JavaScript is required for this website to work.
post

‘Generation what?’

ColumnJohan Sanctorum12/4/2016Leestijd 3 minuten

Deze groots opgezette Europese bevraging bij de 18-35-jarigen is vooral een handig instrument voor marketeers.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Al van de Y-generatie gehoord? Ik tot gisteren ook niet. Blijkbaar houden sociologen, vanuit hun behoefte om mensen in vakjes in te delen, ook van grote leeftijdspopulaties, generaties genoemd, die elk zo’n 20 jaar bestrijken. Zo heb je de baby-boomers (geboren tussen 1940 en 1960), de generatie X ( °1960-1980) en de generatie Y (°1980-2000). Grosso modo wel te verstaan. De generatie Z, dat zijn de pubers van vandaag zoals ik er thuis een heb rondlopen, waarna vermoedelijk de totale planetaire extinctie volgt bij gebrek aan letters van het alfabet.
Elke generatie zou zijn eigen kijk op de wereld hebben, de maatschappij, een visie op werk, vrije tijd, een culturele affiniteit, enz. De Y’s, dat zijn de jongvolwassenen van vandaag, de twintigers en dertigers die volop hun weg zoeken, afgestudeerd zijn en zich settelen. De meest dynamische groep ook op economisch vlak. Er werd door sociologen, marketeers en trendwatchers al druk gespeculeerd over wat deze groep drijft en welk etiket er kan opgeplakt worden. Namen als ‘e-generatie’, ‘facebookgeneratie’ ‘zondebokgeneratie’, ‘ik-generatie’, en ‘Hollywoodgeneratie’ circuleren. Ik laat het voor wat het waard is. Het zou gaan om lieden die zelfstandigheid appreciëren, jobhoppen, flexibiliteit hoog in het vaandel voeren, maar ook materialistisch zijn ingesteld en moeten oppassen voor een vroegtijdige burn-out.

Gemiddelden en stereotypen

Vijf jaar geleden ondernam het reclamebureau Think.BBDO al een poging om de groep van 18- tot 35-jarigen in kaart te brengen, en dat heeft zijn betekenis: uiteindelijk willen vooral verkopers en reclamelui weten welk vlees ze in de kuip hebben. Dit gaat over consumentisme en kennis van commerciële doelgroepen. Vooral de bloeiende informatica- en telecommarkt (gsm’s, tablets, i-Phones, etc), auto’s bijvoorbeeld, maar ook de muziekindustrie en de mediawereld zijn gefascineerd door de vraag welke kleur, vorm en geur de speeltjes moeten hebben voor deze categorie. Hoe willen ze aangesproken worden? Wat drijft hen? Welk soort taal, humor spreekt hen aan?
Zei ik mediawereld? Wel, een associatie van veertien omroepen uit twaalf Europese landen, waaronder de VRT, heeft nu een grootschalig enquêteprogramma ‘Generation What?‘ opgezet, weeral om die Y-generatie proberen te definiëren. 149 vragen over maatschappelijke thema’s, politiek, geld, werk kan men webgewijs beantwoorden. Ik betwijfel het sociologisch-wetenschappelijk nut niet van het onderzoek (al kan werkelijk iedereen tussen 0 en 99 jaar de vragenlijst invullen, zoals ik deed- behalve de schooiers zonder internet), maar het resultaat zal uiteraard stereotypen opleveren, gemiddelden, en uiteindelijk een grootste gemene deler, een etiket, bijvoorbeeld de pop-up-generatie, of de tinnitus-generatie, ik verzin maar wat. De deelnemers kunnen overigens zelf een voorstel doen, wat dan in een zgn. woordwolk verschijnt. Filmpjes, muziek en interviews larderen ondertussen de webstek die het allemaal centraliseert. Kwestie van in de juiste Y-mood te komen.

Anders gezegd: dit soort enquêtes probeert niet alleen doelgroepen te identificeren, maar ze ook te kneden. Uiteindelijk moeten de (koopkrachtige) 18- tot 35-jarigen echt geloven dat ze tot een groep met dezelfde interesses, voorkeuren en perspectieven behoren. Dat is handig voor de commerce. Tegelijk veegt men de verschillen tussen individuen uit, en miskent men bijvoorbeeld de realiteit dat ondergetekende babyboomer veel meer affiniteit voelt met een twintigjarige rare vogel die naar Shostakovitch luistert en zich aan Umberto Eco waagt of een nieuwsoortige vliegfiets in elkaar knutselt, dan met leeftijdsgenoten die naar het afscheidsconcert van Kraftwerk gaan kijken. Om nog maar te zwijgen van Salah Abdeslam, Mohamed Abrini en het hele zootje,- perfecte leden van de Y-generatie, én een degeneratieverschijnsel waar vermoedelijk toch wel weinig twintigers zich mee willen identificeren.
‘Generation What?’ is een mediaspel, bezigheidstherapie voor sociologen én voer voor marketeers, maar het duwt vooral leeftijdsgenoten in een vakje en creëert een hype rond ingebeelde groepswaarden die in feite de echte maatschappelijke realiteit verdoezelen. Misschien is het wel relevanter om na te gaan wat de verschillende generaties, van jong tot oud,  hier in Vlaanderen bindt, als men het dan toch over collectieve identiteit wil hebben, zodat we als gemeenschap verder kunnen.

Voor de rest kan ik iedereen, ook de leden van de generatie Y, maar één raad geven: wees uzelf, ni dieu ni maître, en wees de uitzondering. Ook al is dat statistisch vervelend, commercieel onhandig en politiek incorrect.

 

Johan Sanctorum is filosoof, publicist, blogger en Doorbraak-columnist.

Tags

Johan Sanctorum (°1954) studeerde filosofie en kunstgeschiedenis aan de VUB. Achtereenvolgens docent filosofie, tijdschriftuitgever, theaterdramaturg, communicatieconsultant en auteur/columnist ontpopte hij zich tot een van de scherpste pennen in Vlaanderen en veel gevraagd lezinggever. Cultuur, politiek en media zijn de uitverkoren domeinen. Sanctorum schuwt de controverse niet. Humor, ironie en sarcasme zijn nooit ver weg.

Commentaren en reacties