required for this website to work.
RELIGIE

Forum

Rationeel geloven in God

Rob Lemeire werd van rabiaat atheïst een belijdend katholiek. Wat deed hem van gedachte veranderen?

Rob Lemeire (1973) is getrouwd en heeft twee dochters. Hij is de auteur van het boek ’12 regels voor opvoeden met autoriteit’. Hij is ingenieur en schrijft over opvoeding, cultuur, klimaat, voeding en het sociale weefsel.

31/3/2024Leestijd 3 minuten
Kruisbeeld.

Kruisbeeld.

foto © PxHere

Rob Lemeire werd van rabiaat atheïst een belijdend katholiek. Wat deed hem van gedachte veranderen?

‘Geloven in God is onwetenschappelijk, irrationeel en ronduit belachelijk’, zo dacht ik vroeger. Pasen – de herrijzenis van Jezus – geeft ons de gelegenheid er over na te denken. Zeker met de nieuwe golf van interesse in God, zoals bij Jordan Peterson, Marnix Peeters, Nick Cave, Christophe Vekeman, Kristien Hemmerechts en de ex-moslima Ayaan Hirsi Ali.

Als radicaal atheïste werd deze laatste overigens christen toen ze besefte dat de christelijke God – in tegenstelling tot andere godsbeelden – liefde en beschaving betekent. Het boek The Surprising Rebirth of Belief in God van Justin Brierly bespreekt die nieuwe, wereldwijde christelijke golf.

Godsgeloof blijft ook atheïsten boeien. Ex-katholiek Siegfried Bracke heeft zijn boosheid op de Kerk, die hij als zeventienjarige tijdens de godsdienstles had opgelopen, ondertussen achter zich gelaten. Opmerkelijk is het hoge aandeel van christenen in de commentaarsectie op zijn getuigenis in Doorbraak: zijn er nog veel stille christenen in Vlaanderen?

Van atheïst tot christen

Als jongeling was ik overtuigd atheïst. Mijn kennis van religie was beperkt tot wat ik van andere atheïsten hoorde. Dat veranderde toen ik in aanraking kwam met christelijke en ‘christen-vriendelijke’ auteurs. Met stijgende verbazing las ik de zinnige dingen die ze schreven, eerst over het nut van religie, nadien ook over God zelf. Dat spoor ben ik blijven volgen, tot ik de knoop doorhakte en besloot als christen door het leven te gaan.

Tijdens een discussie onlangs met mijn atheïstische vader, glimlachte ik toen hij toegaf weinig te weten over wat christenen echt denken, buiten wat hij tijdens de godsdienstles zag (weer die godsdienstles): de eerlijkheid siert hem! Dat was voor mij een openbaring: hij kent de Bijbel dan wel door en door, maar was toch niet de grote kenner van het christendom waarvoor ik hem al die tijd hield. Dat is zo bij wel meer atheïsten.

Big Bang

Maar wat heeft me dan overtuigd? Gek genoeg speelden wetenschappelijke argumenten – waarvan atheïsten al te makkelijk denken dat die hun altijd in de kaart spelen – hier een rol. De Belgische priester-wetenschapper George Lemaître opperde in 1931 de eerste oerknaltheorie over het ontstaan van het heelal. De atheïstische astronoom Fred Hoyle noemde haar spottend ‘de Big Bang-theorie’ – omdat dat een schepper buiten tijd en ruimte impliceert: uit niets kan onmogelijk iets ontstaan. Hij vond dat Lemaître religie in de wetenschap wilde stoppen en bleef er tot aan zijn dood tegen.

Nog altijd formuleren atheïstische wetenschappers complexe, hoog speculatieve alternatieven om de goddelijke creatie-uit-het-niets te omzeilen

Ondertussen is de oerknaltheorie een van de sterkhouders in de moderne fysica. Nog altijd formuleren atheïstische wetenschappers complexe, hoog speculatieve alternatieven om de goddelijke creatie-uit-het-niets te omzeilen, zoals een multiversum waaruit ons universum voortkwam. Maar hoe kan een multiversum bewezen worden en hoe ontstond dat uit zichzelf? Mij overtuigt het alvast niet.

Morele en liefhebbende God

Kort overloop ik nog enkele redenen, die me toen deden twijfelen. Vrije wil is volgens veel atheïsten een illusie. Inderdaad, die valt moeilijk te verklaren met louter blinde, materialistische natuurwetten. Maar de kwestie is als een slang die in eigen staart bijt: als vrije wil niet bestaat, hebben ook atheïsten die niet, en verliezen al hun beweringen aan waarde. Anders gezegd: als hun bewering waar is, heeft het geen zin die te opperen en zwijgen ze (en iedereen) net zo goed. Hm…

Ik geloof vandaag ook in een objectieve moraliteit: bepaalde daden zijn nu eenmaal intrinsiek slecht. Atheïsten verklaren moraliteit met natuurlijke, neodarwinistische evolutie. Dat vind ik weinig overtuigend: als de evolutie een beetje een andere richting uitging, zou egoïsme dan plots moreel zijn? Objectieve moraliteit kan je enkel gronden in iets groters.

We zijn geen robotten

De christelijke interpretaties van creatie, vrije wil, moraliteit en ook liefde komen overigens binnen de christelijke godshypothese mooi samen: God gaf uit liefde vrije wil, anders zou leven een gevangenis zijn. God bracht ons vrije wil, ook vrije wil om Hem te haten en om elkaar kwaad te doen (anders is het geen vrije wil meer). Maar omdat louter vrije wil richtingloos is, bracht God ook moraliteit: moraliteit is dan een handleiding om betekenis, vervulling en liefde te vinden in het leven. Alles klikt goed samen.

Kortom, we zijn meer dan robotten die reageren op prikkels. God creëerde het universum en voorzag ons daarin van vrije wil. God creëerde ons met liefde, zodat we ook in staat zijn tot liefde: Deus caritas est. Dat is een geruststelling voor gelovigen en verklaart hun grote psychologische weerbaarheid voor tegenspoed.

Geloven in God

Na mijn bekering verklaarden sommige kennissen me gek of goedgelovig. Maar de godshypothese heeft zeggingskracht. Ze kan uiteenlopende zaken verklaren: van het ontstaan van het universum tot onze vrije wil.

Jan Van der Veken, prof filosofie (KUL) en priester, zou hebben gezegd: ‘God bewijzen kan niet, maar wel de stap naar het geloof of religie, die is rationeel te funderen.’ Door rationeel over de wereld en het leven na te denken, ben ik tot God gekomen. Of kwam God tot mij?

Rob Lemeire (1973) is getrouwd en heeft twee dochters. Hij is de auteur van het boek ’12 regels voor opvoeden met autoriteit’. Hij is ingenieur en schrijft over opvoeding, cultuur, klimaat, voeding en het sociale weefsel.

Commentaren en reacties