Franse scholieren steeds vaker ‘vermomd als Afghanen’
Onderwijsminister Attal verbiedt per omgaande abaja en khamis op scholen.
Links: onderwijsminister Gabriel Attal en rechts: een voorbeeld van een ‘abaja’
Het dragen van islamitische kleding had een vlucht genomen op Franse scholen. In het nieuwe schooljaar mag dat niet meer. Hoe zal dat aflopen?
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementAanstaande maandag gaat Frankrijk weer naar school en afgelopen zondag gooide onderwijsminister Gabriel Attal nog even een knuppel in het multiculturele hoenderhok. Hij maakte bekend dat meisjes in een abaja niet meer welkom zijn op openbare scholen. De abaja is een wijd, lichaamsbedekkend gewaad over de kleren heen, meestal zwart, met of zonder hoofddoek. Gedragen door moslimvrouwen die zichtbaar geloofsgetrouw willen zijn.
Scheiding van Kerk en Staat naleven
Een lawaaiige binnenkomer voor de 34-jarige Attal, een van de jongste ministers ooit. Net vijf weken op Onderwijs na het echec van zijn voorganger, Pap Ndiaye. Deze zwarte historicus had het maar veertien maanden volgehouden en op bijna alle punten gefaald. Vooral door zijn laksheid ten aanzien van het handhaven van de laïciteit, de scheiding van Kerk en Staat.
In een speciale wet van 2004 werd vastgelegd dat die scheiding op openbare scholen strikt moet worden nageleefd. Opzichtige religieuze symbolen en kleding zijn officieel verboden. Een kruisje om je nek mag, maar een gewaad dat het hele lichaam bedekt, niet.
Neutrale school
De bedoeling van de laïcité is niet religie te verbieden — zoals islamisten graag roepen, maar om het klaslokaal neutraal te houden. Dat wil zeggen, vrij van zichtbare kenmerken van welke religie dan ook.
Het dragen van de abaja en in mindere mate de khamis – het equivalent voor mannen — heeft vooral onder invloed van fanatieke moslimgroepen de laatste jaren een enorme vlucht genomen. Met name de in Frankrijk zeer actieve Moslimbroederschap stookt moslimjongeren op.
Aantasting laïciteit
Le Figaro citeert een intern overheidsdocument waarin dit met zoveel woorden vermeld staat: de laïciteit op scholen wordt in toenemende mate aangetast door het dragen van religieuze kleding en symbolen. Het afgelopen schooljaar zag de sterkste stijging ooit. Volgens opinieblad L’Opinion ‘wordt het onderwijs geconfronteerd met een epidemie van islamitische klederdracht’.
Attal kondigde in feite niet veel meer aan dan na negentien jaar eindelijk de wet te gaan handhaven. Toch protesteert de extreemlinkse Franse oppositie in koor. Vooral de afgevaardigden van La France Insoumise, van Jean-Luc Mélenchon.
‘De regering begint het nieuwe schooljaar met een islamofobie-campagne’ zegt het opgewonden standje Daniëlle Obono.
Mélenchon spreekt zelf over een ‘nieuwe godsdienstoorlog’.
Met mensenrechten schermen
Veel moslims delen dit hysterische gezwets niet. De gezaghebbende Confederatie van Franse Imams, bijvoorbeeld, liet bij monde van voorzitter Hassan Chalghoumi — imam van de grote moskee van Parijs — weten blij te zijn met de ‘moedige maatregel’. Chalgoumi vindt ook dat de abaja als religieus symbool geen plaats heeft op scholen. ‘Het kledingstuk wordt misbruikt door islamistische organisaties om tweedracht te zaaien en de politieke islam terrein te laten winnen’, zegt hij.
De Moslimbroederschap zegt juist dat het helemaal niet om islamitische kleding gaat. Zij gooit het over de boeg van een schending van mensenrechten. Het is al jaren hun vaste strategie: mensenrechten aanwenden om hun radicale agenda door te drukken. Daarin krijgen ze steun van de Europese Unie en het Europese Hof voor de Mensenrechten. En vooral door islamitische landen, die Frankrijk telkens weer om de oren slaan met mensenrechten, zodra ze vinden dat moslims een strobreed in de weg wordt gelegd. Het wrange is dat die mensenrechten in deze landen zelf nagenoeg onbekend zijn.
Institutionaliseren van islam
Extreemlinks en de Groenen in de Assemblée spelen dit spel mee. Ook zij beweren dat de abaja helemaal geen religieus symbool is, maar wel ‘traditionele’ of ‘cultuurgebonden’ kleding. Ze hebben al aangekondigd het constitutionele hof in te schakelen om minister Attal terug te fluiten. Het is voor hen te hopen dat de rechters het tv-fragment uit 2012 niet te zien krijgen, waarin hun grote roerganger Mélenchon luidkeels verkondigt dat het natuurlijk niet de bedoeling is dat Franse scholieren ‘vermomd als Afghanen’ naar school gaan.
Waar de moslimbroeders en consorten uiteindelijk naar lijken te streven, is het institutionaliseren van de islam in Frankrijk. Dan gaat het inderdaad niet zozeer om de religie, maar om de hele cultuur. Dus om een andere beschaving dan de Franse. Niet voor niks stoken ze ieder jaar opnieuw het vuurtje over het dragen van de boerkini op het strand en in het zwembad op. Dat zal nu ook gebeuren met de abaja. Islamistische influencers zijn op internet al volop in de aanval. Ze roepen scholieren op tot algemene burgerlijke ongehoorzaamheid, of erger.
Diversiteitscultus
Minister Attal is niet in de aanval, maar in de verdediging tegen het offensief van de politieke islam — die de tolerantie van de Republiek misbruikt om haar te ondermijnen. Zowel de duidelijk herkenbare islamitische kleding als het moedwillig laten mislukken van integratie maken deel uit van de identitaire cultuuroorlog die islamisten voeren. Het tragische is dat het perspectief van een radicale culturele omschakeling het zogenaamd progressieve deel van de Franse politiek juist zo aanspreekt.
De politicus Bruno Roger-Petit, aartsvader van de diversiteitscultus en ooit nog adviseur van zowel Macron als Hollande, schreef in 2014: ‘Er komt een dag in deze eeuw dat de president van de Republiek Mohamed heet, of Ahmed, of Noureddine. Wat een fantastisch vooruitzicht…!’
Eén jaar later verscheen Soumission (Onderwerping), van schrijver Michel Houellebecq, waarin hij die dag precies beschrijft. Zij het dat hij er minder positief over was, om het zacht uit te drukken. Het boek maakte hem gehaat bij de zogeheten islamo-gauchistes: de extreemlinkse Franse elite die de radicale islam vanuit een misplaatst cliëntelisme blijft verdedigen. In Soumission noemt Houellebecq dit islamo-gauchisme ‘een wanhopige poging van hersendode marxisten om zichzelf aan de islam uit de vuilnisbak van de geschiedenis te trekken’.
Sisser
Intussen blijft vooral spannend wat er deze maand op Franse scholen gaat gebeuren. De meeste schoolhoofden lijken het met minister Attal eens, evenals een forse meerderheid van het Franse volk. Het zou dus met een sisser af kunnen lopen. Of is de burgeroorlog die velen vrezen opnieuw een stap dichterbij gekomen?
Categorieën |
---|
Tags |
---|
Mathematicus, documentairemaker (oa VPRO, KRO, NCRV, AVRO), schrijver van één roman ('De Knapste Man van Nederland', Augustus), laatstelijk chroniqueur.
Dat Gisèle Pelicot het proces tegen haar verkrachters openbaar wilde hebben heeft grote gevolgen. De Franse wet over verkrachting staat op de helling.
Amerikakenners Roan Asselman en David Neyskens bespreken de actualiteit aan de overkant van de oceaan.