JavaScript is required for this website to work.
Multicultuur & samenleven

Een voetnoot bij V.S.Naipaul

Marc Vanfraechem1/10/2013Leestijd 2 minuten

Een artikel in The New York Review of Books doet de auteur denken aan Naipauls Islamic Journey.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Nobelprijswinnaar Vidiadhar Surajprasad Naipaul schreef in 1981 zijn beroemde boek ‘Among the Believers, an Islamic Journey’. Dat was voor iedereen toen schokkende lectuur. Nu schrijven we 2013, en een artikel van Nicholas Pelham in The New York Review of Books deed me aan dit boek terugdenken. Een soort déjà-vu, of eerder nog een gevoel van continuïteit.

Nicholas Pelham schrijft al twintig jaar over de Arabische wereld en is journalist bij The Economist. Zijn artikel in de NYReview heeft als titel: ‘Losing Libya’s Revolution’.

Ik vertaal er een stukje uit, zonder verdere commentaar want zijn tekst, net zoals die van Naipaul toen, spreekt voor zich:

‘Kan iemand de gewonde staat genezen? Ansar al-Sharia, de jihadgroep die ervan beschuldigd werd ambassadeur Stevens te hebben vermoord, levert een soort oplossing. Na de moordpartij verdreven omwonenden de Ansar uit de kliniek van Benghazi die zij zich hadden toegeëigend, en beledigd openden aan de overkant van de straat de Ansar daarop een centrum voor ‘alternatieve geneeskunde’.

Op een late avond bezocht ik de wachtzaal, die versierd was met de zwarte jihad-vlaggen van Ansar en gevuld met patiënten. Zij waren gekomen om de jonge sjeiks van Ansar te consulteren, die zich als uitdrijvers van djinns of slechte geesten stilaan een gevolg wisten te verwerven.

De verantwoordelijke, een zevenentwintigjarige ingenieur in de gebruikelijke witte tuniek, heette Fawzi al-Wafati en hij claimde een reeks successen. Zijn sjeiks waren gewapend met een boekje waarin ruqiat, bezweringsformules uit de koran stonden, en zo hadden zij een dokter weten te redden die bezeten was van liefde voor een vierhonderd jaar oude christelijke geest die Maria heette, en zij hadden ook een 2500-jaar oude Pakistaanse djinn uitgedreven die bezit had genomen van een boer. “Hoe ouder de djinn, hoe moeilijker uit te drijven”, verklaarde hij fier.

Op de vloer lag wijwater uit een glas, stonden er potjes met kruiden en honing, en twee grote luidsprekerkasten waar de sjeiks hun uitdrijvingsformules mee versterken “om zeker te zijn dat de djinns die horen”, zei Fawzi me.

Om mijn twijfels weg te nemen haalde hij een fotoalbum uit, van patiënten met ruggen vol zwellingen en wonden. Het werk van hardnekkige djinns, zei hij. Toen ik een foto wilde maken van een stok die in tweeën gebroken op de sofa lag, ritste Fawzi die weg.

“Allah, Allah” klonken de kreten uit een aanpalend vertrek.

Tripoli, 10 september, 2013’

Marc Vanfraechem verzorgt de gevreesde blog victa placet mihi causa

<Vindt u dit artikel informatief? Misschien is het dan ook een goed idee om ons te steunen. Klik hier.>

Marc Vanfraechem (1946) werkte voor Klara (VRT-radio); vertaler, blogger http://victacausa.blogspot.com sinds 2003. Hij schrijft het liefst, en dus meestal, artikels met daarin verwerkt vertaalde citaten van oude auteurs, die hem plots heel actueel lijken.

Meer van Marc Vanfraechem
Commentaren en reacties