En dan is er paella
Van de Catalaanse kwestie ligt de Benidorm-Vlaming niet wakker
foto © Reporters
Het protest van Jan Peumans tegen de Spaanse repressie in Catalonië is sympathiek en goed bedoeld, maar ook een beetje ‘gratuit’.
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementOlala, een rel tussen Spanje en Vlaanderen, even leek het alsof de 16de eeuw terug tot leven kwam, de strijd tussen de Nederlanden en de Spaanse voogdij, eindigend met de afscheuring van de Noordelijke Nederlanden en de exodus van onze intellectuele elite. Behalve Pieter Paul Rubens, die lustig voort konterfeitte, diplomaat-spion werd in dienst van de Spaanse koning, en het woord collaboratie voorgoed verbond met onze Vlaamse volksaard.
Ja, de moeilijke relatie met Madrid zit diep, althans voor Vlaams parlementsvoorzitter Jan Peumans die zijn onverbloemde steun toezegde aan de Catalaanse politieke gevangenen. Dat liet de Spaanse regering niet over zich gaan: tot drie keer toe werden de Belgische ambassadeur in Madrid, Marc Calcoen, op het matje geroepen. Een incident dat zijn climax kreeg, toen André Hebbelinck, vertegenwoordiger van de Vlaamse regering in Madrid, zijn diplomatieke status werd ontnomen.
Hoezo, heeft Vlaanderen dan een eigen ambassadeur in Madrid? Neen, Hebbelinck is een lid van het Belgische diplomatieke personeel, waarbinnen er afvaardigingen voorzien zijn van het Vlaamse, Waalse, en Brusselse gewest, naast, jawel, zowaar een vertegenwoordiging van Wallonie-Bruxelles. Dat laatste moet een subtiliteit zijn die uit een of andere staatshervorming rolde, want grondwettelijk bestaat Wallonie-Bruxelles niet.
De lange mars
Maar het protest van Jan Peumans dus, namens de Vlaamse deelregering, en de banbliksems van Madrid. Partijgenoot en minister-president Geert Bourgeois was er als de kippen bij om de Spanjolen terecht te wijzen, en zichzelf op te werpen als ‘wettelijke vertegenwoordiger van de Vlaamse deelstaat’. Helaas, ook Flamenco Geert is geen partij voor de Spaanse minister van Buitenlandse Zaken Josep Borrel, die maar al te goed weet dat de EU zich strikt houdt aan de grenzen van de natiestaten en politiek geen regio’s erkent. BuZa minister Reynders (MR) heeft overigens laten weten zich met die ‘Spaans-Vlaamse ruzie’ niet te willen moeien, hierin gesteund door premier Michel (MR).
Dat brengt het optreden van Peumans tot zijn reële dimensie. Vlaanderen (bij monde van Peumans en Bourgeois) doet in deze kwestie alsof het een staat is, maar dat is het natuurlijk niet, en a fortiori is het ook geen lidstaat van de EU. Vlaanderen is een Belgisch gewest, met een aantal bevoegdheden maar zonder internationale diplomatieke status. Ook al wordt er voor de vorm en de show een ‘vertegenwoordiger van de Vlaamse regering’ naar Madrid en andere wereldsteden (binnen de EU, naast New-York en… Pretoria) gestuurd. Die vertegenwoordiger bezit zowaar een diplomatiek statuut, toegekend door de federale Belgische overheid, in casu het ministerie van Buitenlandse Zaken. Tot zover de institutionele puntjes op de i.
De sympathie voor de Catalaanse zaak is binnen de Vlaamse beweging -en dus vooral binnen N-VA-kringen, in mindere mate het VB- moreel verheffend, politiek juist en voor alle duidelijkheid deel ik die sympathie ook. Maar anderzijds legt ze een oud zeer bloot, namelijk ten eerste dat wij zelf verder af staan van staatkundige autonomie dan ooit, en ten tweede, parallel daarmee, dat de Benidorm-Vlaming van die Catalaanse zaak helemaal niet wakker ligt. Waarom zou hij.
Heel de reformistische lijn die de N-VA kenmerkt, de these dus dat Vlaanderen niét moet rebelleren tegen de Belgische staat maar integendeel zich moet inwerken in die staat en hem van binnenuit moet omvormen (een variant op de cultuurmarxistische Lange Mars door de Instellingen zowaar), heeft de partij electoraal geen windeieren gelegd. Een brede Vlaamse middenklasse van old school flaminganten die het VB te vies vonden, donkerblauwe liberalen die zich konden vinden in het VOKA-discours, naast een hoop echte Belgen die naar ‘verandering’ snakken, draagt het N-VA-electoraat, en bepaalt de partijstrategie die zorgvuldig balanceert tussen flamingantisme, Belgisch reformisme én een duidelijke rechtsliberale economische lijn.
Die evenwichtsoefening lukt aardig, maar leverde onvermijdelijk ook een deficit op in het originele republikeinse verhaal waarvan de partij vertrok. De Vlamingen moesten beseffen dat échte onafhankelijkheid niet hoefde, en vooral niet te snel.
Streekgerechten
De ellenlange lijst staatshervormingen die het land alleen maar ingewikkelder en minder efficiënt maken, de fameuze koelkast, of zeg maar diepvries, waarin het communautaire luik keer op keer belandt bij de vorming van een federale regering mét de N-VA, hebben een soort mentale slijtage opgeleverd, zelfs bij die stamboekflaminganten. Het doet er allemaal niet meer zo toe, het zal met België ook wel lukken als we de N-VA als staats- en systeempartij laten begaan, het republikeinse marsorder werd ineens irrealistisch, romantisch-wereldvreemd, belachelijk.
In die optiek moest de volgens de statuten nog altijd republikeinse partij dus voortdurend warm en koud blazen. Nu eens voor het Vlaams-Belgische, dan weer voor het radicaal Vlaamse verhaal. Het was aan Jan Peumans om nog eens warm te blazen richting Spanje en voor de Catalaanse rebellen. Maar wat betekent zo’n lippendienst in onze politieke context? Ook het knuffelen van de banneling Carles Puigdemont, die steeds meer de allures krijgt van een Iberische Dalai Lama, ja, we worden er als verknochte republikeinen warm van, maar het heeft ook iets theatraals en gratuits, gezien de positie van onze eigen tot schim verworden Vlaamse autonomie. Die puur een kwestie van streekgerechten, zwart-gele verkeerspalen, een (niet betaalde) feestdag en andere symbolische fetisjen is geworden. En dus ook een soort ambassadeur in Madrid die zomaar pardoes zijn diplomatieke status verliest en euh… ook in een Spaanse gevangenis kan terecht komen als hij nog teveel zijn mond open doet.
In het licht van dat alles verbaast het me niets dat de Benidorm-Vlaming meer geïnteresseerd is in de paella die hij ginder op zijn bord krijgt, dan in de Catalaanse kwestie. Waarom zouden we er ons druk over maken? Dankzij de N-VA en de Rode Duivels voelen we ons weer meer Belg dan ooit. De migratie van onze gepensioneerden naar de Spaanse strandoorden staat anderzijds borg voor een uitstekende band met het gastvrije land dat ons ooit als een Spaanse furie teisterde. De paella wordt niet zo heet gegeten als hij wordt opgediend. Wist u trouwens dat het Madrileense Prado-museum de rijkste collectie Rubens-schilderijen bezit?
Categorieën |
---|
Tags |
---|
Johan Sanctorum (°1954) studeerde filosofie en kunstgeschiedenis aan de VUB. Achtereenvolgens docent filosofie, tijdschriftuitgever, theaterdramaturg, communicatieconsultant en auteur/columnist ontpopte hij zich tot een van de scherpste pennen in Vlaanderen en veel gevraagd lezinggever. Cultuur, politiek en media zijn de uitverkoren domeinen. Sanctorum schuwt de controverse niet. Humor, ironie en sarcasme zijn nooit ver weg.
Bij de docu-film van Jambers over BDW blijft de vraag hangen waar de N-VA als ‘republikeinse partij’ nu eigenlijk nog voor staat.
‘Afgrond’ verhaalt de waargebeurde verhouding tussen Venetia Stanley en de veel oudere Britse premier Henry Asquith, die leidde tot een kabinetscrisis.