JavaScript is required for this website to work.
ECONOMIE

Forum

Mythe over biljoenen aan fossiele subsidies

Johan Van Overtveldt (N-VA): ‘We moeten erkennen dat fossiele brandstoffen nog steeds een essentiële rol spelen in onze economie en samenleving.’

Johan Van Overtveldt is de delegatieleider van N-VA in het Europees Parlement. Hij is er voorzitter van de commissie Begroting.

4/1/2025Leestijd 3 minuten
Als benzine en diesel onbetaalbaar worden, verbleken de ‘gele hesjes’ bij de
sociale onrust die zou uitbreken.

Als benzine en diesel onbetaalbaar worden, verbleken de ‘gele hesjes’ bij de sociale onrust die zou uitbreken.

foto © Rawpixel

Johan Van Overtveldt (N-VA): ‘We moeten erkennen dat fossiele brandstoffen nog steeds een essentiële rol spelen in onze economie en samenleving.’

Fossiele brandstoffen zouden wereldwijd genieten van gigantische subsidies, tot wel 7.000 miljard dollar per jaar. Dat becijferde het Internationaal Monetair Fonds (IMF). Maar wat betekent dat cijfer, en klopt het eigenlijk wel? Hoe realistisch is het om te denken dat deze ‘subsidies’ eenvoudig kunnen worden vrijgemaakt voor andere doeleinden?

De waarheid is complexer en minder eenduidig dan klimaatvriendelijke krantenkoppen doen vermoeden. Het bedrag van 7.000 miljard omvat niet alleen directe subsidies zoals belastingvoordelen of prijsverlagingen, maar ook ‘impliciete subsidies’. Dat zijn kosten die voortvloeien uit negatieve neveneffecten of maatschappelijke kosten, zoals CO2-uitstoot, luchtvervuiling en zelfs files.

Als we de berekeningen van het IMF mogen geloven, komen we op mondiale subsidies van 7.000 miljard dollar (7,1 procent van het mondiale bruto binnenlands product), waarvan 18 procent aan expliciete subsidies en 82 procent aan impliciete subsidies.

Het IMF berekent deze subsidies op basis van wat brandstoffen zouden kosten als alle externe maatschappelijke kosten in de prijs waren opgenomen. Maar deze methodiek hangt af van aannames die per land sterk verschillen en moeilijk eenduidig vast te stellen zijn.

Subsidies en belastingen

De echte, directe subsidies voor fossiele brandstoffen zijn slechts een fractie van het genoemde bedrag. Zo becijferde de OESO dat deze in 2022 wereldwijd 1.600 miljard dollar bedroegen. Dit is nog steeds aanzienlijk, maar veel minder dan de 7.000 miljard dollar van het IMF.

In België bedroegen de directe subsidies in 2022 zo’n 7,7 miljard dollar, deels vanwege uitzonderlijke steunmaatregelen tijdens de energiecrisis. Ter vergelijking: de overheid haalde in hetzelfde jaar, alleen al uit belastingen op diesel, pakweg 8 miljard euro aan inkomsten binnen.

Fossiele brandstoffen zijn niet enkel een kostenpost voor overheden, maar ook een bron van aanzienlijke inkomsten

Dit toont een belangrijke realiteit: fossiele brandstoffen zijn niet enkel een kostenpost voor overheden, maar ook een bron van aanzienlijke inkomsten. En die inkomsten worden dan weer aangewend voor tal van overheidsuitgaven die de maatschappij ten goede komen – of dat zouden moeten doen.

Afschaffen

Het idee om impliciete subsidies af te schaffen en brandstoffen volledig te belasten naar hun maatschappelijke kost klinkt voor sommigen misschien aantrekkelijk als slogan, maar in de praktijk zou het rampzalige gevolgen hebben.

Stel dat de prijs van diesel plots stijgt met 41 procent – een realistische schatting volgens de IMF-methodiek – dan betekent dat een enorme schok voor gezinnen en bedrijven. Benzine en diesel zouden onbetaalbaar worden en de ‘gele hesjes’ verbleken bij de sociale onrust die zou uitbreken.

Transport- en energiekosten schieten omhoog, bedrijven verliezen concurrentiekracht en de koopkracht van burgers stort in

In België gaat vandaag meer dan 50 procent van de prijs aan de pomp al naar de belastingsdienst. Als de ‘sociale kost’ hieraan toegevoegd wordt, draagt de consument praktisch alle externe kosten. Het gevolg? Transport- en energiekosten schieten omhoog, bedrijven verliezen concurrentiekracht en de koopkracht van burgers stort in.

Nuance en realisme

Het debat over fossiele subsidies vraagt om nuance en realisme. Het uitfaseren van fossiele brandstoffen als energiebron is belangrijk voor klimaat en leefomgeving, daar twijfelt niemand aan. Maar het omvormen van het huidige energiesysteem vraagt tijd, planning en alternatieven die toegankelijk en betaalbaar zijn voor iedereen.

Het simplistisch labelen van 7.000 miljard dollar als ‘vrij beschikbare middelen’ helpt het debat geen meter vooruit. Het doet meer kwaad dan goed, omdat het verwachtingen schept die op geen enkele manier haalbaar zijn. Niemand zit te wachten op een gigantische volkswoede, waar populistische en antidemocratische krachten maar wat graag gebruik of misbruik van zouden maken om hun nefaste agenda verder te promoten.

We moeten erkennen dat fossiele brandstoffen nog altijd een essentiële rol spelen in onze economie en samenleving. In plaats van deze sectoren af te schrijven, kunnen we beter inzetten op geleidelijke hervormingen en investeren in alle beschikbare duurzame alternatieven, zonder onderscheid en zonder het maatschappelijke draagvlak te ondermijnen.

Johan Van Overtveldt is de delegatieleider van N-VA in het Europees Parlement. Hij is er voorzitter van de commissie Begroting.

Commentaren en reacties