Extreemlinks schuld aan opmars AfD?
Rel bij deelstaatverkiezingen in Oost-Duitsland
Andreas Kalbitz, voorzitter van AfD Brandenburg, voor de centrale champagneslogan ‘Wende 2.0’, die pleit voor een ‘vervollediging’ van de Wende van 1989.
foto © Reporters
De traditionele PDS-kiezer herkent zich dan ook vaak niet meer in de ‘bondsrepublikeinse’ Linke. De AfD raakt die gevoelige snaren wel.
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementStemgerechtigde burgers van de Oost-Duitse deelstaten Sachsen en Brandenburg trekken morgen, zondag 1 september, naar de stembus. Zelden hebben regionale, want deelstaatverkiezingen in Duitsland zoveel aandacht bij ons getrokken. De reden waarom schuilt in die éne afkorting: AfD. Enquêtes voorspellen een daverend succes voor de Alternative für Deutschland (AfD), een nog vrij jonge partij die de ene keer als rechts-populistisch, de andere keer als extreemrechts wordt bestempeld.
Nostalgie
De gevestigde partijen kijken vol spanning uit naar de verkiezingsuitslag. De zenuwen in politiek Duitsland liggen bloot. Dat uitte zich al in een kleine politieke rel waarvan Christian Hirte en Katja Kipping de protagonisten zijn. De eerste is Ostbeauftragter van de Bondsregering, vrij vertaald: regeringscommissaris voor Oost-Duitse aangelegenheden, de tweede is co-voorzitter van de extreemlinkse Die Linke. De geschiedenis van deze partij gaat terug tot de nadagen van de DDR, de Oost-Duitse communistische staat. De SED, de ‘leidende partij’ van de DDR, zag haar macht na de val van de Muur afbrokkelen en doopte zichzelf in februari 1990 om tot Partei des Demokratischen Sozialismus (PDS). Na de Duitse eenmaking schikte de PDS zich als partij onder de anderen naar de regels van de parlementaire democratie, waarbij ze vooral hoge ogen gooide in de op Oost-Duitse bodem heropgerichte deelstaten. Ze teerde er vooral op de nostalgie van oude SED-kaders en het ongenoegen van Oost-Duitsers die hun job of hun maatschappelijk aanzien verloren hadden ten gevolge van het kapitalistische transformatieproces. In 2007 fusioneerde de PDS met een West-Duitse links-radicale partij en nam ze ineens ook de naam ‘Die Linke’ aan. Daarmee kreeg ze ook vaste voet aan de grond in West-Duitsland en vergrootte ze haar aanhang met een kiezerspubliek dat ook ruimere gevoeligheden dan het traditionele Oost-Duitse heeft zoals milieu, derdewereldproblematiek en een alternatief-gauchistische levensstijl.
Systeem
Christian Hirte, een christendemocraat (CDU), heeft het verkorven bij Kipping sinds hij in een interview met Business Insider de partij Die Linke de medeschuld gaf aan de opkomst van de AfD in Oost-Duitsland. Letterlijk zei hij: ‘Sie hat über Jahre und Jahrzehnte dort, wo sie nicht regiert hat, unser parlamentarisches System und die Soziale Marktwirtschaft infrage gestellt. Ständig wurden Unterschiede und angebliche Benachteiligungen betont. Man könnte sagen, dass die PDS-Linke gesellschaftlich gesät hat, was heute die AfD erntet.’ (‘Ze heeft jaren en decennia lang daar waar ze niet geregeerd heeft ons parlementaire systeem en de sociale markteconomie in twijfel getrokken. Voortdurend werd de nadruk gelegd op verschillen en zogenaamde benadelingen. Je zou kunnen zeggen dat de PDS-Linke op maatschappelijk vlak gezaaid heeft wat de AfD vandaag oogst.’) Kipping verwijt Hirte nu ‘absolutes Desinteresse an der Gemütslage und der Situation im Osten’ (‘absoluut ongeïnteresseerd-zijn aan de gemoedsgesteldheid en de situatie in Oost-Duitsland’).
Wie van zoveel ‘Ignoranz’ (onwetendheid) blijk geeft, en dan nog wel als Ostbeauftragter, zou volgens haar beter opstappen.
Obstakel
Heeft Hirte dan geen punt? Het kan toch niet ontkend worden dat de PDS haar succes in de eerste twee decennia na de eenmaking te danken had aan haar vlijmscherpe kritiek op de kapitalistische omwenteling die zich in Oost-Duitsland voltrok. Bovendien gaf de demonisering van de DDR vele van haar voormalige burgers het gevoel dat hun leven en hun arbeid voor niets waren geweest. Binnen de PDS waren er ook veel krachten die letterlijk de ‘Systemfrage‘ stelden, het kapitalistische systeem van de Bondsrepubliek wilden vervangen zien door het socialistische. Vergeten we ook niet dat een gewezen voorzitster van Die Linke, de neerlandica Gesine Lötzsch, het K-woord in de mond nam, waarmee ze bedoelde dat er mocht nagedacht worden over ‘Kommunismus’ als alternatief. Uiteraard heeft een partij het recht om een ‘Totalopposition’ (totale oppositie) te voeren, maar dan hoeft haar leiding er zich niet over te verwonderen dat politici van andere partijen daarin een obstakel voor de integratie van haar kiezers in het bestaande systeem zien.
Achterban
Het probleem zit hem veeleer hierin dat de Linke niet meer het monopolie op de proteststem kan claimen sinds ze in sommige Oost-Duitse deelstaten mee geregeerd heeft of dat nog altijd doet (zoals in Thüringen). Als partij die mee het beleid bepaalt op deelstatelijk vlak verliest ze aan aantrekkingskracht op de Oost-Duitsers die niets willen weten van het establishment, die ‘von da oben’ (‘die van daarboven’). De achterban van de oude PDS was — zoals Hirte niet ten onrechte opmerkt — ‘strukturkonservativ und deutsch-national’: ze voelde zich erg Duits (zoals de DDR ook ‘meer Duits’ was dan de veramerikaniseerde Bondsrepubliek) en had ook behoefte aan een staat die voor orde en regels zorgde. De traditionele PDS-kiezer herkent zich dan ook vaak niet meer in de ‘bondsrepublikeinse’ Linke. De AfD raakt die gevoelige snaren wel en ook daarom stappen heel wat kiezers van PDS/Linke over naar het ‘alternatief’ ter rechterzijde.
Migrantenpolitiek
Volgens Kipping is ’30 jaar marktradicalisme’ (nvdr – sinds de Wende van 1989 en de daaropvolgende Duitse eenmaking) de oorzaak van het ongenoegen bij veel Oost-Duitsers. Maar dat heeft Hirte ook niet ontkend. In het interview spreekt hij onomwonden over de problemen die het transformatieproces heeft meegebracht: de angst van vele mensen om te verliezen (‘Verlustangst’), hun gevoel beroofd te worden van kansen en perspectieven. Anders dan Kipping het laat uitschijnen is Hirte dus helemaal niet blind voor wat er onder de Oost-Duitsers leeft. Eerder is Kipping blind voor dat andere vraagstuk dat vele Oost-Duiters beroert, namelijk dat van de migratiepolitiek van bondskanselier Merkel die als een ’tweede benadeling’ bovenop die van het transformatieproces ervaren wordt. Een van de weinigen, de bekendste alleszins, die binnen Die Linke oog had voor die problematiek, is Sahra Wagenknecht, en dat levert deze binnen de eigen rangen – zoals te verwachten – het verwijt op te veel naar rechts uit te zwenken.
Tags |
---|
Dirk Rochtus (1961) is hoofddocent internationale politiek en Duitse geschiedenis aan de KU Leuven/Campus Antwerpen. Hij is voorzitter van het Archief en Documentatiecentrum voor het Vlaams-nationalisme (ADVN). Zijn onderzoek gaat vooral over Duitsland, Turkije, en vraagstukken van nationalisme.
Albrecht Mendelssohn Bartholdy, kleinzoon van de grote componist, werd 150 jaar geleden geboren. Als jurist zette hij zich in voor vrede en verzoening.
De laatste Amerikapodcast voor de presidentsverkiezingen: over een eekhoorn, vuilnis en slechte grappen.