The Flemish will understand
De KBVB schept allerminst een precedent met ‘de Vlamingen verstaan dat Engels wel’. In de nineties was er nog eentje straffer. Let the beast go!
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementEen aangebrande dichter uit de jaren 1930 en 1940 schreef ooit ‘Wij zijn Germanen, geen Latijnen’. Je zou begot gaan denken dat sommige mensen in Brussel en bezuiden onze regio die mening echt zijn toegedaan. Om de een of andere reden gaat men er bijvoorbeeld bij de Koninklijke Voetbalbond ervan uit dat Engels toch wel begrepen wordt door de Vlamingen. ’t Is een Germaanse taal en een wereldtaal en al. De KBVB schept hiermee geen precedent, ene Jean-Maurice Dehousse was hen voor. Die naam zegt u misschien niets meer, maar eens was hij minister van wetenschapsbeleid in de eerste rooms-rode regering van Jean-Luc Dehaene.
De man presteerde het om in april 1992 op de BRTN te verschijnen met een regeringsmededeling aan de Nederlandstalige bevolking die opgesteld was in het Engels. De Vlamingen mochten overigens nog van geluk spreken. De notulen van het Vlaams Parlement vermelden een vraag van – toen nog PVV’er – wijlen André Denys over deze toespraak aan cultuurminister Hugo Weckx. In het antwoord van de CVP-minister blijkt dat het al bij al nog meeviel. ‘Toen bleek dat in de mededeling van de minister vooral Frans zou worden gesproken en de BRTN verzocht werd om voor ondertiteling te zorgen, heeft de televisie Premier Dehaene gecontacteerd (…) Premier Dehaene heeft uiteindelijk de bewuste eerste versie tegengehouden.’ Met Engels kon Jean-Luc blijkbaar leven. ‘Ze zullen dat wel begrijpen’, hoor je hem kortaf brommen.
PS’er Dehousse was zijn les nog niet geleerd. Twee jaar later, in oktober 1994, werd de minister van wetenschapsbeleid verwacht om op de laatste dag van de Noordzeeconferentie in Oostende te spreken. Hij richtte zich tot het publiek, waaronder Albert II, in het Frans en in het Engels. De koning werd zelfs uitdrukkelijk in de taal van Shakespeare verwelkomd. De verzamelde Vlaamse pers en politieke klasse sprak schande en was de noodgedwongen anglofiele Dehousse beu. Onder Vlaamse druk paste Dehaene de ministeriële deontologie aan en verplichtte elke minister om zich in officiële optredens in de taal van de gemeenschap uit te drukken. Nochtans begroette de loodgieter-premier gemakkelijk Dehousse met ‘How do you do, Maurice’. In zijn beste spek-Engels.
Jean-Maurice Dehousse, goede maatjes met José Happart, kon het allemaal geen moer meer schelen en stond eigenlijk klaar om – ondanks een lokale nederlaag – in 1995 burgemeester van Luik te worden. Het Nederlandse ‘Reformatorisch Dagblad’ van 22 oktober 1994 meldde nog het volgende in haar artikel over de zaak: ‘De nieuwe minister voor PTT-zaken, Elio di Rupo, is pas na zijn benoeming Nederlands gaan leren.’
Een schoolvoorbeeld van levenslang leren …
I rest my case.*
* Dit zullen jullie wel begrijpen.
Foto © reporters (Jean-Maurice Dehousse toen hij minister was van Watenschapsbeleid en van de Wetenschappelijke en Culturele Instellingen van 1992 tot 1994)
Harry De Paepe bezit een grote passie voor geschiedenis en Engeland. Hij is de auteur van verschillende boeken.
In Engeland en Wales wordt er een recordaantal ‘niet misdadige incidenten’ gemeld. De politie verschijnt nu aan de deur voor de meest onnozele zaken.
Jack London was een veelschrijver én avonturier. Zijn omzwervingen overtuigden hem van de noodzaak van een socialistische samenleving, een idee dat hij verwerkte in zijn boeken.