JavaScript is required for this website to work.
Ethiek

Frank Judo: ‘We zijn de erfgenamen van het verleden, van de goede en minder goede zaken’

Een gesprek met de jurist-filosoof over recht, ethiek en conservatisme.

Roan A. Asselman13/7/2023Leestijd 6 minuten
Frank Judo beschrijft conservatisme aan de hand van misverstanden.

Frank Judo beschrijft conservatisme aan de hand van misverstanden.

foto © Ertsberg/An Clapdorp

Doorbraak sprak met meester Frank Judo, auteur van ‘Het Bewaren Waard’, over conservatisme, romanticisme en guillotines.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Frank Judo is een academische veelvraat. In het dagelijks leven is de (kerk)jurist, filosoof en historicus zakenadvocaat aan de Brusselse Balie. Na zijn uren kruipt hij in zijn pen. Zo is Judo de auteur van Het bewaren waard, een boek waarin hij de lezer meeneemt op een wandeltocht langs de misvattingen die aan de basis liggen van het conservatieve denken.

media-credit name=”Ertsberg” align=”alignleft” width=”194″/media-credit

Het boek is sinds kort te koop, maar waarom wou Judo Het bewaren waard schrijven?

Frank Judo: ‘Mijn eerste motivatie was me ontdoen van de druk van mijn uitgever die me al vijfentwintig jaar lang probeert te bewegen om het boek te schrijven (glimlacht). De aanleiding was dan weer de pandemie. Die zorgde ervoor dat ik plots tijd had voor dingen waarvoor ik eerst geen tijd had. De oorzaak was een zekere ergernis aan het onzorgvuldige gebruik van de term “conservatief”. De Franse schrijver Henry de Montherlant zei ooit dat iedereen de idioot is van een ander. Wel: iedereen lijkt ook wel de conservatief van een Ander. Marxisten zijn conservatief, net als het regime in Iran en hun tegenstanders in de Verenigde Staten. Iedereen conservatief.’

Conservatief

Niemand weet nog net wat het ‘conservatisme’ betekent?

‘Het is een, helaas, holle term, maar tegelijkertijd een polemische term. Iemand tijdens een debat de verdediging van een “conservatief standpunt” verwijten, is een beproefde manier om de tegenstander in het nauw te drijven. Maar ook diegenen die zichzelf ‘conservatief’ noemen, doen dat niet altijd vanuit een conservatief mens- en wereldbeeld. Conservatief denatureerde tot geuzenaam. Op die manier droegen de hedendaagse “conservatieven” bij tot de verwarring rond het begrip en het denken.’

‘Om die reden heb ik een poging ondernomen om wat duidelijkheid te scheppen. Iedere definitie is in de eerste plaats een ontkenning. Daarom heb ik nagedacht over wat het conservatisme niet is. Wat de misverstanden zijn. Zo leidde ik een “conservatief minimum” af voor het conservatieve denken: ten eerste een sceptisch, zelfs pessimistisch mensbeeld en ten tweede een belangstelling voor het historische, zonder te vervallen in een geschiedkundig romanticisme.’

Wat bedoelt u met ‘geschiedkundig romanticisme’?

‘Je hebt een bepaalde strekking van conservatieven die er rotsvast van overtuigd zijn dat het in het verleden allemaal beter was. Onze voorouders hadden het bij het rechte eind, wij maken er een boeltje van. Het zelfbeeld van “dwergen op de schouders van reuzen” is dan wel sympathieker dan het vandaag modieuze “reuzen op de schouders van dwergen”, maar ook dat eerste gezegde schiet tekort. Er wordt uit het oog verloren dat die voorouderlijke reuzen geen mythische, maar net onvolmaakte figuren zijn. Mensen dus. Een oprecht conservatisme heeft respect voor het verleden, maar verafgoodt het niet.’

‘Conservatisme erkent het belang van verantwoordelijkheid én van dankbaarheid. Het beeld van de “erfgenaam” helpt ons. Men bouwt voort op wat zijn of haar voorgangers, met wie men een bepaalde band heeft, hem of haar heeft nagelaten. Men vindt het onfatsoenlijk, zelfs kwetsend, als die mensen met de voeten vooruit worden getackeld. We vragen om begrip voor het verleden, zonder evenwel blind te zijn voor de tekortkomingen ervan.’

standbeeld

Dat doet denken aan het debat over standbeelden van historische figuren.

‘Ik begin mijn boek met een passage over het debat over excuses voor het verleden. Er was onlangs opnieuw een discussie over de vraag of de Nederlandse koning excuses moest aanbieden voor de Slavernij in de oud-kolonies. Vanuit de politieke rechterzijde hoort men vaak: “Neen, daar hebben we niets mee te maken.” Ho maar, hebben wij dan ook niets te maken met de Gouden Eeuw, met de Vlaamse Primitieven en met de bloeiperiodes van Europa? Jawel, maar je kan niet aan cherry-picking doen.’

‘We zijn de erfgenamen van het verleden in zijn totaliteit, van de goede en de minder goede zaken. We aanvaarden niet dat onze voorouders als schurken worden afgeschilderd, maar dat mag ons niet beletten om de gemaakte fouten te erkennen. Wie een erfenis aanvaardt, aanvaardt de activa en de passiva, de baten en de lasten. De schulden neemt men erbij en probeert men in te lossen. De manier waarop is voorwerp van debat, maar de schuld bestaat wel degelijk.’

Een natie als de ‘burgers die geweest zijn, zijn en nog zullen zijn’?

‘Dat is een citaat van Edmund Burke, oervader van het conservatisme, dat niet altijd correct wordt toegepast. Conservatieven kijken naar het verleden, maar dat verleden beperkt zich al te vaak tot de generatie van hun ouders en – soms – hun grootouders. De aardbol begon nochtans niet met draaien in de twintigste eeuw. Door te werken met een langere termijn kunnen bepaalde maatschappelijke evoluties beter in perspectief worden geplaatst. Wij staan voor uitdagingen, dat zeker. Maar die uitdagingen kenden klassieke(re) gemeenschappen ook al.’

revolutie

Burke was geen fan van de Franse Revolutie. Die omwenteling wordt wel eens beschreven als de climax van de Verlichting.

‘Ik vind het bijzonder gevaarlijk om een moment uit het verleden te verheffen tot standaard van wat er vandaag zou moeten gebeuren. Ik zie op sociale media berichten als “de Verlichting is de basis van onze samenleving, like als je het ermee eens bent”. Nou, de prijs voor nuance gaan we daar niet aan geven. Ten eerste omdat er naast de Verlichting periodes zijn die eveneens bepalend zijn geweest voor onze samenleving. Ten tweede omdat “de Verlichting” een begrip is waarin je alles kwijtgeraakt. Sommige invloedrijke Verlichtingsdenkers hadden trouwens grote problemen met de Franse Revolutie en wisten maar net op tijd te emigreren of om natuurlijke redenen te overlijden. In tegenstelling tot sommige collega’s ontsnapten ze zo aan de guillotine die op hen wachtte.’

‘De Verlichting als grootste gemene deler van de schrijfsels van een aantal Franse Verlichtingsdenkers – Voltaire, Rousseau en Diderot – houdt geen rekening met andere tradities binnen de Verlichting, zoals de Schotse en die in de Lage Landen. De continuïteit tussen de Verlichting en de Franse Revolutie is bovendien discutabel. De revolutie was de radicalisering van een aantal van de Verlichtingswaarden. Maar wie denkt dat het optreden van de massa in Parijs tijdens de Septembermoorden een uiting was van de Kantiaanse Imperatief mag wat mij betreft teruggestuurd worden naar de schoolbanken.’

Is religie de natuurlijke vijand van de Verlichting?

‘De Verlichting wordt deels gekenmerkt door continuïteit met andere denkstijlen. Er is vandaag meer en meer belangstelling voor de christelijk geïnspireerde Verlichting, zowel in Protestantse als in Katholieke middens. Er wordt wel eens vergeten dat beide stromingen elkaar beïnvloedden, elkaar bevruchtten. Er bestond geen zwart-wit-verhaal tussen de rationele Verlichting en de religieuze anti-Verlichting. Dat is een vereenvoudiging van de werkelijkheid die ons vooral niet vooruit helpt.’

‘De relatie tussen religie en het rationele denken, in de strikte zin van het woord, was er meestal één van dominantie. Het rationele probeerde het religieuze te overvleugelen en vice versa. Maar opgelet: religie en conservatisme zijn ook geen twee zijden van dezelfde munt. Religie hangt, haast per definitie, een wereldoverstijgend perspectief aan, terwijl conservatisme net uitgaat van een zeer realistisch, bescheiden mens- en wereldbeeld. Er is een spanning tussen verlichte rationaliteit en religie, maar evenzeer tussen conservatisme en religie. Een conservatisme dat tracht een religieuze samenleving te creëren, dreigt een constructivistische, niet-conservatieve kijk op deze samenleving te promoten. Ik hoed me dan ook voor naïeve allianties tussen religie en conservatisme.’

Liberaal

Uit liberale hoek horen we dat de overheid geen regels mag uitvaardigen over moraliteit. Het recht moet iedere burger de mogelijkheid geven zijn eigen weg uit te stippelen.

‘Er zijn maar weinig rechtsregels die niet met moraliteit te maken hebben. Bepaalde ethische normen vindt een samenleving dermate belangrijk dat ze door de overheid moeten worden afgedwongen. En dat gaat over heel uiteenlopende zaken, van het mededingingsrecht over het huwelijksrecht tot het strafrecht.’

‘We gaan er verkeerdelijk vanuit dat we met een voldoende scherp mes het recht, de moraliteit en de religie klinisch van elkaar kunnen scheiden. Dat onze ethiek losstaat van het geloof en dat onze rechtsregels losstaan van de ethiek. Dat werkt misschien in een laboratorium, maar de mens is geen wezen dat in een laboratorium woont. We kunnen niet scheiden wat onscheidbaar is.’

Sommige conservatieven zien met lede ogen aan hoe moraliteit en bestuur steeds verder verwetenschappelijkt worden. Denk aan de invloed van wetenschappers op het coronabeleid of op ethische kwesties zoals abortus.  

‘In een samenleving waar maar weinig consensus is, begrijp ik de hoop van beleidsmakers om via de omweg van de wetenschap een bepaalde consensus te fabriceren. Wanneer virologen zeggen dat de beste manier om corona te bestrijden de vaccinatie van de bevolking is, dan is dat voor mij een argument dat zeker relevant is. Maar wanneer men vervolgens zegt dat het verkeerd of immoreel is om daartegenin te gaan, zouden virologen de eersten moeten zijn om te zeggen dat het niet dat is dat zij hebben gezegd – en dat geldt natuurlijk in minstens gelijke mate voor uitspraken van juristen!’

‘De verleiding is groot om als deskundige te oordelen over het gehele plaatje, terwijl de eigen expertise beperkt is tot een bepaald onderdeel. Dat kan en mag, maar het moet duidelijk zijn dat de expert in kwestie dat niet met een bijzonder gezag doet. Een expert moet de zelfdiscipline hebben om te zeggen: “Tot hier reikt mijn discipline, mijn expertise en vanaf hier spreek ik als gewone burger. Ik spreek niet langer met een bijzonder gezag.”’

U las het deskundigenrapport over de versoepeling van de Belgische abortuswet?

‘Jazeker. Politici moeten opletten met de introductie van wetenschap wanneer een kwestie niet (enkel) wetenschappelijk is. Ik heb me meermaals geërgerd aan de beleidsmatige standpunten die ingenomen werden, terwijl de leden van de commissie over die specifieke materie geen bijzonder gezag konden laten gelden.’

‘Betekent dat die personen moeten zwijgen? Zeker niet. Mensen, ook experten, hebben het recht om tussen te komen. Maar bewaak, alstublieft, het onderscheid tussen het optreden als deskundige en het optreden als niet-deskundige. Het zal de wetenschap ten goede komen, het zal het beleid ten goede komen en het zal de kwaliteit van het debat ten goede komen.’

Het boek Het bewaren waard is te koop in onze webshop.

Roan Asselman (°1996) studeerde rechten (KUL), vermogensbeheer (EMS) en vennootschapsbelasting (FHS). Van 2020 tot 2023 was hij werkzaam als zakenadvocaat aan de Brusselse Balie. Roan werkt sinds 2019 mee aan Doorbraak. Vandaag is hij lid van de redactie verantwoordelijk voor de vrije tribunes (het 'Forum'), verzorgt hij de rubriek 'Amerika in Alle Staten' en is hij samen met David Neyskens te horen in de driewekelijke Amerikapodcast. In 2023 verscheen van zijn hand 'Amerika Ontrafeld. Over de cultuurstrijd die een natie verscheurt', uitgegeven door Doorbraak Uitgeverij. Roan is tevens voorzitter van het Custodes Instituut, een conservatieve denktank actief in de Lage Landen.

Commentaren en reacties