JavaScript is required for this website to work.
Europa

E-bike producent VanMoof deed alles zelf, behalve winst maken

VanMoof op de fles: wat ging er fout?

Alexander Van Der Meer23/7/2023Leestijd 5 minuten

VanMoof-fietsen op een rij met groene achtergrond.

VanMoof-fietsen op een rij met groene achtergrond.

foto © WikiMedia Commons

Toch niet alles goud wat er blonk bij fietsenproducent VanMoof. Ze zijn op de fles en veel mensen dreigen veel geld kwijt te raken.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Het Amsterdamse bedrijf VanMoof, de razend succesvolle producent van trendy designfietsen vol technische snufjes, werd afgelopen dinsdag failliet verklaard. Het zal mensen buiten Nederland en België niet veel zeggen — al rijden er VanMoofs in Frankrijk en Duitsland, en zelfs in New York en Tokyo. In Amsterdam struikel je al tien jaar over deze fraaie en uiterst herkenbare fietsen, met een frame van ronde pijpen, zonder enige opsmuk. Of liever gezegd, je struikelt erover als ze op de stoep staan: op de weg fietsen ze je meestal voorbij. Alleen op de racefiets ging ik sneller.

De eerste VanMoofs van rond 2010 zagen eruit of de eigenaren zelf wat steigerpijpen aan elkaar hadden gelast en daarmee rondfietsten. Nu zijn ze allemaal elektrisch, maar dan gestroomlijnd, zonder zichtbare lompe accu’s of opvallende andere verdikkingen. De motor zit op de as van het voorwiel en de accu verborgen in het frame.

Wat fietsen die mensen toch abnormaal hard en wat lijkt dat makkelijk te gaan, dacht ik eerst nog. Totdat ik hoorde over de motor. De typische VanMoof bezitters leken me toch al geen aangenaam volk, zoals ze je voorbij peddelden terwijl je behoorlijk hard fietste. Meestal yuppen, zo te zien op weg naar hun duurbetaalde baan in de financiële of reclamesector. Ze fietsen met de neus omhoog, zonder ooit een hand uit te steken als ze naar links of rechts moeten.

U begrijpt het al, wie denkt dat Amsterdammers het jammer vinden, zo’n schitterend commercieel succesverhaal dat op de klippen loopt: nee. Het leedvermaak is intens. Bijna iedereen die ik ken heeft een hekel aan die fietsen.

Chips

In dure buurten staan eindeloos veel VanMoofs geparkeerd, en iedere vijf minuten hoor je het naargeestig jankende geluid dat ze maken als iemand anders dan de eigenaar ze aanraakt. Een van die gadgets waar de VanMoof — een woordspeling op het Engelse ‘move’ — vol mee zit.

Amsterdam is waarschijnlijk de enige stad ter wereld met een serieus parkeerprobleem voor fietsen. Dus die kletteren wel eens tegen elkaar bij het neerzetten of ergens tussen proppen, en dan maken die VanMoofs dat rare geluid. Maar ik heb nog nooit een eigenaar naar buiten zien rennen. De firma heeft haar eigen unieke systeem met chips in het frame om gestolen fietsen op te sporen, zelfs in het buitenland. Of het werkt, weet ik niet, maar dat het erg kostbaar moet zijn, dat lijkt me zeker.

De laatste modellen zijn trouwens alleen van het slot te halen met je smartphone of smartwatch, via de site van het bedrijf. Met dat systeem waren al de nodige problemen. Iedere Amsterdammer kent wel een huilverhaal van iemand die zijn nieuwe fiets van zoveel duizend euro met geen mogelijkheid nog van het slot kreeg. Met VanMoof op de fles rijst de vraag of, en wanneer, de servers van het bedrijf de geest geven.

Onder de twee mille had je geen VanMoof. De prijzen liepen op tot over de vierduizend euro. Veel geld, al zijn er duurdere zogeheten e-bikes op de markt. Maar om met toneelschrijver Herman Heijermans te spreken: de VanMoof wordt duur betaald. De fiets werd geheel zelfstandig ontworpen door de oprichters en eigenaren van het bedrijf, de broers Ties en Taco Carlier. Hun vader was een hippie die popfestivals organiseerde. Er zit bijna geen onderdeel in dat VanMoof niet zelf laat produceren. Bekende makers van fietsonderdelen als Campagnolo en Shimano schijnen meer dan eens te hebben aangeboden om bijvoorbeeld remmen en versnellingen te leveren, maar dat hebben de broers Carlier altijd afgewimpeld.

Niet gerepareerd

Met als gevolg dat de gewone fietsenmaker — in Nederland aanwezig op iedere hoek van iedere straat — niks kan met een VanMoof. Er is speciaal gereedschap nodig, en reserveonderdelen die niet aan derden worden geleverd. De band plakken gaat nog net, maar daar houdt het op.

Niet getreurd: VanMoof heeft eigen werkplaatsen waar de fiets ter reparatie kan worden aangeboden. Al is ‘werkplaats’ misschien niet helemaal het goede woord voor deze designshops. Volgende probleem: tenminste één op de tien nieuw verkochte VanMoofs gaat binnen een jaar kaduuk. Ruim binnen de garantieperiode. Dat is niet alleen een van de belangrijkste oorzaken van het faillissement, maar het is ook iets dat deze ‘werkplaatsen’ niet aankonden. De meest simpele reparatie ging alleen op afspraak, en dat betekende soms maanden wachten. Er gaat een verhaal rond van iemand die meteen maar twee VanMoofs had aangeschaft, om er bij mankement altijd eentje paraat te hebben…

Teleurgesteld

Op ditzelfde moment zijn de werkplaatsen gesloten vanwege het faillissement en ‘agressie tegen het personeel’. De honderden kapotte VanMoofs die er nog staan zijn op geen enkele manier terug te krijgen door de eigenaren. Soms staan ze zelfs voor de dichte deur te posten. Anderen belden de politie om aangifte te doen wegens diefstal. Maar deze ter reparatie aangeboden fietsen zitten in de boedel van VanMoof, en de politie zegt niks te kunnen met faillissementen. Ze kwam alleen een keer opdagen toen VanMoof-bezitters handtastelijk dreigden te worden tegen werknemers van het bedrijf.

Er valt nog meer te lachen voor Amsterdamse fietsers die de schurft hebben aan VanMoof.

De fiets is alleen online te koop en wordt uitsluitend thuisbezorgd. Dat kon maanden duren. Kort voor het faillissement werd er veel geklaagd dat de levering telkens werd opgeschort. En nu komt de fiets waarschijnlijk helemaal niet meer. Wie zijn drie- à vierduizend euro al heeft gestort, kan ernaar fluiten: de belastingdienst en investeerders hebben voorrang. We lezen tranentrekkerverhalen in de krant zoals die van een twaalfjarig kereltje dat 3.500 euro had gespaard met autowassen, tuinen maaien en foldertjes rondbrengen, omdat hij zo graag een VanMoof wilde. Hij keek ieder half uur vertwijfeld op zijn VanMoof-app of er nieuws was, volgens zijn vader. De vraag blijft wat een twaalfjarige met een elektrische fiets van zoveel geld moet.

Waardeloos maar duur

Schrale troost voor de liefhebber is dat Nederlands’ meest populaire occasionsite Marktplaats plotsklaps overloopt met tweedehands VanMoofs. Maar er wordt nog steeds schaamteloos veel geld voor gevraagd.

Van Marktplaats.nl: te koop omdat eigenaar al in het bezit is van twee eBikes.

En je leest de gekste smoezen in deze aan oplichting grenzende advertenties.

‘Aangeboden: Bijna nieuwe VanMoof wegens mijn verhuizing naar stad zonder VanMoof-werkplaats.’ Of: ‘Ik gebruik hem nauwelijks, dus kan hij weg.’

Misschien zijn er nog kopers die de media niet volgen, maar een VanMoof is natuurlijk weinig tot niks meer waard als de producent ermee kapt. Je kunt hem niet meer laten repareren en alle elektronica functioneert binnenkort ook niet meer. Enzovoort.

Groeispurt

Er werd in Nederland aanvankelijk eindeloos gejubeld over groeibriljant VanMoof: Oprichters e-bikemerk VanMoof klaar voor volgende groeispurt (2020). Of: Fietsmerk VanMoof haalt ruim 100 miljoen euro op voor uitbreiding (2021).

Maar de enige echte groeispurt was in de publiciteit vlak voor en na het faillissement. Ter samenvatting nieuwssite Nu.nl: ‘Grootste probleem bij VanMoof zijn de hoge productiekosten. Die zorgen ervoor dat een hogere verkoop alleen maar meer verlies oplevert.’

Kortom: hoe meer fietsen ze verkochten, hoe meer verlies ze maakten. Stel je voor dat de bakker hier op ieder verkocht stokbrood geld moest toeleggen: ‘Nee, ik verkoop vandaag geen stokbrood meer, ik heb al zoveel verlies.’

Verschil in stand

Over het bedrijfsplan van de twee broers is weinig bekend. Behalve dat ze ‘miljarden fietsen’ wilden verkopen, en al filialen openden in Tokyo en New York. En over de halve wereld waanzinnig dure reclamecampagnes organiseerden. Om onverklaarbare redenen kwamen ze allebei terecht in de Quote top 500 van rijkste Nederlanders, terwijl ze naar verluidt bij het faillissement samen zo’n 1200 euro op de bank hadden staan.

Toch kun je ook respect hebben voor wat deze ondernemers van de grond hebben getild. Dat wil zeggen, op één ding na. Vroeger had je alleen verschil in stand onder automobilisten, nu heb je het ook onder fietsers: de VanMoof-piloten en het plebs dat op een gewone fiets zit.

Mathematicus, documentairemaker (oa VPRO, KRO, NCRV, AVRO), schrijver van één roman ('De Knapste Man van Nederland', Augustus), laatstelijk chroniqueur.

Commentaren en reacties