Voeg Waals Gewest en Franstalige Gemeenschap samen
Een oproep tot de Franstaligen
Jules Gheude
foto © Coralie Cardon
Jules Gheude houdt een pleidooi voor een noodzakelijke fusie van de Franse Gemeenschap en het Waals Gewest – zonder de Duitstaligen.
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementGeregeld verhieven zich de laatste 35 jaar Waalse stemmen die de opheffing van de Franse Gemeenschap van België eisten. Vlaanderen anderzijds heeft allerminst de intentie om aan de Vlaamse Gemeenschap te raken, want die laat het toe om de Vlaamse minderheid in Brussel doeltreffend te beschermen, van de wieg tot het graf, zoals François Perin zei.
Van begin af aan heeft Vlaanderen er trouwens voor gekozen om aan de Gemeenschap de bevoegdheden toe te kennen die aan het Gewest toevielen. Het Vlaams Parlement gaat dus over wetgeving betreffende zowel regionale als gemeenschapszaken. Het heeft zijn zetel in Brussel en telt 124 afgevaardigden, rechtstreeks verkozen bij algemeen stemrecht: 118 voor het Vlaamse Gewest, en 6 voor het gewest Brussel-Hoofdstad. De Vlaamse Regering, ook met zetel in Brussel, telt 9 ministers.
Ook de Franstaligen hadden voor die fusie van Gewest en Gemeenschap kunnen kiezen. De liberale PRL [Parti réformateur libéral in 2002 opgegaan in de MR, Mouvement Réformateur. nvdv] was die fusie overigens gunstig gezind, maar zij stuitten op de terughoudendheid van de PS, die vreesde in een groter geheel haar Waalse overwicht te zien verwateren. Men ontdubbelde dus de instellingen, de Regionale met zetel in Namen, en in Brussel die voor de Gemeenschap. De Waalse regering telt nu 7 leden, evenveel als de Franse Gemeenschapsregering (waarvan twee leden ook in de Waalse regering zetelen). Het Waalse Parlement telt 75 leden, direct verkozen bij algemeen stemrecht. Het Parlement van de Franse gemeenschap telt dan weer 94 leden, 75 verkozenen uit het Waalse Parlement, en 19 die in het gewest Brussel-Hoofdstad op de Franse taalrol staan.
Je hoeft geen ervaren boekhouder te zijn om te snappen wat voor besparingen Vlaanderen jaar na jaar hieruit haalt.
Even de geschiedenis in herinnering brengen
François Perin doet het verhaal: ‘Gol was een gecultiveerde geest en ervan overtuigd dat wij zonder de Franse cultuur niets voorstelden. Voor hem was een regionalistische Waalse cultuurideologie het toppunt van mediocriteit. Al van 1979 af bepleitte de PRL een fusie van Gewest en Gemeenschap, om Brussel niet op te geven. Ik herinner me zijn geweldige woede op het partijbureau, toen André Damseaux en Jacqueline Mayence overstag gingen, en de vestiging van Namen als hoofdstad van Wallonië steunden. ‘Er zijn maar twee hoofdsteden mogelijk,’verklaarde hij. Als het Brussel niet is, dan ken ik er een andere, met een heel wat grotere faam.’ De naam Parijs sprak hij niet uit, maar…
Omdat Vlaanderen het tot stand brengen van een volwaardig Brussels Gewest uit alle macht probeerde af te remmen, was het standpunt van Jean Gol zeer begrijpelijk. Tot elke prijs diende men te vermijden dat Brussel in de Vlaamse beugeltas verdween. Het Gewest Brussel kwam uiteindelijk in 1988 ter wereld. Bij wijze van compensatie voor Vlaanderen had de PS ervoor gekozen om José Happart op het altaar van de Voer te offeren. Deze Waalse ultraregionalist, aan wie de Brusselaars een gebrek aan solidariteit verweten, kon nu antwoorden: ‘Ik niet solidair? Maar het is aan mij te danken dat het Brussels Gewest het licht zag!’
En niet enkel was het Brusselse Gewest er nu, het was in 1989 zelfs het eerste dat zijn parlement verkozen zag bij algemeen stemrecht.
Blijvende consequenties
Vanaf dat moment namen de zaken een andere wending. Al was het Gewest Brussel-Hoofdstad dan een enclave in Vlaams grondgebied, om toe-eigeningspogingen vanuit Vlaanderen te dwarsbomen, kon men zich van dan af beroepen op eigen grenzen. [de opinie van Mark Grammens hierover las u eerder hier. nvdv] Interessant is de vaststelling dat bij het uiteenspatten van het federale Joegoslavië, er rekening werd gehouden met de interne administratieve grenzen (rapport van de Commissie Badinter, 1992), terwijl voorheen de regel van het internationale recht uti possidetis iuris (‘zodat u rechtens zult bezitten’ – met name wat u voorheen al bezat. nvdv) enkel van toepassing was op de buitengrenzen van een verdwenen staat. Dit zou als jurisprudentie kunnen gelden. In België kunnen enkel de gewesten Wallonië, Vlaanderen en Brussel, en de Duitstalige gemeenschap geografisch afgebakend worden. Dat zijn dus de grenzen waarmee rekening zou worden gehouden, mocht het tot de verdwijning van de Belgische staat komen.
Wijlen Xavier Mabille, ooit voorzitter van het Crisp [Centre de recherche et d’information sociopolitiques (Centrum voor sociaalpolitiek onderzoek en informatie), opgericht in 1958, legt zich toe op de studie van de politieke besluitvorming in Belgisch en Europees verband. nvdv] heeft Vlaanderen overigens willen waarschuwen: ‘Als we het in de meest duidelijke termen willen stellen: Vlaanderen – of minstens een meerderheid van de mensen en instellingen die het politiek gestalte geven – zou tot zelfbeslissingsrecht kunnen besluiten. Maar het zou niet tegelijkertijd ook over het lot van Wallonië of dat van Brussel kunnen beslissen.’
Vandaag komt men niet onder de vastelling uit dat, algemeen genomen, de Brusselaars steeds uitgesprokener hun eigenheid benadrukken. In een enquête van 2013 van de VUB-vorser Rudi Janssens, wenste 73,9 procent van de Brusselaars autonomie, mocht België verdwijnen. Amper 4 procent zou bereid zijn met Vlaanderen samen te gaan, en 4,6 procent met Wallonië!
Het probleem met de Franse Gemeenschapsregering
Om terug te komen op de Franse Gemeenschap van België (constitutioneel de enige toegelaten benaming): haar toekomst is vandaag in gevaar door het ontbreken van een regering met volle bevoegdheid, als gevolg van de beslissing van Benoît Lutgen om een eind te maken aan de samenwerking met de PS. De voorzitter van DéFi, Olivier Maingain heeft net nog verklaard dat hij bereid was om voor reddende engel te spelen, maar niet tegen om het even welke prijs.
En als de oplossing nu eens in bestond in de fusie Gewest-Gemeenschap, het geheel gevestigd in Namen? Dan hadden we maar één regering meer, en het zou volstaan dat de 19 Franstalige Brusselse leden de verplaatsing maken naar de Waalse hoofdstad, telkens als er gemeenschapskwestie aan de orde zijn. Dat heet zuinig omspringen met de beschikbare middelen.
Voor zover de Franse Gemeenschap niet afgeschaft kan worden (wat een aanpassing van artikel 2 van de Grondwet zou vereisen, maar daar zal Vlaanderen nooit mee instemmen), biedt de hier voorgestelde formule het voordeel van efficiëntie tegen een lagere prijs. De banden van solidariteit tussen Wallonië en Brussel zouden er in geen enkel opzicht onder lijden.
De francofonen kunnen deze formule makkelijk op hun eentje toepassen door de grondwettelijk vereiste meerderheden tot stand te brengen (in de parlementen van de Franse Gemeenschap en van Wallonië, en binnen de groep Franstaligen van het parlement van het gewest Brussel-Hoofdstad). Tenslotte is dit onze eigen zaak, Vlaanderen is er niet bij betrokken. Blijft de vraag of het partijgekibbel vandaag wil wijken voor de rede, en voor het algemeen belang.
Wat nu de Duitstalige bevolking betreft: het is altijd al een vergissing geweest deze in het Waalse Gewest onder te brengen. Het is een volwaardig gewest, en het zou navenant ook de beschikking moeten krijgen over volwaardige instrumenten.
Vertaling: Marc Vanfraechem
Categorieën |
---|
Jules Gheude (1946) is oud-medewerker en biograaf van François Perin. Hij publiceerde meerdere essays over de Belgische communautaire kwestie. In 2009 was hij voorzitter van de Staten-Generaal van Wallonië, een burgerinitiatief om de Waalse geesten van het post-Belgische tijdperk bewust te maken. Sinds 2010 bezielt hij de Gewif (Groupe d’Etudes pour la Wallonie intégrée à la France). Van 1982 tot 2011 was hij directeur aan Wallonie-Bruxelles International (WBI).
De voorzitters van PS, MR en Ecolo zouden een compromis bereikt hebben over de reorganisatie van de Franstalige instellingen. Al is die niet volledig.
‘Afgrond’ verhaalt de waargebeurde verhouding tussen Venetia Stanley en de veel oudere Britse premier Henry Asquith, die leidde tot een kabinetscrisis.