Een glaasje teveel
Over de politicus en zijn hachelijke ‘voorbeeldfunctie’
foto © Reporters
Kris Van Dijck, tegen de lamp gelopen wegens (veel) te veel alcohol achter het stuur, toont ook nadien wat voor middelmatige toogpolitici en bestuurders wij afvaardigen. Dàt is de pijnlijke waarheid. Prettig 11 juli-feest gewenst.
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnement‘Ik had beter moeten nadenken. Ik neem de schuld op mij en doe boete’ – ‘Ik ga nooit meer op café’ – ‘Ik ga een revalidatiecentrum voor verkeersslachtoffers bezoeken’ – ‘Ik ga een maandloon storten voor een goed doel’… enz.
Het mea culpa van Vlaams Parlementsvoorzitter Kris Van Dijck (N-VA), die in zijn thuisgemeente Dessel dronken tegen een stilstaande aanhangwagen reed en 1,4 promille in zijn bloed bleek te hebben, komt zo uit het copybook van een communicatieconsultant: ga door het stof, beken je schuld, zeg dat je het nooit meer gaat doen. In de details laat Van Dijck wel een steekje vallen en spreekt over ‘een glaasje teveel’ terwijl het er een tiental moeten geweest zijn. Het duurde een tijd voor de politieploeg uit een naburige zone arriveerde (‘om elke schijn van partijdigheid te vermijden’), dus was het oorspronkelijke promillegehalte allicht nog een stuk hoger. En in zijn eerste persverklaring sprak Van Dijck over 0,62 promille,- dat is net boven de toegelaten grens van 0,50,- maar in het proces-verbaal staat 0,62 milligram per liter uitgeademde lucht, wat overeen komt met 1,42 promille alcohol in het bloed. Weinig waarschijnlijk dat de burgemeester van Dessel het verschil niet kent.
‘Ik ben ook maar een mens’, verontschuldigt Van Dijck zich verder. Het filmpje dat nadien opdook, waarin onze zondaar in dat bewuste stamcafé ‘I did it my way’ van Frank Sinatra staat te lallen, korte tijd voor hij achter het stuur ging plaats nemen, bevestigt dat. Evenals de vaststelling dat de plaats van het ongeval helemaal niet op zijn weg naar huis lag. Van Dijck wil en zal boete doen, zijn carrière is er niet aan maar men zal hem in ’t oog houden want zo’n persoon heeft een voorbeeldfunctie, heet het.
Is dat wel zo? Kiezen wij heiligen die ons moreel moeten gidsen? Geheelonthoudende modelburgers? Natuurlijk niet, we stemmen op lachende gezichten en joviale figuren, bekijk de verkiezingsaffiches maar eens, de pret kan niet op. Bepaalde politici maken hun populariteit op café, zeker dorpspolitici als Kris Van Dijck. Ze profileren zich helemaal niet als pastoors,- daarmee zouden ze niet de minste kans maken,- maar als volksmensen met alle deugden en ondeugden. Zoals vele Vlamingen drinken ze dus een glaasje en gaan achter het stuur zitten, vertellen foute moppen, zingen karaoke, rijden al eens een scheve schaats, liegen om er zich uit te lullen, en ontduiken belastingen. De onmiskenbare wetmatigheid dat menig politieke carrière aan de tapkraan start, geeft aan het woord voorbeeldfunctie een heel andere betekenis: tournée générale, in Ninove huist het absolute prototype van deze Boergondische allemansvriend.
Malgoverno
Als zo’n volkspoliticus echter tegen de lamp loopt,- zeker indien lid van een bestuurspartij,- treedt er een heel ander mechanisme in werking, namelijk dat van de antipolitieke verzuring. Plots herinneren we ons dat de parlementen al geïnstalleerd zijn en de parlementairen hun weddes krijgen nog voor ze één voet verzet hebben; dat het waarschijnlijk nog tot minstens diep in de herfst zal duren voor er een soort regering ergens uit de startblokken schiet; dat het wetgevend werk voor een flink deel uit amateuristisch plak- en spuugwerk bestaat; dat het gerecht de middelen niet krijgt om te doen wat het moet doen; dat de wachtlijsten in de zorg maar niet weggewerkt raken; en dat het weggeschonken maandloon van Van Dijck een doorzichtige truc is om strafvermindering te bekomen zoals Justitiewatcher Jan Nolf schreef; en zo kunnen we nog een paar bladzijden doorgaan.
Het schandaal gaat dus eigenlijk niet alleen over die 1,42 promille maar over de lamentabele Belgisch-Vlaamse bestuurskwaliteit waarmee zo’n verkozene des volks op dat moment geassocieerd wordt. De recente verkiezingsuitslag was in dat opzicht duidelijk een duim naar beneden: het malgoverno teistert onze contreien, en de partij van Kris Van Dijck heeft nog niet veel het verschil gemaakt. Zijn operatie schade beperken en door het stof te kruipen is in dat opzicht zelfs grotesk én onwaarachtig, en een impliciete erkenning van het feit dat het krijgen van beleidsverantwoordelijkheid met veel te maken heeft behalve met competentie. Anders gezegd: bij een goed bestuur zouden we misschien de behoefte niet hebben om politici irrealistische ‘voorbeeldfuncties’ toe te kennen. Het zijn inderdaad ook maar mensen, die vooral op hun prestaties dienen beoordeeld worden waarvoor we hen verkiezen, en voor de rest de rechtsgang moeten ondergaan die voor iedereen geldt.
Geen draagvlak
Het op zich bizarre feit dat een cafépoliticus het tot Vlaams Minister-President brengt en dan op 11 juli stoere taal spreekt, weeral gedicteerd door communicatieconsultants, om zijn flater te vergoelijken (‘Crisissen zijn soms opportuniteiten. Zowel op maatschappelijk, als op persoonlijk vlak’), is dan weer een pijnlijke illustratie van het gezegde dat we de politici krijgen die we verdienen. De joviale allemansvrienden dus, gedoemd om de kiezer achterna te lopen en alle heikele, ietwat onpopulaire maatregelen in de diepvries te stoppen wegens een ontbrekend draagvlak. Niemand heeft nog de moed om te beslissen, men peilt gewoon naar het ‘draagvlak’, een ander woord voor toogpolitiek. Daarom ook is het rekening rijden terug ingeslikt: een ontbrekend draagvlak. Maar ook Vlaamse onafhankelijkheid: sorry, geen draagvlak, dus wordt er maar wat verder geëmmerd over confederalisme zonder goed te weten waar dat voor staat.
Blijft het feit dat de politiek op alle niveaus doordrongen is van een alcoholgeur, denken we maar aan de Antwerpse schepen Ludo Van Campenhout (N-VA), wiens aanslepend verslavingsprobleem een normaal functioneren bedreigt zonder dat de partij daar overigens conclusies uit trekt. Nog niet zo lang geleden schoven parlementairen overdag al aan in de bar van de Kamer om (gratis) te borrelen. Misschien is zo’n drankprobleem ook wel een indicatie dat nogal wat politici een zeker escapisme vertonen, de behoefte om te vluchten uit een wereld die sowieso door opportunisme en cynisme wordt geteisterd. Of gewoon niet opgewassen zijn tegen de druk van geleefd te worden. Bart De Wever is in dat opzicht ontegensprekelijk een trendverlegger.
Ondertussen eisen de ouders van verongelukte kinderen een strenger beleid inzake rijden onder invloed, en of ze gelijk hebben. Ze behoren echter tot de electoraal oninteressante groepen, eigenlijk luistert niemand naar hen, ook al krijgt hun woordvoerder Vincent Leus op 11 juli een bloempotmoment aangeboden… door het Vlaamse Parlement. Het draagvlak ontbreekt namelijk om een nultolerantie in te voeren, klinkt het, en zo zijn we weer bij de vaststelling dat we in het stemhokje overwegend kiezen voor weifelende sukkels en tafelspringers.
Nog dit: het is niet omdat moslims alcohol verbieden dat wij er misbruik van moeten maken, voor iemand denkt dat zich Lazarus zuipen tot onze identiteit behoort. En als dat toch zo is, moet die identiteit misschien eens herbekeken worden, in Oost-Europa hebben ze er ook korte metten mee gemaakt. De alcoholcultuur bij jongeren, scholieren en studenten moet dringend afgebouwd worden en liefst niet om vervangen te worden door een drugcultuur. Het ‘draagvlak’ zal ons dan even worst wezen.
Johan Sanctorum (°1954) studeerde filosofie en kunstgeschiedenis aan de VUB. Achtereenvolgens docent filosofie, tijdschriftuitgever, theaterdramaturg, communicatieconsultant en auteur/columnist ontpopte hij zich tot een van de scherpste pennen in Vlaanderen en veel gevraagd lezinggever. Cultuur, politiek en media zijn de uitverkoren domeinen. Sanctorum schuwt de controverse niet. Humor, ironie en sarcasme zijn nooit ver weg.
Bij de docu-film van Jambers over BDW blijft de vraag hangen waar de N-VA als ‘republikeinse partij’ nu eigenlijk nog voor staat.
Evolueren we naar een politiek model zoals in een communistische eenpartijstaat? Ontdek het in ‘Ondernemen in Achterland 1.0’.