En waarom geen regering zonder de Parti Socialiste?
Ofwel een regering zonder N-VA, ofwel verkiezingen? Volgens Doorbraak-medewerker prof. Bart Maddens zijn er nog andere mogelijkheden om uit de crisis te geraken. Een opiniestuk uit De Morgen.
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementDe jongste weken kun je er onmogelijk nog naast kijken: het politieke terrein wordt intensief bouwrijp gemaakt voor een regering zonder de N-VA. Er was eerst die intrigerende uitspraak van Wouter Beke (CD&V): natuurlijk moet de N-VA in de regering, tenzij ze dat zelf niet wil. Waarna de vraag steeds luider klonk: wil de N-VA wel? Klap op de vuurpijl was het interview van Guy Verhofstadt (Open Vld) vorig weekend in deze krant. Als de N-VA in een Belgische regering wil, dan moet ze eerst haar geloof belijden in het federale ‘model’. Anders plaatst ze zichzelf buitenspel. Dat is alsof je van Groen! zou eisen om eerst de lof te zingen van de kernenergie, of van de Open Vld om het communisme te bewieroken. Daarmee sla je de deur dicht natuurlijk.
Wie vlak na de verkiezingen durfde te voorspellen (zoals ondergetekende) dat er wel eens een regering zonder de N-VA zou kunnen komen, die werd gek verklaard. Maar aan Franstalige kant had men al snel door dat de N-VA strikt genomen niet incontournable is voor een staatshervorming of een B-H-V-akkoord. Het is voor hen ook mooi meegenomen dat de uittredende regering nog een meerderheid heeft in het parlement. Dankzij het overwicht van Franstalige partijen kan deze regering vandaag perfect blijven functioneren en de N-VA voor aap zetten.
Ooit noemde Herman Van Rompuy (CD&V) een regering zonder Vlaamse meerderheid ‘staatsgevaarlijk’. Maar zoiets went blijkbaar snel. Vandaag kan een regering die nog geen derde van de Vlaamse kiezers vertegenwoordigt probleemloos verregaande beleidsbeslissingen nemen.
De verkiezingsuitslag veranderde ook niets aan het blote feit dat de Franstaligen in een zetel zitten bij de communautaire onderhandelingen. Wie het status-quo verdedigt, hoeft enkel maar achterover te leunen en af te wachten tot de tegenpartij er uitgeput de brui aan geeft. De dreiging om geen regering te vormen zonder een grote staatshervorming was voor de Vlamingen de enige hefboom om toch een staatshervorming af te dwingen. Maar de Franstaligen zien al geruime tijd steeds meer aanwijzingen dat CD&V het toch niet zo hard wil spelen. Waarom toegevingen doen als het N-VA-CD&V-front steeds meer barsten begint te vertonen en de lang verhoopte regering zonder de N-VA eindelijk in het verschiet komt?
Terwijl het idee van een tripartite zonder de N-VA (en zonder Vlaamse meerderheid) steeds meer veld wint in Vlaanderen, blijft het gek genoeg een absoluut taboe om het omgekeerde scenario nog maar in overweging te nemen: een rechtse noodregering zonder de PS (en zonder Franstalige meerderheid). De N-VA zou zich dan wel moeten bekennen tot de Reyndersdoctrine van 2007: een regering zonder de PS is al een staatshervorming op zich. Erg realistisch is dat inderdaad niet. Maar zelfs al willen N-VA en CD&V dat niet echt, beide partijen hebben er toch evident belang bij om die optie open te houden en geloofwaardig te maken. Geen grote staatshervorming is geen PS in de regering: een efficiënter dreigement om de PS tot toegevingen te dwingen is moeilijk denkbaar.
Een tweede alternatief is dat men deze ontslagnemende regering verder haar ongrondwettige gangetje laat gaan. Het feit dat deze zich steeds meer als een echte regering gedraagt, lijkt de Vlaamse strategie ‘geen staatshervorming, geen regering’ te ondermijnen. Vandaar dat de Franstaligen vandaag in hun vuistje lachen. In werkelijkheid spelen ze met vuur. De toonaangevende Luikse constitutionalist Christian Behrendt waarschuwde er al eerder voor: door de elastiek van de lopende zaken steeds verder uit te rekken valt de noodzaak weg om nog een normale federale regering te vormen. Op die manier is men de federale grondwettelijke orde helemaal aan het ondergraven.
De Vlaamse partijen zouden van dit vacuüm kunnen profiteren door een feitelijk confederaal regime te installeren. Dat zou dan concreet betekenen dat binnen de Vlaamse regering wordt afgesproken welke maatregelen van de federale ‘regering’ kunnen worden gesteund door de Vlaamse Kamerleden en welke niet. Op die manier zou de controle van de federale regering de facto verschuiven naar het deelstaatniveau. De federale ‘ministers’ zouden dan de stromannen worden van de deelstaten.
Hoe dan ook lijkt het tijdperk van de klassieke staatshervormingen, met dat eindeloze en uitzichtloze gebricoleer aan de instellingen, voorbij. Het is tijd voor iets anders. Als de Vlaamse partijen hun confederale droom écht willen realiseren, dan moeten ze de gebaande paden maar eens durven te verlaten. Was dat trouwens niet de boodschap van de kiezer op 13 juni?
Amerikakenners Roan Asselman en David Neyskens bespreken de actualiteit aan de overkant van de oceaan.