Gevangene Nr. 562
De Duitse pacifist Carl von Ossietzky kreeg 80 jaar geleden de Nobelprijs voor de Vrede. De nationaalsocialisten konden er niet mee lachen.
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementVier Duitsers hebben tot nu toe de Nobelprijs voor de Vrede in ontvangst mogen nemen, waaronder twee staatsmannen: minister van Buitenlandse Zaken Gustav Stresemann in 1926 en bondskanselier Willy Brandt in 1971. De twee andere laureaten waren geëngageerd in de vredesbeweging. Ludwig Quidde, voorzitter van de Deutsche Friedensgesellschaft, ontving de prijs in 1927 en de journalist Carl von Ossietzky op 23 november 1936, precies 80 jaar geleden. In feite had Ossietzky hem met terugwerkende kracht voor het jaar 1935 toegekend gekregen. De linkse publicist zat in dat jaar echter nog opgesloten in het naziconcentratiekamp Esterwegen, en de machthebbers van het Derde Rijk hadden druk op de Noorse regering uitgeoefend opdat het Nobelprijscomité de prijs niet aan Ossietzky zou toekennen.
Pacifist
Carl von Ossietzky (1889-1938) engageerde zich al vroeg in het linkse spectrum van de politiek. Zijn stiefvader, de sociaaldemocraat Gustav Walther, nam de jonge Carl mee naar vergaderingen van de Sozialdemokratische Partei Deutschlands (SPD) waar de legendarische partijvoorzitter August Bebel het woord voerde. Carl werd op de leeftijd van negentien jaar lid van de linksliberale Demokratische Vereinigung die de samenwerking met de SPD nastreefde. Rudolf Breitscheid, haar voorzitter, zou zich in 1912 aansluiten bij de SPD, tijdens de Weimarrepubliek (1919-’33) een grote rol als fractievoorzitter van de sociaaldemocraten bekleden en tenslotte in 1944 als politiek gevangene in het concentratiekamp Buchenwald de dood vinden bij een geallieerde luchtaanval. De jonge Ossietzky begon artikels te schrijven voor het tijdschrift van de Demokratische Vereinigung en hield tijdens de Eerste Wereldoorlog zelfs pacifistische voordrachten. Midden 1919 werd hij aangesteld als secretaris van de Deutsche Friedensgesellschaft, de oudste, in 1892 gestichte organisatie van de Duitse vredesbeweging. Nauwelijks een jaar later nam Ossietzky ontslag. In zijn pacifistische houding was hij veel radicaler dan voorzitter Ludwig Quidde en bovendien drukte de last van de organisatorische taken op hem. Vanaf dan wijdde hij zich aan de journalistiek.
Proces
Na een kort succesloos avontuur in de politiek werd hij uiteindelijk in 1927 verantwoordelijk uitgever en hoofdredacteur van het beroemde links-burgerlijke tijdschrift Die Weltbühne dat samen met zijn conservatief-revolutionair pendant Die Tat het geestelijke klimaat van de Weimarrepubliek vorm gaf. Journalistiek in Weimar betekende ook strijdvaardigheid. In zijn uitgave van 12 maart 1929 onthulde Die Weltbühne dat de Reichswehr, het Duitse leger, in het geheim aan de uitbouw van een eigen luchtmacht werkte wat onder de bepalingen van het Verdrag van Versailles verboden was. Het kwam tot het zogenaamde Weltbühne-Prozess waarbij Ossietzky als verantwoordelijke uitgever en de vliegtuigexpert Walter Kreiser als auteur van het stuk eind 1931 tot anderhalf jaar gevangenisstraf werden veroordeeld. Kreiser vluchtte naar Zwitserland, Ossietzky stapte met geheven hoofd de gevangenis binnen. Dankzij een Kerstmisamnestie kwam hij op 22 december 1932 voortijdig vrij.
Ziekte
Donkere wolken pakten zich boven Duitsland samen. Nog geen zes weken later werd Adolf Hitler tot rijkskanselier benoemd. De nog altijd niet opgehelderde brand van de Reichstag, het Duitse parlementsgebouw, op 27 februari 1933 leverde de nationaalsocialisten het voorwendsel om al hun critici en tegenstanders te vervolgen op basis van de noodverordening ’ter bescherming van volk en staat’. Ook Ossietzky werd opgepakt en kwam terecht in het concentratiekamp van Esterwegen in het Emsland (in Nedersaksen). De gevangenen moesten onder erbarmelijke omstandigheden de plaatselijke moerassen droogleggen. De gezondheidstoestand van Ossietzky ging zienderogen achteruit. In mei 1936 werd hij met een ernstige longentuberculose binnengebracht in een Berlijns ziekenhuis. Dat de Olympische Spelen in Berlijn voor de deur stonden, zal de nationaalsocialistische machthebbers genoodzaakt hebben ‘iets’ te doen voor de zwaar zieke Ossietzky. In het buitenland liep immers al geruime tijd een campagne om Ossietzky de Nobelprijs voor de Vrede toe te kennen. Twee weken nadat hij officieel op vrije voeten was gesteld, werd de Nobelprijs op 23 november 1936 aan de bekende Duitse pacifist toegekend. Volgens het nationaalsocialistische kopstuk Hermann Goering zou hij zich daarmee uit de Duitse ‘Volksgemeinschaft’ uitsluiten. Dat was volgens Ossietzky onzin want ‘De Nobelprijs voor de Vrede is geen teken van binnenlandse politieke strijd, maar van begrip tussen de volkeren’. Ossietzky was wat graag de Nobelprijs in Oslo in ontvangst gaan nemen, maar kreeg uitreisverbod.
Kaakslag
Ossietzky was in zijn denken sterk beïnvloed door de drie ‘Definitivartikel’ die de grote filosoof Immanuel Kant in ‘Zum ewigen Frieden’ (1795) had opgesteld, namelijk 1. Een grondwet voor elke staat die daarmee rechtsstaat werd, 2. De organisatie van de statenwereld in een volkenbond en 3. Het ‘bezoeksrecht’ tegenover buiten-Europese landen, wat het verbod op kolonialiseren inhield. Naar Weimar vertaald betekende dit voor Ossietzky dat de vestiging van de republiek de voorwaarde voor de vrede vormde, dat de Volkenbond die in 1919 opgericht was effectiever de wereldvrede moest kunnen waarborgen en dat hij de emancipatiestrijd van de buiten-Europese volken moest ondersteunen. De toekenning van de Nobelprijs van de Vrede aan een van hun intiemste vijanden was een kaakslag voor de nationaalsocialisten. Toch verloor Ossietzky zijn strijd tegen het oorlogsgevaar dat aan de horizon opdoemde. En ook tegen zijn ziekte. De gevolgen van de tuberculose werden hem uiteindelijk fataal op 4 mei 1938.
Postuum
Ossietzky behoorde samen met zijn rechtse tegenhanger Hans Zehrer tot de meest briljante publicisten die de Weimarrepubliek heeft gekend. De veder die ze hanteerden, was echter ook vaak een wapen in de strijd die zowel links als rechts tegen de verzwakte democratie van Weimar voerden. Voor rechts symboliseerde de republiek het verraad aan de Duitse natie, voor links het verraad aan de socialistische revolutie. De publicisten van de nationalistisch geïnspireerde Konservative Revolution, een Hans Zehrer bijvoorbeeld, zouden geestelijk het pad voor de nationaalsocialisten hebben geëffend. De vertegenwoordigers van de radicale linkerzijde als een Ossietzky zouden er met de woorden van de historicus Hans-Ulrich Wehler toe bijgedragen hebben ‘die tief angeschlagene Republik noch weiter zu schwächen, ja durch seine von links aus geübte Kritik, ohne Pardon zu geben, aktiv zu diskreditieren. Von der linken Weltbühne ging, mochte v. Ossietzky auch glauben, stets für die Republik zu kämpfen, schließlich eine tendenziell destruierende Wirkung aus […]'[i] (de erg aangetaste republiek nog verder te verzwakken, ja, door zijn kritiek van links, zonder genade te kennen, actief in diskrediet te brengen. Mocht Ossietzky geloven steeds voor de republiek te strijden, ging er van de linkse Weltbühne uiteindelijk een tendentieel destructieve werking uit). Terwijl Zehrer na de oorlog nog carrière kon maken in de Bondsrepubliek als topjournalist bij Die Welt, werd Ossietzky postuum geëerd in beide Duitse staten. Vanaf 1962 reikt de Internationale Liga für Menschenrechte (met zetel in Berlijn) de Carl-von-Ossietzky-Medaille uit aan een persoon die zich inzet voor de verdediging van de mensenrechten. Ook de Vredesraad van de DDR reikte een gelijknamige medaille uit tussen 1963 en 1970. Verder draagt de universiteit van Oldenburg de naam van Carl von Ossietzky. De stad Oldenburg bekroont sinds 1984 om de twee jaar met de Carl-von-Ossietzky-Preis für Zeitgeschichte und Politik een werk dat leven en werk van de pacifist Ossietzky of een of ander aspect van het Duitse verzet tegen de nationaalsocialistische dictatuur bestudeert.
[i] Hans-Ulrich Wehler: Leopold Schwarzschild contra Carl v. Ossietzky. Politische Vernunft für die Verteidigung der Republik gegen ultralinke ‚Systemkritik’ und Volksfront-Illusionen. In: Ders.: Preußen ist wieder chic … Politik und Polemik in zwanzig Essays. Frankfurt a. M. 1983, S. 77–83.
Foto Cal von Ossietzky als gevangene © Bundesarchiv, Bild 183-93516-0010 / Unbekannt / CC-BY-SA 3.0
(Van Dirk Rochtus verscheen bij Doorbraak Boeken ‚Van Reich tot Republik. Denken over Duitsland vroeger en nu’)
Tags |
---|
Dirk Rochtus (1961) is hoofddocent internationale politiek en Duitse geschiedenis aan de KU Leuven/Campus Antwerpen. Hij is voorzitter van het Archief en Documentatiecentrum voor het Vlaams-nationalisme (ADVN). Zijn onderzoek gaat vooral over Duitsland, Turkije, en vraagstukken van nationalisme.
Een volledige ambtstermijn zat er niet in voor de SPD’ers Brandt, Schmidt, Schröder en nu Scholz.
‘Afgrond’ verhaalt de waargebeurde verhouding tussen Venetia Stanley en de veel oudere Britse premier Henry Asquith, die leidde tot een kabinetscrisis.