Fons Verplaetse, een leven van cijfers
Fons Verplaetse (1930-2010) loodste België de eurozone in.
foto © Belga Image
Fons Verplaetse, eregouverneur van de Nationale Bank van België, is niet meer. Hij leefde een leven van en in cijfers…
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementFons Verplaetse is nooit met pensioen gegaan. In 1999 zwaaiden de deuren van de Nationale Bank de gouverneur uit, maar de volgende dag kwam hij er gewoon opnieuw door, naar binnen. De eregouverneur met de aktetas, stampvol blaadjes hiëroglyfen: macro-economische berekeningen, handgetekende grafieken, letterlijk uit de losse pols maar steevast accuraat. ‘Tot op twee cijfers na de komma werkt mijn geheugen perfect,’ zei hij af en toe, achter zijn emeritaatsbureau in een kalme hoek van de Bank. Het bureau van de eregouverneur lag steeds vol jaarverslagen, indicatoren en IMF- en OESO-rapporten. Voor een computer was er geen plaats. Die was ook niet nodig. In de jaren 80 stond even een computerscherm op het bureau van de toenmalige gouverneur, maar dat was keeping up appearances voor gasten: de stekker zat niet in het stopcontact.
Herstelplan
Met zulke kleurrijke anekdotes is het verleidelijk om Verplaetses leven te tekenen. Hij vertelde ze zelf graag. Maar ze gaan voorbij aan de manieren waarop hij op het beleid heeft gewogen sinds de jaren 70, toen hij in de studiedienst van de Nationale Bank werkte, tot aan de invoering van de euro. Een herstelplan voor het Belgische concurrentievermogen dat sinds de oliecrises van de jaren 70 eerder een onvermogen was, schreef hij uit in de winter van 1981. Het bracht hem in de Wetstraat, als kabinetschef van Wilfried Martens. Cruciaal in zijn plan, en zonder de goedkeuring van de hoogste echelons van zijn werkgever, de Nationale Bank, was de devaluatie van de Belgische frank in februari 1982 en de daaropvolgende indexsprongen.
Het was allemaal niet erg democratisch, zo zei hij zelf, maar het werkte wel. Hoe omstreden de devaluatie precies was in de Nationale Bank, kreeg Verplaetse zelf te horen van zijn woedende baas: mocht hij ooit het kabinet-Martens verlaten en terugkeren naar de Bank, zo beloofde die, zou dat naar de bedrijfskeuken zijn. Hoe omstreden de devaluatie was, blijkt trouwens uit het stervensbericht van de Nationale Bank, waarin Verplaetses grootste wapenfeit niet wordt vermeld.
Verplaetse keerde inderdaad terug, in 1988 als directeur, enkele maanden later werd hij vicegouverneur. Tegen juli 1989 was hij gouverneur. Hij stond erop zich geen politicus maar een econoom te laten noemen, maar wist niettemin flink druk te zetten op de Belgische politiek wanneer hij dat nodig achtte. Dat gebeurde vooral in de hoedanigheid van ‘magiër achter het gordijn’.
Het herstelbeleid van begin jaren 80 kwam er na enkele weekends met Martens, ACV-voorzitter Jef Houthuys en Hubert Detremmerie, voorzitter van de Belgische Arbeiders Coöperatie (BAC) in de bossen aan de Semois, in het gehucht Poupehan waar Verplaetse een buitenverblijf had.
Euro
Verplaetse had een didactisch talent. Hij verviel zo goed als nooit in jargon, maar sprak in ‘algemeen beschaafd Zults’ over complexe marktmechanismen. In de stoomcursus macro-economie die ik van hem kreeg in de vroege jaren 2010, toen ik zelf in de Nationale Bank werkte, hamerde hij op het cruciale inzicht dat economisch herstel maar mogelijk is in twee stappen: eerst de competitiviteit herstellen, vervolgens de overheidsfinanciën rechttrekken. Eén-twee.
Als gouverneur zette hij België op het pad naar de Europese Monetaire Unie en de euro. In 1990 hing hij de waarde van de Belgische frank vast aan de sterke Duitse mark. Verplaetse werkte later nauw samen met premier Jean-Luc Dehaene om het land te kwalificeren voor toetreding tot de muntunie. Dehaene noemde hem zijn gids naar de euro.
Schaduw
Voor zijn verdiensten kreeg hij in 1999 van Koning Albert II de titel van burggraaf. Daar was hij trots op. En daar lachte hij meteen ook graag mee. Het klassieke gouverneurportret was aan hem niet besteed: streekgenoot Roger Raveel schilderde Verplaetse in felle kleuren en contrasten. Het is een sprekend portret: Verplaetse werpt een lange schaduw over het canvas.
Toen hij in 1999 eregouverneur werd, een paar maanden voor de paarsgroene regering-Verhofstadt aantrad, hing die schaduw nog over de Nationale Bank.
Cijfers
‘Eén cijfer zegt meer dan honderd woorden’, zei hij soms. Liever dan een breedsprakerige in memoriam, zou Verplaetse misschien een bondige feitelijke opsomming appreciëren.
Een leven van cijfers, in cijfers: 1930 (geboren in Zulte-Waregem); 1953 (het jaar dat hij in de Nationale Bank begon); 5 (kinderen); 12 (procent Belgische loonhandicap tegenover de Europese Economische Gemeenschap in 1981); 8,5 (procent van devaluatie Belgische frank); 9 (ranking van ‘zijn’ voetbalploeg Zulte-Waregem in eerste klasse); 10 (jaar gouverneur van de NBB); 21 (jaar eregouverneur).
En sinds donderdagavond 90 (leeftijd) en 2020 (gestorven).
Kristof Smeyers is cultuurhistoricus aan de Universiteit Antwerpen. Hij schreef eerder samen met Erik Buyst Het gestolde land, een economische geschiedenis van België.
Jack London was een veelschrijver én avonturier. Zijn omzwervingen overtuigden hem van de noodzaak van een socialistische samenleving, een idee dat hij verwerkte in zijn boeken.