JavaScript is required for this website to work.
post

Four more years: wint Trump de ‘Culture War’?

Hoe de Democraten de ‘culture war’ – en het Witte Huis – opnieuw verliezen

Roan A. Asselman27/10/2019Leestijd 6 minuten
Als de Democraten zo voortdoen, maken ze 2020 wel erg gemakkelijk voor Trump en
Pence

Als de Democraten zo voortdoen, maken ze 2020 wel erg gemakkelijk voor Trump en Pence

foto © Reporters / DPA

De Democraten lijken vastbesloten Trump een thuiswedstrijd te laten spelen op ‘cultural issues’.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

De meest recente peilingen geven aan dat de Amerikaanse presidentsverkiezingen van 2020 een dubbeltje op hun kant zullen worden. Voor West-Europeanen is de stabiliteit van de populariteit van president Trump — tussen de 40% en 45% van de Amerikanen vindt sinds zijn inauguratie dat hij goed werk levert — soms moeilijk te plaatsen. De ‘Commander in Chief’ staat in het Westen gekend als iemand die het niet nauw neemt met de feiten of elementaire beleefdheid. President Trumps Twitteraccount kan de beurzen doen kelderen, een militair machtsevenwicht verstoren of een kleine grondwettelijke crisis veroorzaken. President Trump zou rijp moeten zijn voor de electorale slachtbank.

En toch is hij dat niet. De Democratische voorverkiezingen hebben haar presidentskandidaten een flinke ruk naar links doen nemen. Als gematigde gepercipieerde kandidaten als voormalig vicepresident Joe Biden, senatoren Amy Klobuchar en Elizabeth Warren, en ‘golden boys’ Pete Buttigieg en Beto O’Rourke hollen de meest radicale vleugel van hun partij achterna. In hun gedrevenheid om de beste deugdpronker van Amerikaans links te worden, zouden ze Trump wel eens een tweede ambtstermijn cadeau kunnen doen.

De klassieke ‘dans naar het centrum’ werd een stuk moeilijker met de intrede van TV en sociale media. Na het paaien van de radicale vleugel van de partij met het oog op het in de wacht slepen van de nominatie worden de scherpe kantjes van de ingenomen standpunten afgevijld om de onafhankelijke centrumkiezers te overtuigen. De ‘clips’ van debatten, interviews of Q&A-sessies met journalisten vormen evenwel de perfecte basis voor de president om zijn toekomstige tegenstander een dozijn nekschoten te geven. En de Democraten lijken Trump wel bijzonder veel munitie te willen geven.

Abortus

‘It’s the economy, stupid.’ Het is — na ‘I did not have sexual relations with that woman’ — wellicht de bekendste ‘oneliner’ van voormalig president Bill Clinton. Vandaag is het niet ‘the economy’ maar ‘the culture’ (stupid). ‘Cultural issues’ roepen hevige emotionele reacties op bij kiezers en mobiliseren hen in enorme aantallen. De Democratische presidentskandidaten bouwden een zo hoog mogelijke ivoren toren van het grote gelijk. Zij die het oneens met hen zijn, zijn ‘rednecks’, ‘bigots’ of — zoals Bill Clintons wederhelft het zo memorabel zei — ‘deplorables’.

Ongetwijfeld de meest omstreden splijtzwam is abortus. Een meerderheid van de Amerikanen beschouwt zich als ‘pro life’, waaronder een substantieel van de klassieke Democratische electorale coalitie. Dit gegeven verhindert de nationale partijtop niet om steeds radicalere – lees: minder stringente – voorwaarden aan zwangerschapsbeëindiging voor te staan. Abortus en de beperkingen erop worden door de verschillende staten apart geregeld, waarbij als vuistregel kan worden gesteld dat er in de conservatievere staten in het Zuiden en Midden-Westen meer wettelijke en feitelijke restricties aan abortus zijn dan in Amerika’s kuststaten. Sinds de Roe v. Wade  en Casey v. Planned Parenthood-beslissingen van het Hooggerechtshof werd — op nogal kunstmatige wijze — een door de federale grondwet beschermd ‘recht op abortus’ in het leven geroepen. De natte droom van Democraten is dan ook het codificeren van deze rechtspraak in federale wetgeving. Onder een Democratische president Biden, Harris of Buttigieg zou deze harmonisatie uiteraard niet in het voordeel uitdraaien van ‘pro life’ Amerikanen in staten als Texas, Wisconsin of Alabama.

Maar wat de gemiddelde ‘pro-life’ Amerikaan ergert zijn de neerbuigende toon en de eufemismen die ’pro-choice’ Amerika gebruikt om haar standpunt kracht bij te zetten. Het vernietigen van het meest onschuldige leven is een recht. Een mensenrecht zelfs. Zij die die zich ertegen verzetten zijn patriarchale onderdrukkers van de vrouw. Niet bekommerd om hun gezondheid, want dat is hoe het ‘recht’ op abortus door links wordt omschreven: ‘reproductive health care’. Gezondheidszorg dus. Het eufemisme verraadt de zwakte van het argument. Een bloemlezing vindt u op de verschillende campagnewebsites van de presidentskandidaten. Voor ieder die meent dat het leven begint bij conceptie, zijn de ‘flashy’ websites niets meer of minder dan een ‘license to kill’. En daar kan geen ander Democratisch beleidsplan waar conservatieve Amerikanen het wél mee eens zijn tegenop.

Wapenbezit

Een tweede kwestie die conservatief Amerika op de been krijgt is de frontale aanval op het tweede amendement: het (relatief) vrije wapenbezit. Een écht mensenrecht, toch in de Verenigde Staten, dat onder vuur wordt genomen. De tactieken zijn velerlei. Het demoniseren van de National Rifle Association (NRA), dé belangenvereniging van wapenbezitters in de VS, als een terreurgroep. Het houden van een vuurwapen afhankelijk maken van een licentie van de federale overheid. De verplichte of ‘aangemoedigde’ confiscatie van bepaalde ‘weapons of war’ (die dan vervolgens niet of onzorgvuldig gedefinieerd worden) in de vorm van een ‘gun buyback’. Het met de voeten treden van de scheiding der machten om vanuit het Witte Huis ‘anti gun’ besluiten uit te vaardigen. Of het aanmoedigen van boycotts of ‘naming and shaming’ van ondernemingen die wapens verkopen of handelen drijven met hen die dat doen. Voor de 99% van de wapenbezitters die hun vuurwapen enkel gebruiken voor de jacht, zelfverdediging of als verzekeringspolis tegen een tirannieke overheid, bevestigt dit enkel dat ze vroeg of laat hun wapen wel eens nodig zouden hebben tegen exact zo een overheid.

Waar het Witte Huis in 2013 nog trots een schietende president Obama aan het Amerikaanse electoraat toonde, is dergelijk geflirt met de miljoenen wapenbezitters in de VS vandaag ‘not done’. Wapens zijn slecht. En de mensen die ze in hun bezit hebben dus eveneens. Hollywoodsterren allerhande zeggen dat immers. Uitzondering zijn natuurlijk de gewapende veiligheidsagenten en ‘body guards’ die hun veiligheid in hun ommuurde wijken garanderen. Dat de modale Amerikaan zich ook het recht op een dergelijk gevoel van veiligheid toe-eigent? Barbaars. Maar daarnaast worden de grove beschuldigingen aan het adres van wapenbezitters en verdedigers van het tweede amendement niet geschuwd. Dat politici bloed aan hun handen hebben na een bloedbad aangericht door een massamoordenaar met een geweer is ‘bon ton’ geworden. En weinig wapenbezitters zijn bereid om hun vuurwapen in te ruilen voor een meer coherent buitenlands beleid een zoveelste hervorming van de vennootschapsbelasting.

Religie

President Obama vond het tijdens zijn 2 ambtstermijnen niet enkel belangrijk om conservatieven te viseren op basis van hun verzet tegen abortus en verdediging van het tweede amendement.  Zo stelde Obama dat ze weigeren de aankomende, onvermijdbare transformatie van de Amerikaanse samenleving te aanvaarden en zich daarentegen vasthouden — ‘to cling’, wat een sterk negatieve connotatie heeft — aan hun geloof, wapens of afkeer van buitenlanders. Geloof is voor de ‘coastal liberals’ — de dominante, sociaal-liberale Democraten aan Amerika’s kusten — op zijn minst iets persoonlijks, eventueel eclectisch, en, waarschijnlijker, iets volledig achterhaald.

Democraten verwarren het klassiek constitutioneel principe van de scheiding tussen kerk en staat met het belang van een geloof in de publieke sfeer. Zo liet John Adams al optekenen dat de Amerikaanse grondwet slechts voor een ‘moreel volk’ een gepast systeem van zelfbestuur voorzag. Religie heeft steeds in de vorming van die moraal een centrale rol gespeeld. Politici en burgers die zich bij hun stemgedrag laten leiden door hun christelijk geloof worden bestempeld als theocraten in de dop. Dat ze volledig blind zijn voor het feit dat hun eigen ongebreideld secularisme leidt tot het de mond snoeren van gelovigen begrijpen deze laatste maar al te goed.

Het blijft een open vraag hoelang het duurt voor seculiere geloofsopvattingen — want dat is wat ze zijn — een nefaste invloed zullen hebben op het handelen van kerken. Maar het is de vraag waarop de politiek actieve evangelisten in de Verenigde Staten liever geen antwoord willen. Trump is dan de veilige keuze. Als persoon is de president dan wel de prototypische zondaar, zijn beleid — onder meer beïnvloed door zijn diepgelovige vicepresident Mike Pence — wordt gekenmerkt door een nadruk op religieuze vrijheid en een ‘hands off’ benadering vanwege de federale overheid.

Trump 2020

De kandidaat die ‘Middle America’ — zeg maar de staten Iowa, Pennsylvania, Ohio, Wisconsin en Michigan — wint, wint de presidentsverkiezingen. Trump won in 2016 de laatste 4 en kwam dichtbij in de eerste. Wisconsin, Pennsylvania en Michigan in het bijzonder werden door de Democraten in 2016 gezien als onderdeel van hun ‘blue wall’: staten die onmogelijk in de Republikeinse colonne konden terechtkomen. Trump deed het toch. Een drijvende factor in deze verrassingsoverwinningen was het gevoel bij de Amerikaanse arbeiders- en lage middenklasse dat de  ‘coastal’ Democraten hen als niets anders dan kiesvee zagen.

Dat velen met opgetrokken neus het bolletje naast Trumps naam inkleurden, heeft ongetwijfeld te maken met hoe Democraten spreken over de hierboven vernoemde ‘culturele kwesties’. En deze twijfelende Trump-kiezers zullen dit opnieuw doen als Democraten geen antwoord kunnen bieden op hun angsten. De president is kwetsbaar, maar de Democraten lijken per se een thuiswedstrijd voor Trump te willen spelen. Hij is op zijn best wanneer hij zich kan laten leiden door zijn buikgevoel. Een buikgevoel dat hij deelt met vele Amerikanen uit ‘fly-over America’.

Dat hij niet veel kaas heeft gegeten van de finesses van de federale fiscaliteit, het Turks-Koerdisch conflict of sociale verzekeringen weet iedereen, ook veel van zijn aanhangers. Maar emoties zijn sterker dan rationaliteit. En die emoties zouden hem wel eens opnieuw een vrijgeleide richting Witte Huis kunnen geven.

Roan Asselman (°1996) studeerde rechten (KUL), vermogensbeheer (EMS) en vennootschapsbelasting (FHS). Van 2020 tot 2023 was hij werkzaam als zakenadvocaat aan de Brusselse Balie. Roan werkt sinds 2019 mee aan Doorbraak. Vandaag is hij lid van de redactie verantwoordelijk voor de vrije tribunes (het 'Forum'), verzorgt hij de rubriek 'Amerika in Alle Staten' en is hij samen met David Neyskens te horen in de driewekelijke Amerikapodcast. In 2023 verscheen van zijn hand 'Amerika Ontrafeld. Over de cultuurstrijd die een natie verscheurt', uitgegeven door Doorbraak Uitgeverij. Roan is tevens voorzitter van het Custodes Instituut, een conservatieve denktank actief in de Lage Landen.

Commentaren en reacties