JavaScript is required for this website to work.
Politiek

Erken de breuklijnen

Ivan Van de Cloot31/5/2019Leestijd 3 minuten
Tom Van Grieken op de persconferentie na de verkiezingswinst voor VB

Tom Van Grieken op de persconferentie na de verkiezingswinst voor VB

foto © Reporters / Andrieu

Voeling houden met de bevolking die politici (beweren te) vertegenwoordigen is belangrijker dan ooit, maar wordt nog steeds onderschat

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Het legertje wetstraatwatchers  heeft weer veel omhanden bij de interpretatie van de verkiezingsuitslag en zijn implicaties. Mijn favoriete theorie is dat het Vlaams Belang gewonnen heeft door de grote invloed van sociale media. Met ‘favoriet’ bedoel ik dat dit voor mij het handigste criterium is om snel te detecteren hoeveel ontkenningsgedrag er aanwezig is in de verschillende bubbles  in de maatschappij.

Om de zoveel jaar is de kiezer het zó beu dat hij een schok door het politiek landschap stuurt. Dat was ook zo in 1991. Toen bestond er nochtans geen Twitter of Facebook, waarbij ik niet wil zeggen dat die geen rol spelen. Daarover wordt echter vooral veel onzin gespuid zonder onderbouw van feiten of bewijs. De technische term daarvoor is overigens ‘bullshit’. Daarmee zeg ik niet dat de commentaren zomaar onwaar zijn. Wel dat er veel beweerd wordt zonder aanwijzing.

Niet iedereen zit vandaag in de ontkenning maar bij sommigen dringt iets nooit echt door. Gevaarlijk wordt dat als men het maatschappelijk ongenoegen gewoon negeert. Velen willen niet inzien dat een grote groep denkt dat men allang potdoof is voor hun verzuchtingen. Vraag is of dit door de nieuwe samenstelling van het parlement verbetert, en of het parlement tegemoetkomt aan de noden die uit de belangrijke breuklijnen in de maatschappij volgen. Breuklijnen en noden die beïnvloed worden door allerlei ontwikkelingen.

Daar zijn de grote thema’s van de globalisering die volledige sectoren transformeren, wat bedreigend is voor vele medeburgers die ervaren dat hun arbeidspositie in de verdrukking komt. En uiteraard is er de migratie die op verschillende groepen in de maatschappij een sterk verschillende impact uitoefent. We weten dat de bereidheid tot inkomensherverdeling en de acceptatie van de welvaartstaat hier kleiner door worden. Zo concludeerden Harvardprofessoren dat er in Europa traditioneel meer bereidheid is tot herverdeling vanwege de grote culturele homogeniteit in Europa. In 1991 vond een meerderheid van de Britten (58%) dat de overheid meer geld moest uitgeven aan bijstandsuitkeringen, ook al zou dat leiden tot hogere belastingen; omstreeks 2012 was dat aantal gedaald tot een kleine minderheid (28%). De grote instroom van migranten wordt als een verklaring gezien.

Maatschappelijk weefsel

In de jaren 1960 was er voldoende maatschappelijk optimisme om veranderingen te absorberen. Dat ligt vandaag wel anders: het maatschappelijk weefsel is allesbehalve intact gebleven. In vele landen groeien stad en platteland steeds verder uit elkaar. In Frankrijk leverde die socio-economische divergentie de voedingsbodem voor de gele hesjes. President Macron zei dat hij het signaal van ongenoegen zou capteren, waarna voor de televisiecamera’s een ‘groot maatschappelijk debat’ volgde (en als dat niet werkte, dan maar de matrak). Nochtans is er in Frankrijk een gigantische geldmachine die middelen naar de provincies dirigeert, net om de economische centrifugale krachten te bestrijden. Het Verenigd Koninkrijk is nog zo’n land waar de periferie en Londen uiteendrijven.

Het gaat ook niet alleen over ‘stad versus platteland’. In grote landen zien we tegenover tweederangssteden, enkele superstar-steden zoals New York, San Francisco of Londen die vooroplopen onder meer wat betreft de lonen die er uitbetaald worden aan hooggeschoolden. In Groot-Brittannië is dit een splijtzwam aan het worden waar we ons hier in Vlaanderen maar weinig bij kunnen voorstellen. Scholing wordt stilaan een grotere differentiatiefactor dan ooit voorheen. Allerlei sociale fenomenen werken dit in de hand, zoals bijvoorbeeld homogamie waarbij koppels meer en meer bestaan uit mensen met een gelijkaardig opleidingsniveau.

Er kunnen doctoraten geschreven worden over de socio-economische factoren die de politieke ontwikkelingen in Ninove beïnvloeden. Hoogwaardige jobs vertonen een tendens tot concentratie in de grootste clusters. Het gaat echter niet alleen over het socio-economisch verzwakte weefsel van zo’n provinciestad. Evenzeer zet de instroom van nieuwe groepen druk op dat weefsel. Dit natuurlijk op Vlaamse schaal, niet op die van de ‘broken cities’ in grote landen. In die landen groeien dan ook radicale ideeën om weer leven te brengen in steden van vergane glorie. Dit gaat van speciale ontwikkelingsbanken tot grote stimulansen voor topbedrijven om zich opnieuw daar te vestigen.

Connectie

Factoren die vroeger de boel gemakkelijker bijeenhielden, zijn vaak verdampt of staan onder druk. Dat is allemaal zorgwekkend genoeg maar dat wordt het nog meer als de politieke verantwoordelijken geen voeling meer hebben met de basis van de samenleving.

De politiek komt minder en minder toe aan een langetermijnvisie. Want ja, er moet tegelijkertijd een beleid komen om de huidige angsten te bezweren, én de toekomst moet voorbereid worden. Mensen die bijvoorbeeld hun job verliezen door digitalisering moeten naar andere jobs worden geleid. We zien dat de inspanningen van de VDAB daar tekortschieten, wat een aanleiding moet zijn om wat dit betreft betere prestaties te eisen van het arbeidsagentschap. Op lange termijn is vooral kwaliteitsvol onderwijs de sleutel voor die veranderende wereld. Dat betekent dat alarmbellen moeten afgaan bij de indicaties over de niveaudaling in het onderwijs.

Mensen zijn in staat complexe zaken te begrijpen, en dus kan men hen ook uitleggen waarom moeilijke beslissingen zich soms opdringen. Het is belangrijker dan ooit dat politici voeling houden met de bevolking die ze beweren te vertegenwoordigen, en vandaag zijn er nog te veel aanwijzingen dat men de urgentie hiervan onderschat.

Ivan Van de Cloot is hoofdeconoom van Stichting Merito. Hij publiceerde eerder o.a. 'Overheid + Markt', 'Taxshift', 'Roekeloos' en 'De rekening moet kloppen'. Merito site: https://www.stichting-merito.be/

Commentaren en reacties