JavaScript is required for this website to work.
Binnenland

Functionele tweetaligheid eist eerste slachtoffer

Pieter Bauwens1/4/2018Leestijd 3 minuten

Tweetaligheid

Tweetaligheid

foto © Reporters

De verplichte functionele tweetaligheid voor ambtenaren eist een eerste Franstalig slachtoffer. Een schande en de schuld van de N-VA, kopt Le Soir. Pieter Bauwens dook in de cijfers en zag weinig protest. Conclusie: functionele tweetaligheid werkt.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

‘Un haut fonctionnaire francophone licencié après l’échec d’un examen linguistique renforcé par la N-VA’ zo kopt Le Soir vrijdag 30 maart 2018. Ze hebben het over de functionele tweetaligheid. Stel u voor, een Franstalige topambtenaar kon niet aanblijven omdat hij niet slaagde voor een taalexamen Nederlands in België in 2018. Een ongehoorde schande volgens Le Soir en de schuld van de N-VA.

In 2016 kon de N-VA pronken met een communautaire trofee, de functionele tweetaligheid van de topambtenaren werd realiteit. Die functionele tweetaligheid werd wet in 2002, maar de uitvoering kon pas gerealiseerd worden in 2018. Concreet betekent dat dat de ambtenaren die andere ambtenaren moeten evalueren, moeten bewijzen dat ze dat kunnen in de andere landstaal. Die functionele tweetaligheid was een Belgische uitvinding. Het is geen tweetaligheid, maar geen eentaligheid, de bestaande examens voor tweetaligheid opleggen aan de topambtenaren bleek te moeilijk. En zelfs de functionele tweetaligheid invoeren was een heel erg lange en moeilijke bevalling. En nu is ook de consequentie een probleem.

Geen mandaat voor mandaathouder

Ondertussen is de wet in actie en zijn de topambtenaren richting examen gestapt en dus zijn er cijfers. Tot nu toe slaagde één mandaathouder niet binnen de aangegeven periode (zes maanden voor nieuwe mandaathouders, 2,5 jaar voor wie al een mandaat had) en kan die zijn mandaat niet verder zetten. Er is dus door de wet op de functionele tweetaligheid een topambtenaar zijn job kwijt. Het zou gaan om een Franstalige topambtenaar in de FOD Economie.

Het meest opmerkelijke nog is dat die mandaathouder niet tegen zijn ontslag in beroep is gegaan en dat niemand van de mandaathouders de wet op de functionele tweetaligheid heeft aangevochten. Dat is in België nochtans de gewone procedure. Vlamingen onderhandelen verschillende keren en doen verschillende toegevingen en als de wet er is wordt hij onderuit gehaald door de Raad van State. Het kabinet Vandeput kan die pluim op de hoed steken. Een pluim die de minister wel kan gebruiken in deze turbulente tijden.

Juridische woordenschat

Want eenvoudig was het niet, eerst de wet erdoor krijgen, dan de test ontwikkelen, er lagen heel wat angels en klemmen onderweg die vermeden moesten worden. De mandaathouders worden mondeling ondervraagd over hun kennis van de administratieve en juridische woordenschat. De slagingspercentages (zie tabel) liggen bij de ambtenaren met Frans als tweede taal op 91 procent (20/22), bij die met Nederlands als tweede taal op procent (22/30).

 DeelnemersGeslaagdSlagingspercentage
FR (taal die getest wordt)222091%
mondeling222091%
NL (idem)302273%
mondeling302273%
Total  81%

 

Om die proef voor te bereiden wordt een online syllabus aangeboden door Selor die een volledig overzicht geeft van de te kennen administratieve en juridische woordenschat. Daarnaast zijn er voorbereidingstips. Die zijn gebaseerd op de testinstructies die beschikbaar zijn in de rubriek “Open Opleidingen“ van de e-campus. En de mandaathouders staan er niet alleen voor. Zij kunnen beroep doen op dezelfde ondersteuning als andere federale ambtenaren en hebben bovendien de mogelijkheid gebruik te maken van een individuele coaching. 29 Mandaathouders (van de 52 die examen aflegden) deden beroep op een individuele taalcoaching georganiseerd door DG R&O.

Evaluatie in twee talen

De evaluerende ambtenaren moeten hun kennis van de tweede taal bewijzen in een specifieke mondelinge proef. Tijdens die proef wordt een evaluatiegesprek gesimuleerd. Daarnaast is er een schriftelijke proef (op computer) begrijpend lezen en controle van de inhoud van een tekst op PC, niveau C1 (dat is een officieel taalniveau). In de volgende tabel de cijfers van alle doelpublieken van het examen.

 

 DeelnemersGeslaagdSlagingsprecentage
FR (taal die getest wordt)  
mondeling21512458%
pc11410289%
NL (taal die getest wordt)   
mondeling1065754%
pc663655%

Ook hier worden de ambtenaren niet aan hun lot overgelaten. Om de mondelinge proef voor te bereiden kunnen ze onder andere beroep doen op voorbereidingstips gebaseerd op de testinstructies waar ze voorbeelden vinden van evaluatiegesprekken, sleutelzinnen en verschillende scenario’s van evaluatiegesprekken.

Om de schriftelijke proef voor te bereiden krijgen de evaluerende ambtenaren de mogelijkheid om elektronisch een soort proeftest af te leggen die de passieve taalvaardigheid evalueert. Ze krijgen tips ter voorbereiding gebaseerd op de testinstructies en hebben toegang tot een databank met dezelfde soort oefeningen als in de taaltest.

Functionele tweetaligheid

Blijkbaar is al die inspanning tot ondersteuning moeite genoeg om de testen niet aan te vechten voor de Raad van State. En blijkbaar zijn de examens goed genoeg om de resultaten niet aan te vechten bij de Raad van State. Maar aan de slaagpercentages te zien is er nog heel wat werk eer alle evaluatoren beschikken over een gecertifieerde functionele tweetaligheid.

Voor Topambtenaren betekent niet slagen, zoals voor een ambtenaar al het geval was, het einde van het mandaat. Voor gewone leidinggevende ambtenaren betekent niet slagen voor de taaltest dat ze geen medewerkers meer mogen evalueren in hun tweede taal. Dat heeft uiteraard een impact op de organisatie en op hun gezag.

We moeten dus concluderen dat de functionele tweetaligheid wel degelijk werkt. Het is een stap in de goede richting naar de tweetaligheid van de ambtenaren. Voor Franstaligen blijft dat principe blijkbaar een schande.

Pieter Bauwens is sinds 2010 hoofdredacteur van Doorbraak. Journalistiek heeft hij oog voor communautaire politiek, Vlaamse beweging, vervolgde christenen en religie.

Commentaren en reacties