Een alternatief voor Duitsland en Europa?
Geen kiesdrempel voor het Europees Parlement, oordeelde het Duitse Grondwettelijk Hof. Zo sturen heel wat kleine partijen een afgevaardigde naar Brussel/Straatsburg. Dreigt versplintering?
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementEen kiesdrempel van vijf procent voor de Bondsdag, het federale parlement van Duitsland, terwijl die van drie procent voor het Europees Parlement (EP) onlangs werd afgeschaft. Schuilt daarin geen paradox? Dreigt er op Europees vlak niet een versplintering die de Duitsers in eigen land koste wat kost willen vermijden? Niet als we de redenering van de rechters van het Grondwettelijk Hof in Karlsruhe volgen. Zij oordeelden dat alle partijen over ‘dezelfde mogelijkheid in het gehele kiesprocedé’ moeten beschikken en dat een kiesdrempel op Europees niveau enkel gerechtvaardigd is indien er een toestand zoals op het nationale zou bestaan, namelijk wanneer de vorming van een stabiele meerderheid voor een handelingsbekwame regering in het gedrang zou komen. Dat ligt in Duitsland zeer gevoelig sinds de dagen van de Weimarrepubliek (1919-’33) toen de traditionele partijen in de Reichstag door extremistische partijen van links en rechts werden vermalen. Van een versplintering van het EP hebben de in robijnrood gehulde rechters van het Duitse Grondwettelijk Hof geen schrik. Niets hindert de afgevaardigden van kleine partijtjes in het EP om aansluiting te zoeken bij een grotere fractie. Met andere woorden: ‘Karlsruhe’ beschouwt het EP (nog) niet als een echt parlement zoals het nationale.
‘Moed overwint geweld’
De Duitse regeringspartijen mogen tevreden zijn. De christendemocratische CDU van bondskanselier Angela Merkel behaalt (landelijk) 30%, haar Beierse zusterpartij CSU 5,3%, en de sociaaldemocratische SPD scoort met 27,3% twee procent hoger dan bij de Bondsdagverkiezingen van september 2013. De oppositiepartijen Grüne en de communistische ‘Linke’ slepen respectievelijk 10,7% en 7,4% in de wacht. De liberale FDP doet het met 3,4% nog minder goed dan bij de Bondsdagverkiezingen toen ze met 4,8 % net onder de kiesdrempel strandde. De vraag is of de FDP als de laatste vertegenwoordiger van het eerbiedwaardige Duitse liberalisme nog een toekomst heeft. Of wordt haar plaats ingenomen door de Alternative für Deutschland (AfD)? Deze eurokritische partij is amper een jaar geleden opgericht met economieprofessor Bernd Lucke als boegbeeld. Tijdens de Bondsdagverkiezingen zorgde ze voor nerveus nagelbijten bij de traditionele partijen. Maar ook al bleef ze met 4,7% onder de kiesdrempel, had ze bewezen op korte tijd haar aanhang te kunnen mobiliseren. Vooral de FDP was toen opgevreten door de AfD. Bij de verkiezingen voor het EP bezorgde de AfD met 7% het establishment voor de tweede maal een zware schok, of een ‘Denkzettel’ in het Duits. Niet alleen de gevestigde krachten. Ook linkse en ultralinkse krachten hadden tijdens de kiescampagne hun gal gespuwd over de AfD en haar als ‘extreemrechts’ uitgekreten. Het bleef daarbij trouwens niet alleen bij gal. Verschillende kandidaten van de AfD werden met fysiek geweld bedreigd. Maar ook hier heeft hun moed, om Bart De Wever te citeren, het geweld overwonnen.
Tentakels
Het succes van de AfD is des te merkwaardiger omdat de eurocrisis op dit ogenblik niet meer zo polariserend werkt in Duitsland. De partij spitst zich ook niet enkel meer toe op de problematiek van de euro, maar grijpt ook andere thema’s aan zoals migratie, onderwijs en belastingen. Sommige waarnemers dichten haar het epitheton ‘nationalliberal’ toe, als het ware liberalisme en patriottisme combinerend (het begrip ‘nationalisme’ is in Duitsland taboe). Potentieel heeft de AfD zeker nog. In sommige deelstaten als Baden-Württemberg, Sachsen en Hessen haalde ze zelfs 10%. Als ze het Duitse taboewoord ‘rechts’ van zich kan afschudden en zich verder distantieert van de ‘Europahaters’ als UKIP en Front National (FN), wordt ze nog ‘salonfähig’, zuigt ze de FDP verder leeg en strekt ze haar tentakels uit tot in het kamp van de Duitse christendemocraten.
Damocles
Naast de AfD zijn er nog enkele niet-traditionele partijen die in het EP gaan zetelen. Maar anders dan de AfD zijn die zo klein, en waren ze dat al op federaal niveau, dat hun aanwezigheid in het EP met telkens één vertegenwoordiger eerder als folklore zal overkomen. Zo is er bijvoorbeeld ‘Die Partei’ van Martin Sonneborn, voormalig uitgever van het satirische tijdschrift Titanic, die onder de slogan ‘Ja zu Europa, Nein zu Europa’ 184,525 kiezers of 0,6% wist te bekoren.
Ook de Ökologisch-Demokratische Partei (ÖDP) is er bij. Deze radicalere variante van de Groenen pleit voor een postmaterialistische maatschappij onder het motto ‘Weniger ist mehr’ (minder is meer). Dan heb je nog de ‘Piraten’ die op federaal niveau al hun pluimen hebben verloren, de Freie Wähler die in Beieren goed scoren, en de single-issue-partijen Familienpartei en Tierschutzpartei. Van een ander kaliber is de Nationaldemokratische Partei Deutschlands (NPD). Over deze neonazistisch ingekleurde extreemrechtse partij zweeft in Duitsland zelf het zwaard van Damocles: al bijna tien jaar wordt er gedebatteerd over een mogelijk verbod van de NPD.
Stabiliteit
Al bij al jaagt de Duitse verkiezingsuitslag geen schokgolven door Europa. Anders dan Frankrijk (FN) en Groot-Brittannië (UKIP) staat Duitsland weer garant voor stabiliteit in het Europese kamp. En dat is al zo sinds de oprichting van de Bondsrepubliek 65 jaar geleden.
Foto: Udo VOigt, EP-lid voor NPD. (c) Reportero
Dirk Rochtus (1961) is hoofddocent internationale politiek en Duitse geschiedenis aan de KU Leuven/Campus Antwerpen. Hij is voorzitter van het Archief en Documentatiecentrum voor het Vlaams-nationalisme (ADVN). Zijn onderzoek gaat vooral over Duitsland, Turkije, en vraagstukken van nationalisme.
Een volledige ambtstermijn zat er niet in voor de SPD’ers Brandt, Schmidt, Schröder en nu Scholz.
Jack London was een veelschrijver én avonturier. Zijn omzwervingen overtuigden hem van de noodzaak van een socialistische samenleving, een idee dat hij verwerkte in zijn boeken.