Een vrije pers betekent nog niet een vrije meningscultuur
Nevenbedenkingen bij de internationale dag van de persvrijheid
foto © Pixabay
In een democratie met een gesubsidieerd pers-establishment, wil dat wel eens haaks staan op een echte vrijemeningscultuur voor alle burgers
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementVandaag, even kijken, 3 mei: internationale dag van de persvrijheid, World Press Freedom Day, door de Verenigde Naties in 1993 in het leven geroepen. Daarin beroept men zich op artikel 19 van de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens. Dat artikel is echter veel breder en rept zelfs niet over pers, doch over het recht van vrije meningsuiting voor iedereen, elke burger, en niet alleen de journalistieke klasse. Een wereld van verschil, ik leg even uit.
In dictatoriale regimes is er geen vrije pers en ook geen vrije meningsuiting tout court. Ofwel houd je daar je mond en schik je je naar de directieven van de overheid. Ofwel ga je ondergronds, als blogger bijvoorbeeld. Dat heeft hoe dan ook consequenties. De accounts van de Chinese blogger-criticus Ren Zhiqiang werden simpelweg afgesloten, en recent verdween daar burgerjournalist Chen Qiushi spoorloos omdat hij op een onafhankelijke manier wou nagaan hoe het coronavirus zich vanuit Wuhan verspreid had.
Vorig jaar werd de Russische onderzoeksjournalist Ivan Goloenov beschuldigd van drugshandel en verdween achter de tralies: algemeen vermoedt men dat hij te veel in de weg liep van Vladimir Poetin. En de manier hoe Jamal Khashoggi op 2 oktober 2018 aan zijn einde kwam in het Saudi-Arabische consulaat in Istanbul, verwekte ook wereldwijd protest. Maar.
Fatsoensdictatuur
In Vlaanderen en België zit het medialandschap toch wel wat anders in mekaar. We leven in een democratie, geaccrediteerde journalisten mogen schrijven wat ze willen, maar werken uiteraard wel in een hiërarchisch systeem met een hoofdredacteur aan de top. Krantenredacties zijn gedisciplineerde pulpfabrieken waar de commerciële logica hand in hand gaat met een streng bewaakte politiek-correcte lijn.
Er moet bedrukt papier verkocht worden. Dat leg ik verder uit in mijn boek Na het journaal volgt het nieuws. Jonge afgestudeerde journalisten die werk vinden op zo’n redactie hebben helemaal geen zin om tegen de stroom in te gaan. Zijn ze braaf, dan schuiven ze door naar boven; werken ze niet mee, dan worden ze afgeserveerd. Dat overkwam ooit Roger Van Houtte, op vraag van Steve Stevaert en Patrick Janssens ontslagen bij Gazet van Antwerpen. De journalistieke collega’s hielden hun tanden stijf op mekaar.
Er zit dus flink wat ruis op de lijn van de persvrijheid, nog steeds. Er heeft zich een fatsoensdictatuur geïnstalleerd die niet zo drastisch is als de vervolging van dissidenten in totalitaire regimes, maar voor de rest best wel efficiënt functioneert. Voor alles willen hoofdredacteurs goed aangeschreven blijven bij het politieke establishment, want de contacten daarmee leveren kopij op. Dus wordt er met de handrem bekritiseerd, en worden alleen politici aangepakt die sowieso al aangeschoten wild zijn, zoals recent De Standaard Wouter Beke de grond inboorde. Een maand geleden nog zou dat ondenkbaar geweest zijn. ‘Voortschrijdend inzicht’ noemen ze dat daar.
Zoals afgesproken
Kranten zijn met name instituten die financieel uit de hand van de overheid eten: de redacties weten waaraan zich te houden. En ook al is er een (meestal gecensureerd) lezersforum, fundamenteel wordt de lezer als een passieve consument beschouwd die de dagelijkse pulp tot zich moet nemen.
Ten gronde komt de politiek correcte lijn ook tot uiting in de keuze van opinies en zogenaamde opiniemakers waarvoor men de kolommen opent. Het betreft een clubje van altijd dezelfde VIP’s, waar tegenover een ‘zwarte lijst’ beantwoordt van persona non grata. Kom je in die lijst terecht, dan ben je ‘verbrand’ en kom je nooit meer in De Standaard of De Morgen of Knack aan bod.
Dergelijk filteringssysteem toont weerom dat er een verschil is tussen persvrijheid en globale vrijheid van mening. De ‘vrije pers’ vormt een establishment op zich, en elke burger kan wel een vrije mening hebben maar als de pers die doodzwijgt resten er enkel nog de sociale media. Deze worden door de gesettelde pers, ook wel mainstream media genoemd, heel logisch, afgedaan als een soort stinkende beerput. Idem dito voor bloggers en al wie zich zelf als medium opwerpt, los van de mainstream. Niet ernstig te nemen toogpraat, zo luidt het devies.
Ons aller VRT speelt daarin een toonaangevende rol. Praatprogramma’s als De Afspraak geven nauwkeurig de bandbreedte aan waarbinnen een ‘debat’ mag plaats grijpen. Het is dus een vorm van georganiseerd fake news. Door een zorgvuldige keuze van gasten (ook altijd dezelfden) regisseert de redactie het gesprek, dat eerder als een ritueel verloopt dan als een echt tegensprekelijk debat. Uitzonderingen zijn zeldzaam. Af en toe loopt iemand recht de slachtbank tegemoet, zoals Dries Van Langenhove. Niet toevallig zijn de hoofdredacteurs van de grote kranten en weekbladen weerom kind aan huis op deze praatprogramma’s: een vorm van incestueuze journalistiek binnen een ons-kent-ons cultuur.
‘Verbale agressie’
Een ‘dag van de persvrijheid’ is dus bij ons vooral een reden voor de mainstream journalistiek om zichzelf in de bloemetjes te zetten. Voor de rest valt er weinig te vieren. In Vlaanderen is het vooral de Vlaamse Vereniging van Journalisten (VVJ), onder de bezielende leiding van Pol Deltour, die de trom roert. Deltour waarschuwt voor een bedreiging van de persvrijheid en richtte zelfs een Meldpunt voor fysieke of verbale agressie tegen journalisten op. Het moet zijn dat ze daar in slaap vallen van verveling. Vermoedelijk doelt Deltour met die ‘verbale agressie’ op mediakritische uitlatingen en geschriften zoals dit.(*) Dezelfde Deltour bestond het ook al om in zijn eigen magazine De Journalist een aanvankelijk goedgekeurd interview met Rik Torfs weg te censureren, omdat De Standaard er ietwat kritisch werd aangepakt. Om maar een idee te geven.
Een gesubsidieerde pers die de martelaar uithangt, il faut le faire. Ik heb het dan nog niet gehad over het beruchte artikel 13 van de nieuwe Europese wetgeving rond auteursrechten, waardoor internetplatformen zoals Google preventief een blogtekst kunnen filteren op inhoud, als ze nog maar vermoeden dat er auteursrechten in het geding zijn. Weer een systeem dat op maat is gemaakt van de grote mediabedrijven. De persvrijheid doet het prima, de vrijheid van mening, en deze kunnen uiten, is iets anders. De modale pers heeft het nog altijd heel moeilijk met mediakritiek: critici worden snel weggezet als zeurpieten of als populistische opruiers.
Een belangrijke taak is dus weggelegd voor niet-mainstream media als Doorbraak: proberen de persvrijheid uit te breiden tot actief (en zelfs activistisch) platform van de vrije meningsuiting. Grensverleggend in Vlaanderen en België, waar nog altijd de Latijnse cultuur van de omerta en de politieke bevoogding heerst.
(*) De lezingtoernee Na het journaal volgt het nieuws diende door corona voortijdig te worden beëindigd. Daarover niet getreurd, de lezing is nu te volgen op het media-Youtubekanaal. Met toeters en bellen en nieuw beeldmateriaal.
Categorieën |
---|
Tags |
---|
Johan Sanctorum (°1954) studeerde filosofie en kunstgeschiedenis aan de VUB. Achtereenvolgens docent filosofie, tijdschriftuitgever, theaterdramaturg, communicatieconsultant en auteur/columnist ontpopte hij zich tot een van de scherpste pennen in Vlaanderen en veel gevraagd lezinggever. Cultuur, politiek en media zijn de uitverkoren domeinen. Sanctorum schuwt de controverse niet. Humor, ironie en sarcasme zijn nooit ver weg.
Ook na een afgekocht proces over omkoperij en valsheid in geschrifte, is er kans op een schepenambt in Vlaanderens grootste stad.
Amerikakenners Roan Asselman en David Neyskens bespreken de actualiteit aan de overkant van de oceaan.