JavaScript is required for this website to work.
Multicultuur & samenleven

Enoch Powell: de invloedrijke doemprediker

Terug van nooit helemaal weggeweest

Harry De Paepe29/12/2014Leestijd 4 minuten

‘Wanneer ik vooruitblik, ben ik vervuld van een beangstigend voorgevoel.  Zoals de Romein zie ik de “Tiber schuimen van het bloed”’. Dit citaat uit de beruchte ‘Rivers of Blood speech [http://www.telegraph.co.uk/comment/3643823/Enoch-Powells-Rivers-of-Blood-speech.html]’ staat gebeiteld in het Britse politieke geheugen. Enoch Powell tekende met zijn anti-immigratietoespraak zijn politieke ondergang, maar beïnvloedde wel de generaties die na hem kwamen. Margaret Thatcher en Nigel Farage bijvoorbeeld.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Enoch Powell ligt sinds 1998 in uniform begraven op het regimentskerkhof van Warwickshire. Zijn leven stond dan ook in het teken van strijd. De strijd tegen de nazi’s. De strijd tegen de communisten. De strijd tegen de Amerikanen. De strijd tegen de socialistische welvaartstaat. De strijd tegen de immigratie. De strijd tegen de Europese Unie. De strijd tegen de separatisten. Hij streed vooral voor zijn ‘Britain’. Hoewel de politicus met de in onze ogen vreemde naam nooit een hoger ambt dan Volksgezondheidsminister bekleedde, heeft hij een diepe invloed gehad op de Britse politiek. Thatcherisme, euroscepticisme en Ukip zijn de kinderen van Enoch.

Geen grijze classicus

In 1968 richtte Enoch Powell, op dat moment als schaduwminister voor defensie een invloedrijk figuur in het conservatieve schaduwkabinet van de latere premier Edward Heath, zich tot een vrij beperkt publiek in Birmingham. Omdat een lokale nieuwsreporter de tekst had kunnen inkijken, was er een televisieploeg aanwezig op de plaatselijke partijmeeting. De ‘Birmingham speech’, zoals Powell het zelf noemde, kreeg nationale ruchtbaarheid en zette het nationale debat in vuur en vlam. De erudiete classicus was in omgang de beminnelijkheid zelve, maar op de politieke bühne zocht Powell – die een aversie had voor ‘grijze’ standpunten – de controverse op. ‘Binnen vijftien of twintig jaar tijd zal in dit land de zwarte de zweep voeren over de blanke.’ Ook al beweerde hij een kiezer te citeren, Powell werd hier zwaar voor aangepakt. De toespraak was een Britse versie van de ondergang van het Avondland-thema, waarbij de spreker alleen maar problemen voorzag in een alsmaar meer multiraciaal Verenigd Koninkrijk. Hoewel Edward Heath vrijwel meteen Powell aan de kant schoof, The Times – die het had over een ‘evil speech’- samen met de verzamelde pers schande sprak en hij publiekelijk voor racist werd uitgescholden, werd Powell de held van de dag. Toenmalige peilingen – ja, de Britten waren toen al fan van het gegeven – gaven een brede populaire steun van 74% van het electoraat weer. De nogal elitaire Powell werd gesteund door de Londense dokwerkers en lokale slagers marcheerden zijn naam scanderend door de Engelse dorpen. De vrijdenkende Labourpoliticus Tony Benn daarentegen zag in 1970 Dachau en Belsen in de radicale woorden van zijn politieke opponent.
Enoch Powells echte carrière was voorbij. De man die ooit hoopte viceroy van Indië te worden, had nu zijn kans voorgoed verkeken om premier te worden. Hij werd een solitair figuur die als parlementslid diende voor de Ulster Unionist Party, waar hij streed voor een volledige opname van Noord-Ierland in het VK. Een verloren zaak.

De haat-liefdeverhouding met Thatcher

Daarnaast bestreed hij zijn voormalige partij, de Tories, op haar pro-Europese standpunt (ja, de Conservatives waren ooit helemaal voor de EU). Hij vond de toetreding van het VK tot de EU een volledige overgave van de Britse soevereiniteit. In de jaren ’80 zag hij een intellectuele poulain vanuit Downing Street 10 heersen. Er werd beweerd dat Margaret Thatcher stukken van verschillende toespraken van Powell uit het hoofd kende. Het waren voornamelijk zijn toespraken over de economie die haar interesseerden. Samen met Keith Joseph was Enoch Powell belangrijk geweest in de vorming van het befaamde ‘Thatcherism’. Een cartoon uit die jaren toont hoe de IJzeren Dame een boek presenteert aan de wereld ‘Thatcherism by Enoch Powell’. Wanneer men echter tegen de man zelf opmerkte dat er een vrouw aan de macht was die geloofde in ‘Powellism’, antwoordde de onderwijzerszoon: ‘Jammer dat ze er geen snars van begrijpt’. Hij vond Margaret Thatcher nog te soft in haar economisch beleid en hij wilde een volledige afbouw van de welvaartstaat. Ook tegenover Noord-Ierland vond hij het beleid van Thatcher niet ver genoeg gaan en hij gruwelde van de liefde die Thatcher koesterde voor de Verenigde Staten, een grootmacht die hij sinds de Tweede Wereldoorlog was beginnen wantrouwen. Hij was er in de oorlogsjaren immers van overtuigd dat de VS bewust het Britse Rijk ten grave wilde dragen. Hierdoor ging hij politieke bondgenootschappen aan met uiterst linkse parlementairen en stemde hij steevast met hen tegen Atlantisch getinte wetten of militaire initiatieven. Maar Thatcher stak haar eerbied voor de man niet weg en had zelfs verschillende citaten van zijn parlementaire speeches ingekaderd in haar bureau. Later noemde ze hem ‘een van de beste parlementairen die ik ooit heb gekend’.

Enoch was right

Powell werd tegen het einde van zijn leven op handen gedragen door Brits extreemrechts. ‘Enoch was right!’ scandeerden – en dat doen ze nog steeds – de partijtjes die eveneens nazisympathieën koesterden. Zelf had de gedecoreerde oorlogsheld daar geen boodschap aan en wees elk verzoek om publieke steun resoluut af. Hij maakte zich zorgen over de groeiende macht van de EU en hij gaf daarom zijn steun aan de UK Independence Party. De voormalige Tory-topper sprak op verschillende bijeenkomsten van de toen nog vrij obscure partij. Ene Nigel Farage haalde de frêle tachtiger op en bracht hem naar de meetings. Farage zou later nog verschillende brieven sturen met de vraag of Powell zijn prille carrière zou willen ondersteunen. Farage kreeg nooit de openlijke steun van Powell, drie andere Ukip kandidaten wel. Powell stierf in 1998. Tony Benn was als een van de enige twee Labourprominenten aanwezig op de uitvaart. Toen de pers om een verklaring vroeg, antwoordde de pijproker simpel: ‘Hij was een vriend.’

Dat Nigel Farage vandaag, zo’n zeventien jaar na Powells dood, zijn bewondering voor de conservatief niet onder stoelen of banken steekt is opmerkelijk. Powell blijft nog altijd een controversieel figuur. Maar Farage weet dat zijn ‘politieke held’ desondanks alles een zekere populariteit genoot en geniet. Farage is slim genoeg om zich enigzins te distantiëren van de inhoud van de ‘Rivers of Blood’ toespraak: ‘Hij was een uitzonderlijk mens, zijn toespraak was echter een foute zet, want het plaatste het deksel op het immigratiedebat voor twee decennia. Maar ik denk dat er een herwaardering van Powell komt.’

Ukip heeft alvast de ambitie het deksel van het debat te halen. De andere partijen volgen, met de Tories op kop.

 


Harry De Paepe (1981) is auteur en leraar. Hij heeft een grote passie voor geschiedenis en Engeland.

Commentaren en reacties