JavaScript is required for this website to work.
post

Expert Van Doorselaere: ‘Te veel mensen denken dat de wereld voorspelbaar is of maken zich dat wijs’

Gesprek met Ignace Van Doorselare naar aanleiding van zijn nieuwe boek 'De Essentie. Bedenkingen van een Bedrijfsleider'

Horizon 2024Paul Boonefaes5/11/2022Leestijd 7 minuten

foto ©

Het is niet de overheid die een competitief land bouwt. Dat doen de bedrijven, mits de overheid het klimaat creëert waarin dat mogelijk is.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Ignace Van Doorselaere arriveert aan ons kantoor in Gent met de fiets. Hij ziet er wat vermoeid uit, maar toch strijdvaardig. ‘Het is een enorm vreemde week geweest’, luidt het. Van Doorselaere kan ondertussen terugkijken op een mooie carrière bij AB InBev en Vandevelde, en staat ondertussen al een zestal jaar als CEO aan het roer bij Neuhaus.

Daarnaast is hij bestuurder in een aantal non-profit organisaties en mengt hij zich in het maatschappelijke debat als opiniemaker en auteur. Aanleiding voor ons gesprek is de publicatie van zijn zesde boek De Essentie. Bedenkingen van een Bedrijfsleider.

Omschrijf ik u een beetje correct?

‘Ik ben vooral slagerszoon. Ik zeg vaak: het belangrijkste stuk van uw leven staat niet op uw curriculum. Dat is hoe je opgevoed bent en wat je hebt meegekregen van thuis. Ik ben opgevoed met de kleine zelfstandigen en ik ken de wereld van de kleine zelfstandigen eigenlijk beter. Ik voel hem beter aan, dan het grote bedrijfsleven waar ik heel lang in gezwommen heb.’

Zesde boek

De essentie is ondertussen uw zesde boek. Hoe is dat boek tot stand gekomen?

‘Het is een verzameling van opiniestukken, mijn vorige boek was De Weg naar Oneindig. Dat startte vanuit één gedachte: je moet oneindig denken, en niet op drie jaar of op vijf jaar. Je moet doen alsof je altijd zal blijven bestaan en daar blijven aan werken.’

U bent geen fan van vijfjarenplannen?

‘Ik ben tégen vijfjarenplannen, omdat ze doen alsof de wereld voorspelbaar is. Het idee achter mijn vorige boek De Weg naar Oneindig is: wat zijn we aan het doen en waar zijn we goed in? Wat is het pad dat we gaan volgen om altijd te winnen? Want winnen is belangrijker dan deelnemen. Ik ben absoluut geen fan van vijfjarenplannen omdat die statisch zijn.’

Ethiek

Het woordje ethiek komt in uw boek vaak voor. Wat betekent ethiek voor u?

‘Voor mij gaat het over authenticiteit. Authenticiteit betekent dat wat je denkt, wat je zegt en wat je doet, op één lijn liggen. Je kunt daarin verkeerd zijn hé. Je kunt zeer authentiek zijn en toch verkeerde keuze maken. Authenticiteit is op één lijn leven, daarin geloven en daarop voortgaan.’

‘Daar voor staan. Goed wetende dat de wereld geen rechte lijn is, dat de kortste afstand tussen twee punten op een blad papier een rechte lijn is. Maar in het leven moet je af en toe eromheen, rond bepaalde weerstanden of rond bepaalde ego’s. Je moet wel je doel bereiken. Je moet een richting hebben. De naam van mijn vennootschap “Growth Ethics” werd vervangen door “4F”. Dat staat voor “Flexible Focus Fair Fight”. Focus: wat wil je? Waar ga je naartoe? Flexible: aanvaard het onvoorspelbare in het leven, terwijl je de focus behoudt. Fighting spirit, dat zit in u, dat gaat niet over arrogantie maar over ervoor gaan en correct zijn.’

Corona

Die flexibele focus is zelden zo belangrijk geweest als toen de gezondheidscrisis startte. Neuhaus heeft daar ook klappen gekregen. Wat zijn voor u de belangrijkste lessen uit die periode?

‘De belangrijkste les is dat je altijd door de pijn heen moet denken. Vrij snel hadden we een beeld dat de situatie tijdelijk zou zijn, omdat we ons goed geïnformeerd hadden. Niemand wist wanneer het vaccin er ging zijn. In maart 2020 stelden we ons de vraag hoe de wereld eruit ging zien in 2022.’

Het was enorm onzeker om daar een beeld van te maken op dat ogenblik.

‘Dat klopt, maar je moet in die crisis twee dingen doen. Dat is een concept uit de vechtsport. Als je in een wurggreep zit, is het eerste wat je moet doen zuurstof happen. Als je geen zuurstof hebt, dan is het gedaan. Die zuurstof voor een bedrijf, dat is cash. Het eerste wat je als bedrijf bij een crisis moet doen is focussen op cash, cash, cash!’

‘In de eerste weken keken we naar welke kosten we konden cutten, welke capex we konden uitstellen, en hoe we onze kredieten konden herorganiseren. Van zodra je dat gedaan hebt, dan moet je zeggen: “Nu gaan we oneindig denken. Nu gaan we het bedrijf ombouwen in die twee jaar”. We hebben heel veel nagedacht en in gang gestoken rond nieuwe vormen van omzet.’

Jobdeal

Hebt u iets van de jobdeal gemerkt in uw bedrijf?

‘Neen, maar we moeten ook een aantal goede dingen zeggen van deze overheid. Deze overheid heeft tijdens corona het juiste gedaan. Het kortetermijndenken, het subsidiëren en vermijden van werkloosheid door heel flexibele regimes, waardoor je heel snel naar een vorm van technische werkloosheid kon gaan. Dat heeft enorm geholpen. Anders waren er massale ontslaggolven geweest in bedrijven met gigantische kosten, dus dat heeft de overheid goed gedaan.’

‘Wat deze overheid niet doet in dit land is wat elk bedrijf wél doet, en dat is een langetermijnvisie bouwen. En zeggen: “Welk land zijn wij aan het bouwen? Hoe zien wij onze economische toekomst? Hoe zien wij onze veiligheid?” Men is wel bezig met de sociale toekomst, wat betekent veiligheid. Als we lid zijn van de NAVO moeten we ons lidmaatschap betalen. Je kunt geen lid zijn en niet betalen.’

‘Hoe willen we als land top tien zijn in de competitie-indexen van economieën? We zouden dat moeten zijn. We zijn vandaag 23ste of 24ste, maar we komen van 12de of 13de in vergelijking met tien jaar geleden. We gaan dus achteruit. Dat zijn indicatoren die mij ongelofelijk bezorgd maken. De enige manier om het verschil tussen bruto en netto te verlagen is dat de staat minder eet en de staat het ook niet elders gaat halen, maar dat ze zoals iedereen, uit eigen kosten halen. Daar is dit land heel erg zwak in.’

Er is geen enkele overheid die zichzelf kleiner lijkt te maken.

‘Dat gaat ook niet gebeuren!’

Recht naar de afgrond

Dat gaat niet gebeuren, dus dan is het logische gevolg dat als je met een pensioenlast zit die elk jaar tussen de vijftien en twintig miljard zal toenemen en je aanvaardt dat de overheid zichzelf niet kleiner zal maken, dan rijden we onze economie de muur in?

‘Absoluut!’

Wat gebeurt er dan?

‘Ik denk altijd dat op termijn, niet de rijken – want de échte rijken zitten met hun vermogen wellicht niet meer in dit land – dat de betere middenklasse het gaat betalen. De mensen die hun geld nog in dit land hebben. Men zal vroeg of laat de vermogens die al belast worden nogmaals extra gaan belasten. Waarom? Omdat dat populair klinkt, niet omdat dat economisch verantwoord is. Je moet altijd (als je op de lange termijn denkt) van zweet en risico afblijven, want zweet en risico zijn ondernemerschap. Het geld dat zweet en risico financiert, daar moet je afblijven. Dat moet je aanmoedigen, dus een vermogensbelasting gaat dat geld een stuk wegjagen.’

‘Ik vrees dat dat is wat men gaat doen, omdat het te pijnlijk gaat zijn om te doen wat nodig is. Dat is langer werken, mensen activeren, werken aantrekkelijk maken en de basispensioenen gelijkmaken. Ik vind dat elk basispensioen hetzelfde moet zijn. Omdat ik vind dat niets doen evenveel waard is als… niets doen. Dus of jij nu ex-CEO of ex-generaal of ex-wat-dan-ook bent en ik heb een basisberoep gehad. Als ik niets meer doe en jij ook niets meer, moeten we hetzelfde krijgen.’

‘En dat is niet zo, als je kijkt hoeveel basispensioenen ver boven het minimum zijn en wat dat kost. Dat moet men gelijktrekken. Dat jij dan op de tweede pijler spaarcenten hebt gebouwd via groepsverzekering of via privévermogen, dat is jouw verdienste. Ik denk dat men creatiever moet nadenken over pensioenen. Durven doorpakken, maar dat doet men niet.’

Politiek bestel

Ik heb het gevoel dat iedereen weet wat er moet gebeuren, maar dat de structuur van ons politiek bestel niet toelaat dat er beslissingen worden genomen.

‘Als je dat in een Vlaamse context ziet, in een confederale context, dan krijg je focus. Dan krijg je veel meer centrum-rechtse focus rond de aanpak. Maar in een Waalse context zit je in een centrum-linkse tot linkse context. Daar heb je een andere waarheid en laat die dan maar hun waarheid doen.’

‘Nogmaals, ik wil heel duidelijk zijn. Ik persoonlijk pleit niet voor het uiteenvallen van België. Ik pleit wél voor een confederale staat, waar iedereen vanuit zijn fiscale economie zijn eigen rekeningen betaalt. Als je geld nodig hebt, zal ik het je lenen. Ik ga het je niet geven, ik ga het je lenen. Je gaat me terugbetalen. We gaan een intrest afspreken, maar elk zijn verantwoordelijkheid.’

Sense of urgency

We gaan steeds sneller achteruit. Wat mij verwondert, is het compleet gebrek aan ‘sense of urgency’, als je kijkt naar de pensioenlast die op ons afkomt. Dat is toch een gevaarlijke boodschap als je investeringen wil blijven aantrekken?

‘Dat klopt, in een Belgische context heb je volledig gelijk. In een Vlaamse context ben ik optimistischer, omdat men in Vlaanderen beter beseft dat onze bedrijven de kern van de financiering van de maatschappij zijn. Het is uit de activiteit van een bedrijf dat heel veel financiële stromen ontstaan. Van salarisstromen, tot stromen naar leveranciers, tot belastingen waaruit de maatschappij gefinancierd wordt. Als die bron opdroogt, als het bedrijf minder krachtig wordt en minder gestimuleerd wordt is het gedaan met de motor van de economie. Dan is het écht gedaan.’

‘Het is niet de overheid die een competitief land zal bouwen. Het zijn de bedrijven die een competitief land bouwen, als de overheid de voorwaarden creëert waarin dat mogelijk is. Ik pleit hier niet voor neo-liberalisme zonder rechten en zonder vakbonden. Dat is niet waar het hier over gaat. Het gaat over ruimte voor bedrijven en ook rechtszekerheid, een lagere fiscale last voor de maatschappij en toepassing van het gezond verstand. Maar nogmaals, ik ben wat dat betreft pessimistisch in het overlegmodel van België. Je kan maar solidair zijn als je zelf sterk bent. In een maatschappij is er eerst welvaartscreatie en dan welvaart herverdeling, in die volgorde. Je kunt niet herverdelen wat je niet hebt.’

Waarde van het leven

U schrijft: ‘De waarde van het leven is wat je geeft min wat je neemt’.

‘Ik meen dat ook. Als iedereen geeft – dat gaat niet om geld – dat gaat over elkaar helpen en iets doen. Ik help u, jij helpt mij. Of dat nu een lesgever is die zich geeft in zijn les of een verpleger die zich geeft voor zijn zieken, dat maakt niet uit. Iedereen geeft zich. Je moet daar iets voor terugkrijgen, uiteraard! Maar met die mentaliteit, eerder dan wat kan ik pakken van u, wat kan ik krijgen van u.’

‘Performant zijn, resultaat halen en uw best doen is een ethische norm. Dat betekent dat als wij samen voetballen en ons beste beentje voorzetten, dat onze ploeg wellicht zal winnen. Dat is een ethische norm dat we die wedstrijd winnen. Je moet in die maatschappij een vuur steken, een goesting steken, een drijfkracht steken, waarin mensen iets willen doen.’

Voor uw eigenwaarde, de basis van hoe de mens in het leven staat eigenlijk, belangrijker dan geld, dat zijn collega’s, appreciatie, een doel om uit uw bed te springen. Daar gaat het over? 

‘Absoluut, dat is het inderdaad waar het over gaat.’

Groei

Ik heb heel veel verrassende dingen gelezen in dit boek. Een van de zaken die me hebben doen nadenken is als u schrijft over groei. U zegt: groei is oneindig, want u definieert groei anders. U definieert groei niet als groei is meer, maar als beter worden en dat kan volgens u oneindig.

‘Groei is beter worden. Ik zeg altijd: “als je beter wordt zal je wellicht groeien”. Omdat als je beter bent, zal uw klant dat merken, uw medewerker zal dat merken, uw aandeelhouder zal dat merken en zal meer kopen. Men wil meer van u door de goede prestaties. Het begin van groei is beter willen zijn en de constante gedachte van te willen verbeteren. Die houding zal wellicht leiden tot grotere groei.’

Je moet een flexibele focus hebben?

‘Je moet altijd aanpassen, altijd vertrekken vanuit kracht en altijd het onvoorspelbare in de wereld als normaal beschouwen. Niet het voorspelbare als normaal beschouwen. Te veel mensen denken dat de wereld voorspelbaar is of maken zich dat wijs, en dat is niet zo.’

Misschien nog een laatste quote uit je boek: ‘Bad people drive out good people. Bad ideas drive out good ideas’. Hoe werkt dat?

‘Alles is een ecosysteem en een ecosysteem is een groep van mensen. Dat kan een club zijn, en bedrijf zijn of een financieel centrum dat ergens samenklit en elkaar motiveert of jaloers maakt. In een bedrijf bestaat dat ook. Als je in een bedrijf tolereert (dat geldt ook in een voetbalclub of een theatergezelschap), dat mensen die hun best niet doen en die niet goed zijn het voor het zeggen hebben of winnen, dan gaan mensen die goed zijn vertrekken. Dus: bad people drive out good people. Als je tolereert in een bedrijf dat performantie niet telt, dan ga je nooit vooruitgaan.’

Hieronder zijn nog enkele hoogtepunten van het gesprek te vinden: 

Paul Boonefaes (1965) is Master Vertaler (Portugees, Engels, Deens) en behaalde een Executive MBA aan Vlerick Business School. Hij is auteur van "Zwijg! Waarom woke niet deugt".

Commentaren en reacties