Frankrijk als verlichte natie?
Het succes van het Front National roept de vraag op tot hoe diep de wortels van het Franse rechts-radicalisme reiken. Het debat gaat over het zelfbewustzijn van Frankrijk als ‘verlichte’ natie
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementVan 1940 tot 1944 kende Frankrijk op een gedeelte van zijn grondgebied een regime dat met Nazi-Duitsland collaboreerde. Het zogenaamde Vichy-regime onder leiding van maarschalk Pétain deed dit naar eigen zeggen ter ‘bescherming van land en natie’. In Frankrijk is er nu een debat ontbrand over de vraag of ‘le fascisme français’ een importproduct uit Duitsland en Italië was dan wel of zijn wortels dieper terugreiken in de geschiedenis. Volgens de politicoloog René Rémond was de Franse rechterzijde geïnspireerd door het denken van royalisten die droomden van het herstel van de monarchie en door Bonapartisten met heimwee naar een sterk gezag. In die optiek zou Frankrijk geen ‘revolutionair rechts’ hebben voortgebracht, maar zelfs ‘immuun’ geweest zijn voor een fascisme dat de waarden van de verlichting met de voeten trad zoals het Duitsland van Adolf Hitler en het Italië van Benito Mussolini. Tegen dat beeld verzet zich de historicus Zeev Sternhell, die in 1934 in het Poolse Przemysl geboren werd en in Israël een academische carrière uitbouwde. Sternhell geldt als een van de wereldautoriteiten op het vlak van de studie van het fascisme.
‘Nationale energie’
Volgens Sternhell zou er een directe ideologische lijn lopen van bepaalde rechts-radicale stromingen in 19de -eeuws Frankrijk naar Vichy. De Israëlische professor met nauwe banden met Frankrijk denkt daarbij aan wat er gebeurde in de nasleep van de affaire Dreyfus. Eind 19de eeuw was Frankrijk verdeeld in twee kampen over Alfred Dreyfus, de joods-Franse officier die – zo bleek later – ten onrechte beschuldigd was van spionage voor Duitsland. Links en rechts stonden toen met getrokken messen tegenover elkaar. Antisemitisme voedde de haat van de Franse nationalisten jegens Dreyfus. In zijn boek ‘Ni droite ni gauche. L’idéologie fasciste en France’ (1983) wees Sternhell erop dat de hele heisa rond de zaak Dreyfus leidde tot het ontstaan van de Action Française – een groep nationalistische intellectuelen rond de auteur Charles Maurras met sterke antidemocratische en antisemitische trekken – en waaruit later in de jaren ’20 en ’30 van vorige eeuw fascistische partijen zouden voortspruiten. Elf jaar eerder al had Sternhell in zijn boek ‘Maurice Barrès et le nationalisme français’ geschreven dat de Franse romancier Barrès de idee van ‘la terre et les morts’ als kernstuk van de nationale identiteit plaatste tegenover het abstracte denken van de verlichting. Barrès zou als auteur van ‘Le Roman de l’énergie nationale’ de bakens hebben uitgezet voor een ‘revolutionair rechts’ en een xenofoob nationalisme als voorafspiegeling van het fascisme. Sternhell heeft die visie op Vichy als erfgenaam van een vijandig tegenover de verlichting staande ideologie nog eens bekrachtigd in het interviewboek ‘Histoire et Lumières. Changer le monde par la raison. Entretiens avec Nicolas Weill’ (Albin Michel 2014).
Verweer
‘Vichy’ ligt gevoelig in Frankrijk. Collaboratie met Nazi-Duitsland strookte niet met het beeld van ‘la Résistance’. Vroegere Franse presidenten als Charles de Gaulle en Georges Pompidou wilden de periode van Vichy liefst prijsgeven aan de vergetelheid. Maar wat als Vichy inderdaad ideologische voorlopers had? Als Sternhell gelijk zou hebben, was dan ook niet het Franse patriottisme van rechts-radicale signatuur aangetast door fascisme en antisemitisme? Tegen Sternhell komen echter enkele historici in het verweer met de bundel ‘Fascisme français? La controverse’ (CNRS 2014). Ook al pleiten ze Vichy niet vrij van ‘une connotation antisémite’, maken ze wel een verschil tussen een autoritair en een fascistisch regime : ‘Contrairement à ce que pense Zeev Sternhell, toute exigence d’autorité n’est pas synonyme de totalitarisme’. Ook al wordt er soms op de man gespeeld – bijvoorbeeld wanneer een historicus Sternhell bestempelt als ‘dappere soldaat van Israël, het land dat sinds 1967 zijn territorium uitbreidt’ –, er is eindelijk een debat over de rol van de verlichting en haar vijanden in de Franse ideeëngeschiedenis en over de plaats van rechts-radicalisme in de politieke geschiedenis van Frankrijk als zelfverklaarde verlichte natie.
Dirk Rochtus (1961) is hoofddocent internationale politiek en Duitse geschiedenis aan de KU Leuven/Campus Antwerpen. Hij is voorzitter van het Archief en Documentatiecentrum voor het Vlaams-nationalisme (ADVN). Zijn onderzoek gaat vooral over Duitsland, Turkije, en vraagstukken van nationalisme.
Vandaag is het precies een kwarteeuw geleden dat Merkel in een historisch opiniestuk afrekende met Helmut Kohl en zo de macht binnen de CDU greep.
Amerikakenners Roan Asselman en David Neyskens bespreken de actualiteit aan de overkant van de oceaan.