JavaScript is required for this website to work.
POLITIEK

Geert Bourgeois: ‘Welke rechtgeaarde nationalist kan nu nog op Vlaams Belang stemmen?’

Eindejaarsinterview

Horizon 2024Filip Michiels31/12/2023Leestijd 7 minuten
Geert Bourgeois.

Geert Bourgeois.

foto © Belga Image

Geert Bourgeois neemt in 2024 afscheid van de actieve politiek. Maar hij blikt trots achteruit en vol vertrouwen vooruit.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Voor Geert Bourgeois is het een uitgemaakte zaak: in 2024 staat hij voor de allerlaatste keer op een lijst. Een mandaat zal de éminence grise van N-VA zelf niet meer opnemen, maar hij droomt wel hardop van een vierde Europese zetel voor zijn partij. En hij is er rotsvast van overuigd dat N-VA in 2024 ook nationaal en regionaal beter zal scoren dan algemeen verwacht. ‘Aan ons om de Vlaming die écht verandering wil ervan te overtuigen dat een stem op Vlaams Belang nergens toe leidt.’

Als uittredend Europees Parlementslid bent u volgend jaar lijstduwer op de Europese lijst van N-VA. Blijft u bij uw al eerder genomen besluit om de actieve politiek in 2024 definitief vaarwel te zeggen, ook mocht u onverhoopt veel stemmen binnenhalen?

Geert Bourgeois: ‘Ik denk dat we echt wel kans maken om een extra Europese zetel binnen te rijven, en daar zal ik me ook hard voor inzetten, maar ik ga die zetel zelf niet innemen. Het is tijd voor de jongere generatie nu, ik ben 57 jaar politiek actief en zal dan 47 jaar aan een stuk verschillende mandatenbekleed hebben. Het is dus mooi geweest, al wil ik wel graag in het partijbestuur en in de partijraad blijven zetelen.’

U heeft er nu bijna vijf jaar in het Europees Parlement opzitten. Hebben die Europese jaren uw visie op de EU veranderd?

‘Ook als minister-president was ik al heel erg actief op het Europese niveau, en ik heb niet het gevoel dat mijn visie de voorbije jaren nu ingrijpend veranderd is. Dé centrale tegenstelling blijft die tussen de heel centralistische topdown-visie van mensen zoals Guy Verhofstadt versus een EU die van onderuit wordt opgebouwd en alleen die bevoegdheden opneemt waarin ze echt meerwaarde kan bieden.’

‘Wél is me het verschil opgevallen tussen enerzijds het Europees Parlement en anderzijds de andere parlementen waarin ik ooit al gezeteld heb. De EU heeft geen regering of oppositie en in het Europees Parlement is er ook amper een debat die naam waardig. Ook al omdat je er met 705 parlementsleden zit, zodat de spreektijd altijd zeer beperkt blijft. Je moet er dus veel meer netwerken, collega’s proberen te overtuigen of de bevoegde commissarissen rechtstreeks contacteren om hen van je visie te overtuigen. Wat in mijn geval vaak heel lastig was: de facto deelt in het Europees Parlement doorgaans een groen-linkse meerderheid de lakens uit. De ideologische vooringenomenheid tegenover onze ideeën was dus vaak heel groot.’

‘Last but not least: het Europees Parlement beschikt over veel te weinig controlebevoegdheden. In al hun goedheid dalen de commissarissen zelf hooguit twee keer per jaar neer in de bevoegde commissies. Dat is natuurlijk om te lachen.’

Daar staat tegenover dat je je in het Europees Parlement niét moet schikken naar de partijdiscipline. Je geniet er als individueel parlementslid veel meer vrijheid en kan er soms verrassende allianties sluiten om bepaalde voorstellen goedgekeurd te krijgen?

‘Dat klopt inderdaad. Wij hebben binnen onze fractie (de centrumrechtse ECR, red) altijd de eigen N-VA-lijn gevolgd en dus zeker niet altijd meegestemd met de andere fractieleden. In een nationale context is het altijd meerderheid versus minderheid en speelt de partijtucht veel sterker.’

De EU staat vandaag op een belangrijk kruispunt, met tal van interne en externe uitdagingen. In welke richting ziet u Europa de komende jaren evolueren: almaar centralistischer, met een almaar grotere rol voor ‘Brussel’, of toch eerder met meer macht voor de lidstaten?

‘Ik heb het gevoel dat de centralistische Verhofstadt-visie het niet zal halen. Ik merk dat de lidstaten almaar meer tegengas geven. Dat hebben we nu net nog vastgesteld bij de goedkeuring van het asiel- en migratiepact – dat finaal nog stevig is bijgestuurd door die lidstaten – maar het is een trend die zich al langer doorzet. Neem nu de nieuwe Europese AI-wetgeving, waar ikzelf ook nauw bij betrokken was. Een meerderheid in het Europees Parlement stuurt daarbij vooral aan op gigantisch veel regelgeving, maar toont zich blind voor het feit dat amper vier procent van de wereldwijde AI-investeringen wereldwijd uit Europa komen. De rest van het speelveld is haast exclusief Amerikaans en Chinees. Mij lijkt het dan prioritair om vooral de eigen AI-industrie een boost te geven en zo de eigen economieën te laten groeien, eerder dan hierin het Europees Parlement te volgen dat vooral oog heeft voor een strenge regulering. Ook daarin stuurden de lidstaten bij.’

Gaan we onvermijdelijk toch ook niet richting meer EU?

‘De EU telt 450 miljoen inwoners en is op economisch vlak uiteraard een wereldspeler, maar tegelijk kunnen we hier ook terugvallen op een unieke gigantische culturele en taalkundige verscheidenheid en rijkdom. We moeten die eenheid in verscheidenheid absoluut bewaren, samenwerken heeft voor mij enkel zin als daar ook meerwaarde aan vasthangt. Zo niet blijven de lid- of deelstaten bevoegd. De doorsnee burger heeft het nu al lastig om te volgen wat er nationaal in Brussel gebeurt, laat staan dat hij wakker zou liggen van wat er in bulgarije of Portugal zoal speelt.’

U kan toch moeilijk ontkennen dat de huidige beslissingsprocedures niet meer werken? Hongarije – of een andere lidstaat – kan nu in zijn eentje financiële hulp aan Oekraïne blokkeren. Zo raak je uiteraard nergens.

‘Dat klopt. Op vlak van buitenlands beleid stellen wij dan ook voor dat er eerst met unanimiteit beslist wordt over een soort strategisch kader, dat bepaalt hoe de EU zich de komende jaren politiek moet profileren. Daarna moet je binnen dat kader beslissingen met een gekwalificeerde meerderheid kunnen nemen, en valt die vereiste unanimiteit dus weg. Daarvoor is er, in tegenstelling tot wat onder meer Guy Verhofstadt beweert, helemaal geen nieuw verdrag nodig. Er kan gebruik worden gemaakt van een overbruggingsclausule. Wij wijzen een centralistische, opgeblazen superstaat die ver van de mensen staat radicaal af.’

We willen de EU niet laten vervellen tot een soort van lege doos, maar de meerwaarde blijft wel een absolute vereiste

N-VA is eurokritisch maar niet anti-EU?

‘We zijn een pro-Europese partij die de meerwaarde van de EU inziet. Die heeft Europa een nooit geziene stabiliteit gebracht, terwijl de eengemaakte markt Vlaanderen onvoorstelbaar veel welvaart heeft bezorgd. Ik heb de tijd nog meegemaakt dat West-Vlaamse machines de grens niet over raakten, altijd was er wel ergens een moer of een schroef die zogezegd niet voldeed aan de Franse normen. Vandaag kunnen we vrij exporteren, en als je de beste bent in je sector dan ligt er voor 7 miljoen Vlamingen nu een markt van 450 miljoen Europeanen open. We willen de EU dus niet laten vervellen tot een soort van lege doos, maar de meerwaarde blijft wel een absolute vereiste.’

Hamvraag: waar begint en eindigt die meerwaarde precies? En waar kan en mag de EU zich, in naam van die meerwaarde, allemaal over uitspreken? Mogen we ons bemoeien met de interne keuken van pakweg Polen of Hongarije in naam van de Europese waarden?

‘Voor ons ligt de prioriteit vandaag vooral bij de voltooiing van de interne markt, die nog lang niet afgewerkt is. Op vlak van energie, transport, kapitaalmarkt of digitalisering zijn er bijvoorbeeld nog flink wat stappen te zetten. Daardoor kunnen er ook nog heel veel nieuwe banen gecreëerd worden.’

‘Wat Polen of Hongarije betreft: het europees hof van justitie heeft bevestigd dat de EU effectief bepaalde voorwaarden mag verbinden aan de uitbetaling van Europese fondsen. Je moet daar niet te ver in gaan, lijkt me, maar als het over echt fundamentele dingen gaat – denk aan de scheiding der machten, vrije pers of de onafhankelijkheid van justitie – dan volg ik dat wel. Die waarden zijn te belangrijk, en helaas is Europa op dat vlak intussen echt wel een soort vrijhaven geworden. De EU moet ook meer geopolitiek denken en handelen.’

Toegegeven: onze eenmalige deelname aan de de macht op federaal vlak heeft niet voor de verhoopte omwenteling gezorgd

Iets anders: u lag 22 jaar geleden mee aan de basis van de N-VA. Die partij is intussen uitgegroeid tot een van de grootste partijen van Vlaanderen, maar is ze ook geworden wat u er zelf van verwacht en verhoopt had?

‘Het mag altijd meer zijn natuurlijk, maar het blijft voor mij toch altijd omzien in verwondering. In interviews sprak ik toen de hoop uit dat we ooit misschien een middelgrote partij zouden kunnen worden, goed voor pakweg 15 procent van de stemmen. Die verwachtingen hebben we ruimschoots kunnen overtreffen, en we zijn op Vlaams niveau uitgegroeid tot een bestuurspartij die weet waar de klepel hangt. Toegegeven: onze eenmalige deelname aan de de macht op federaal vlak heeft niet voor de verhoopte omwenteling gezorgd, maar in ons kiessysteem is dat gewoonweg ook bijzonder lastig. Wij gaan dan ook voluit voor een ander systeem, vanuit een the winner takes it all-logica. Pas dan eindig je met een krachtige, slagvaardige regering. Bovendien krijg je zo ook veel sterkere, meer autonome parlementsleden die in eerste instantie hun eigen kieskring vertegenwoordigen. Voldoet die regering of voldoen die parlementairen niet, dan is er voor de kiezer bij de eerstkomende verkiezingen geen twijfel over wie er nu precies moet afgestraft worden.’

U heeft het over N-VA als een ‘echte bestuurspartij’. Velen zullen zeggen dat de partij net veel te veel een partij zoals de anderen is geworden en netjes naar het centrum is opgeschoven, waardoor er nu op rechts een enorm gat gaapt?

‘Daar ben ik het niet mee eens. Om een duidelijk centrumrechts economisch beleid te voeren, moet je ook de hefbomen in handen hebben. Die zitten haast allemaal nog op het federale niveau: van de fiscaliteit over het arbeidsmarktbeleid tot de sociale zekerheid. Je kan ook niet in alle ernst beweren dat Vlaams Belang zo’n centrumrechts economisch beleid zou voorstaan; veel van hun programmapunten op dat vlak zijn eerder links.’

Toch is de kans reëel dat uw kiezers u daarin niet volgen en volgend jaar behoorlijk massaal naar Vlaams Belang verkassen?

‘Daar ben ik nog niet zo zeker van, zeker niet na wat er de voorbije weken aan het licht is gekomen. Natuurlijk zijn er boze kiezers die vooral vanuit de buik zullen stemmen, maar het is onze taak om de Vlamingen die echt verandering willen ervan te overtuigen dat een stem op Vlaams Belang nergens toe leidt. Een partij die niet enkel zoete broodjes bakt met de Chinezen maar op Europees niveau ook met Poetin, dat is toch een regelrechte bedreiging voor Europa? Welke rechtgeaarde Vlaams-nationalist kan nog voor zo’n partij stemmen?’

Worden er geen sluitende afspraken gemaakt over confederalisme, dan stappen wij ook niet in de regering

Je kan natuurlijk ook een andere redenering volgen: een stem op N-VA zal in het beste geval tot een federale regering met de PS leiden, en dus opnieuw tot een beleid dat de Vlaming absoluut niet wil?

‘De lijn die wij nu uitzetten is dat we zo snel mogelijk een federale regering willen vormen waarin duidelijk afspraken worden gemaakt over confederalisme. Dat confederale model zal ons dan toelaten om eindelijk de levensnoodzakelijke hervormingen door te voeren en het beleid te voeren dat de Vlamingen vragen.’

‘Worden er geen sluitende afspraken gemaakt over confederalisme, dan stappen wij ook niet in de regering. Wallonië zal immers heel links stemmen, en die partijen staan elke hervorming in de weg. We zijn vandaag het zieke broertje van de EU geworden, dit land werkt écht niet meer. En de output die we krijgen voor de belastingen die we betalen, is veel te laag.’

Waarom zou de PS in hemelsnaam in een regering stappen met N-VA die uit is op confederalisme? Wat hebben zij daar dan bij te winnen?

‘Dan kunnen ze eindelijk het beleid voeren dat ze echt willen. La vie large, zoals Magnette het in zijn nieuwe boek omschrijft. We zullen ook een degressieve overgangsregeling voorzien voor de transfers: die kan hen dan hopelijk over de streep trekken.’

Filip Michiels is zelfstandig journalist/auteur en schrijft voor diverse Belgische kranten, weekbladen en websites. Hij won tweemaal de Citi Persprijs voor economische journalistiek en was eenmaal genomineerd voor de Belfius Persprijs. In 2022 publiceerde hij de biografie van Bessel Kok: "Chaos & Charisma".

Commentaren en reacties