JavaScript is required for this website to work.
ECONOMIE

Forum

Leugens in de supermarkt

Supermarkten schreeuwen het uit hoe goedkoop en lekker hun producten zijn. Tegelijk verdwijnen aanspreekbare slagers, bakkers en boeren razendsnel. En stijgen de gezondheidskosten.

Rob Lemeire (1973) is getrouwd en heeft twee dochters. Hij is de auteur van het boek ’12 regels voor opvoeden met autoriteit’. Hij is ingenieur en schrijft over opvoeding, cultuur, klimaat, voeding en het sociale weefsel.

20/9/2024Leestijd 3 minuten

foto © Belga Image

Supermarkten schreeuwen het uit hoe goedkoop en lekker hun producten zijn. Tegelijk verdwijnen aanspreekbare slagers, bakkers en boeren razendsnel. En stijgen de gezondheidskosten.

Voeding is nooit zo goedkoop geweest, komt meer en meer uit de supermarkt en ziet er minder en minder uit zoals honderd jaar geleden. Ondertussen woekeren wel allerlei moderne ziekten. Zou er een verband zijn?

Epidemiologisch onderzoek brengt ultrabewerkte voeding in verband met onder andere obesitas, diabetes, hart- en vaatziekten en sommige kankers. Ook het vervangen van dierlijk vet door koolhydraten of plantaardige olie is waarschijnlijk geen goed idee. Net dat soort spotgoedkope industriële voeding vormt volgens Sciensano ongeveer 64% van het supermarktaanbod.

Bij de slager

Onlangs sprak mijn beenhouwer erover: een collega levert gehakt aan een supermarkt. Af en toe legt de supermarkt hem, zoals gebruikelijk, een korting op. Dan levert hij gehakt met de prijsvermindering, maar ook gemaakt van minderwaardig vlees.

Een andere supermarkt verkoopt dezelfde kaas als de slagerij in kwestie, maar dan goedkoper. Het blijkt dat de supermarktkaas opmerkelijk minder goed smaakt. We weten nu waarom: de leverancier levert minder kwalitatieve kaas aan de supermarkt.

Een supermarkt wilde roomijs afnemen van een traditionele ijsmaker. De prijs moest uiteraard naar beneden en de productie omhoog. Daar kwam nog de suggestie bij dat hij gehandicapten in het productieproces kon gebruiken om extra subsidies te krijgen. De ijsmaker bedankte vriendelijk. Het is zoals met de boer die vandaag om te overleven ook energieproducent moet worden, en allerlei andere activiteiten die niets met de boerenstiel te maken hebben. Mijn beenhouwer leefde mee: ook het slagersberoep staat onder druk.

Bodemprijs is bodemkwaliteit

Ik kon ook wel wat vertellen over het onderwerp. Elke supermarktketen voert een agressief prijzenbeleid: zo laag mogelijke prijzen. Daar komen beenharde onderhandelingen met de leveranciers aan te pas, en af en toe lege rekken als ze niet tot een akkoord komen. Niemand geeft erom dat dit ook een stevige druk legt op de kwaliteit van de producten.

Dure chocolade in ijs of in koekjes lengen ze vaak aan met goedkope suiker en hoogbewerkte vetten om de prijs te drukken. Alleen wie de kleine lettertjes op de doos goed leest, merkt daar iets van op. Als vlees van de supermarktketen nog goedkoper moet, krijgen de dieren gewoon minderwaardige voeding. Zo komt het dat schijnbaar eenvoudige producten vaak ellenlange, onuitspreekbare ingrediëntenlijsten krijgen. Een teken aan de wand.

Plantaardig is industrieel

Olijfolie kan je uit een emmer olijven in de keuken maken. Ook salami en tv-worstjes zijn ‘keukenmaakbaar’ – oftewel, laagbewerkt voedsel. Zaadolie is daarentegen een ultrabewerkt industrieel product: het dient heet geperst te worden, gebleekt, gefilterd, ontgeurd en gestabiliseerd. Honderd jaar geleden werd zaadolie vooral gebruikt voor niet-voedingsgerelateerde producten zoals olieverf.

Om van plantaardige olie margarine of andere plantaardige smeer- en bakvetten te maken zijn nog extra chemische en andere processen nodig, zoals hydrogenatie (wat tot op moleculair niveau de olie verandert). Het resultaat daarvan zijn de beruchte transvetten – vetmoleculen die honderd haar geleden amper bestonden. Dat heeft de voedingsindustrie decennialang op ons bord gegooid zonder ernstig voorafgaand onderzoek. In haar bekroond boek ‘The Big Fat Surprize’ vertelt onderzoekjournalist Nina Teicholz waarom de Frankensteinvetten, die ze vandaag willen gebruiken in plaats van transvet, niet beter zijn.

Gezond is… ongezond

Onlangs vond ik chips met Nutri-Score B. Op de ‘Delhaize Choco balls’, voor kinderen nota bene, prijkt zelfs Nutri-Score A. Ultrabewerkte margarine krijgt natuurlijk een betere Nutri-Score dan goede oude boter. Wie kan dat nog geloven?  Volgens onderzoek ‘faalt de Nutri-Score om te dienen als een bruikbare basis voor het opbouwen van een gezond dieet.’

Veel mensen eten low fat voor hun gezondheid. Maar low fat-geëtiketteerde producten bevat meer ultrabewerkte koolhydraten. Is dat wel een goed idee? Door even de etiketten te vergelijken, zie je dat. En over producten met bio-etiket schreef ik al in Doorbraak onder de titel ‘Het leugenachtige geheim van de biologische teelt’.

De kritische consument weet het al: een citroen, aardbij of olijf kan al op de verpakking als er maar een minuscuul deel van gebruikt is. Lees daarom de ingrediëntenlijst en vertrouw je supermarkt voor geen haar, buiten de vriendelijke kassiersters dan!

Spotgoedkoop heeft een prijs en je gezondheid heeft prijs

Suiker, zout en plantaardige namaakboter zijn, zeker in combinatie, spotgoedkoop, ongezond en hyperverslavend. Je kan er niet meer vanaf blijven, die chips, die koekjes, of wat er ook voor je wordt gepresenteerd. Precies zoals de voedingsindustrie het heeft ontworpen.

Spotgoedkope designerdrugs die je gezondheid traag naar de vaantjes helpen – als het niet nu is, dan wel binnen tien, twintig of dertig jaar. Spotgoedkoop heeft een prijs en je gezondheid heeft prijs.

Goedkoop is ongezond, dus duur

Overal schreeuwen ze het uit hoe goedkoop, gemakkelijk en lekker hun producten wel zijn. En als het even kan, bulderen ze erbij dat het allemaal gezond, eerlijk en milieuvriendelijk is. Tegelijk verdwijnen aanspreekbare slagers, bakkers en boeren razendsnel en stijgen de gezondheidskosten enorm. Een zwakke gezondheid hebben is geen pretje.

Wie toch gezond wil eten, gelooft best niet te veel in gezondheidsslogans mede opgesteld door ‘Big Food’. Hij koopt zijn voeding zo veel mogelijk buiten de supermarkt, mijdt ultra-bewerkte voeding, blijft ver van plantaardig-chemische brol en eet vooral wat ook honderd jaar geleden als voeding werd aanzien. De meerkost is snel terugverdiend door verbeterde gezondheid, meer focus, minder eetverslaving en een vriendelijke beenhouwer.

Recent zijn de prijzen wel sterk gestegen. Als de supermarkten de druk op voedingsproducenten blijven opvoeren, kan dat in de toekomst nog voor grote marktinstabiliteit zorgen – en dat leidt tot verdere prijsstijgingen.

Rob Lemeire (1973) is getrouwd en heeft twee dochters. Hij is de auteur van het boek ’12 regels voor opvoeden met autoriteit’. Hij is ingenieur en schrijft over opvoeding, cultuur, klimaat, voeding en het sociale weefsel.

Commentaren en reacties