JavaScript is required for this website to work.
Politiek

Tweestrijd Rzoska-Almaci vandaag beslecht?

Dreigend schisma hangt boven de Groene partijvoorzittersverkiezingen

Lorenzo Terrière19/10/2019Leestijd 5 minuten

foto © Reporters

Het duel Rzoska-Almaci legt wel meer dan enkele persoonlijke verschillen bloot in de Groene partij.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Tijdens hun ‘Toekomstcongres’ in Brussel kiezen de Vlaamse ecologisten een nieuwe partijleider. Achter de schijnbaar open en hoffelijke tweestrijd tussen huidig voorzitster Meyrem Almaci en uitdager Björn Rzoska gaat evenwel een puur en onversneden machtsspel schuil. De uitkomst bepaalt welk pad de Groenen de volgende jaren inslaan.

Fundi’s versus Realo’s

Groen draagt de basisdemocratie hoog in haar vaandel. De strijd om het nieuwe leiderschap vormt dan een sleutelmoment van ledeninspraak en vergde van beide kandidaten een serieuze campagne-inspanning. In duo’s doorkruisten zij heel Vlaanderen. Rzoska en Almaci zijn op vele vlakken elkaars tegenpolen: ze vertolken eigenlijk de twee grote stromingen die de afgelopen decennia de groene politieke beweging hebben vormgegeven. Er is de groep die strikt de principes van het ecologisme bewaakt en vooral als zweeppartij binnen het politieke bestel wil optreden. Maar een ander gedeelte wil de grote maatschappelijke urgentie van de groene dossiers net aangrijpen om zelf mee te besturen.

Met zijn redelijke en bedaarde houding vertolkt Rzoska de ‘realo’-stroming, terwijl het emotionele en bitse karakter van Almaci de ‘fundi’-stroming veruitwendigt. In het verleden woog deze laatste groep traditioneel het zwaarst door binnen de Vlaamse ecologisten. Dat hoeft niet zo te verbazen als je kijkt naar hun interne kiessysteem. Mobiliseren is hier het codewoord. Een harde en duidelijke ecologische lijn verkondigen levert waarschijnlijk meer ledenstemmen op dan wanneer je een verwaterd progressief discours brengt.

De twee huidige kandidaten staan garant voor een andere inhoud, communicatiestijl en partijstrategie. Ze hebben een verschillend toekomstbeeld voor de groene partij in petto. Uitdager Rzoska wil Groen duidelijk als een meer gematigde en coöperatieve partner opstellen. Hij heeft oor naar de progressieve frontvorming die wordt gesuggereerd door sp.a’ers Riduoani en Rousseau. Mede onder impuls van Rzoska vormde Groen in Oost-Vlaanderen samen met N-VA de centrale as van het nieuwe provinciebestuur. Z’n laattijdige oproep aan N-VA om de Vlaamse coalitievorming te heroverwegen doet enig pragmatisme vermoeden.

Groen telt relatief veel kwalitatief hoogstaande parlementsleden. Verschillenden besturen intussen mee in hun eigen stad of gemeente. Zij willen zich nu ook bovenlokaal bewijzen in plaats van opnieuw vijf jaar op de parlementaire hometrainer te fietsen. Rzoska is zo’n gerijpte figuur die hogere ambities koestert voor zijn partij.

Vijandelijkheden

Het was Wouter Van Besien die kort na de tegenvallende verkiezingen de vijandelijkheden opende door in een harde analyse Almaci en Calvo in het vizier te nemen. Zijn interne nota werd vakkundig gelekt naar de pers. Het knaagde natuurlijk bij Van Besien dat hij als lijstduwer niet herverkozen was geraakt tot parlementslid. Maar bovenal zijn Van Besien en Rzoska voormalige wapenbroeders: de tweede was ondervoorzitter toen de eerste als partijvoorzitter de lakens uitdeelde. Van Besien betaalde bij de lijstvorming in mei 2019 echter het gelag voor zijn verkeerde aanpak tijdens de lokale Antwerpse verkiezingen in oktober 2018. Terwijl er rondom Antwerpen-Stad heel wat geel-groene bereidwilligheid bestond om samen in het bestuur te stappen bleef Van Besien angstvallig de deur dichthouden voor een stadscoalitie met N-VA. Verschillende potentiële lokale coalities in de districten en in de rand werden on holdgezet om het onderhandelingsproces in de grootstad niet te compromitteren. Die gemiste lokale bestuurskansen binnen de eigen provincie werden Van Besien later cash aangerekend. In tientallen andere Vlaamse gemeenten kwamen Groen en N-VA wél in eenzelfde coalitie terecht en bleken de lokale meningsverschillen toch niet zo onoverbrugbaar.

De daaropvolgende Vlaamse en federale kiescampagne werden Almaci en Calvo als boegbeelden in de provincie Antwerpen uitgespeeld. Maar ook nu groeide er ontevredenheid binnen het partijkader: de interne discussies wie wel en niet naar de radio- en tv- debatten mocht gaan hadden bij momenten iets kinderlijk. De twee lijsttrekkers kannibaliseerden alle aandacht. Door zich duidelijk af te zetten als dé tegenpool van N-VA hoopten ze de linkse kiezer voor zich te winnen. Het bleek geen formule voor electoraal gewin; men isoleerde enkel verder zichzelf. De interne leidersposities van Almaci en Calvo kregen op hun beurt een deuk; zij ontweken enige tijd alle media.

Bij gebrek aan groene ministerposten behoort het fractieleiderschap tot de meest begeerde functies binnen de partijstructuur. Almaci ondernam tijdens de zomer nog een gedurfde tegenzet door vertrouweling Imade Annouri uit te sturen om te proberen huidig Vlaams fractieleider Rzoska opzij te zetten. Rzoska haalde het, maar als voorproefje kon dit tellen. De concurrentiestrijd voor het voorzitterschap werd verder aangescherpt toen zij in elkaars achtertuin hun ‘running mate’ voorstelden. Rzoska hijste Rina Rabau uit de Antwerpse provincie naast zich, terwijl Almaci naast haar Dany Neudt uit Oost-Vlaanderen positioneerde.

Geen groene as

Onder impuls van Almaci en Calvo profileerden de groenen zich de voorbije jaren als een unitaire Belgische politieke beweging. Dat beeld zou wel eens kunnen veranderen. In het federale parlement vormen Groen en Ecolo in de praktijk veeleer een technische fractie naar het model van de bestaande Europese fracties. Inhoudelijk en strategisch sporen beide partijen lang niet altijd samen. Zo speelde het informateursduo de partijfamilie per abuis al uit elkaar toen Groen opdaagde aan de rondetafelgesprekken terwijl Ecolo afwezig bleef. Bij de eerste bult in het onderhandelingstraject brak de tandem al doormidden. Door überhaupt elk gesprek met N-VA te weigeren sleurt Ecolo Groen mee in het isolement, wat momenteel spanningen binnen de Vlaamse gelederen creëert.

Federale fractievergaderingen bij Ecolo-Groen hebben al langer iets schizofreen. Uiterlijk treedt men als één geheel naar buiten, maar inhoudelijk zijn er vele verschilpunten. Van zodra de dossiers concreet worden blijft er vaak weinig over van het pragmatische verbond. Iconisch voorbeeld is natuurlijk het dossier van de lawaaihinder rond de luchthaven van Zaventem dat al sedert 2003 de geesten verdeelt. Ecolo wil geen vliegtuigen boven Brussel, Groen wil (net als de N-VA) geen concentratie van vliegtuigen boven Vlaanderen.

Of neem nu het federale dossier-Werk: een cruciaal beleidsdomein de komende legislatuur. Volgens Ecolo moet er een vierdaagse werkweek met behoud van loon komen, een brug te ver voor Groen. Ecolo wil de wettelijke pensioenleeftijd terug naar 65 draaien, terwijl Groen vooral vasthoudt aan een effectieve loopbaan van 42 jaar. Meer werknemers moeten weer recht krijgen op brugpensioen aldus Ecolo, maar Groen wil het SWT-stelsel geen nieuw leven inblazen. Ecolo pleit voor een verhoogde belasting op de hoogste lonen hoewel Groen de lasten op arbeid enkel wil verschuiven richting vermogen en vervuiling. Groen wil de flexi-jobs afschaffen terwijl Ecolo enkel bereid is om dit populaire systeem na evaluatie wat bij te schaven.

Dat de groene as feitelijk onbestaande is leert ons ook soap rond de kilometerheffing. In het Brusselse regeerakkoord schreven de groenen recent eigenhandig de tolheffing in als speerpunt, terwijl in Wallonië de kilometerheffing zelfs uitdrukkelijk niet in het partijprogramma werd opgenomen. Ecolo vreesde terecht de potentiële kiezers uit de landelijke provincie Luxembourg af te schrikken. In Vlaanderen schreef Groen dan wel weer de slimme kilometerheffing in haar verkiezingsprogramma.

Witte trui

Groen heeft altijd wat gehad van de witte trui in de Tour de France; beloftevol en getalenteerd maar wanneer kom het er ook écht eens uit? Sluit de partij opnieuw de rangen na een periode van onderlinge wrevel, verdeeldheid en groeiend wantrouwen binnen de partijtop? Wouter De Vriendt behaalde de vorige keer als tegenstrever van Almaci al een behoorlijk resultaat van 40%. Nu Almaci imagoschade heeft opgelopen is de uitkomst van de voorzittersverkiezing hoogst onzeker geworden.

Lorenzo Terrière is doctoraatsonderzoeker en geeft les aan de Faculteit Politieke en Sociale Wetenschappen van de Universiteit Gent. Voorheen werkte hij o.m. op het kabinet van Defensie (N-VA).

Meer van Lorenzo Terrière
Commentaren en reacties