JavaScript is required for this website to work.
Multicultuur & samenleven

Hand drukken? Meubelen? Huisgerief? Oké, je kan trouwen met je lief.

Jan Van Peteghem16/5/2018Leestijd 3 minuten
De handdrukrel nader beschouwd

De handdrukrel nader beschouwd

foto © PhotoAlto/Reporters

Een handdruk als je trouwt? De voorbije week is er heel wat om te doen geweest. Laten we de waan van de dag even achter ons?

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Het houdt maar niet op, die waan van de dag met betrekking tot het al dan niet geven van een hand. In De Morgen van vorig weekend stonden daar maar liefst twee uitgebreide bijdragen over, waarvan er één de suggestieve titel “Theo Lawijt” droeg (de verstandige lezer hoeft niet lang na te denken over wie hier wordt geviseerd). En dat voor een detail van wat we courant bestempelen als een normale, menselijke omgang die in principe onproblematisch zou moeten zijn.

In het artikel uit De Morgen waarnaar verwezen werd was er alleszins een verstandige opmerking te lezen, want het vatte de hele problematiek gebald samen in de volgende notedop: “Geen hand geven is een gebrek aan respect volgens de een, wèl een hand geven is een gebrek aan respect voor de andere.” Daar geraak je, zelfs na een omstandig gesprek tussen de verschillende protagonisten, nooit uit. Het gaat over gedragingen die ingegeven worden door een diep ingesleten gewoonterecht. En dan is er maar één uitweg: wat heeft de wettelijkheid daarover te zeggen? Laten we hierbij uitgaan van het principe: wat niet expliciet verboden is, is toegelaten? En bij dieper nadenken kan je nog een tweede grondprincipe inroepen: je mag van iedere burger aannemen dat die enige consequentie in zijn/haar dagelijkse handelen aan de dag legt.

De wettelijkheid

De westerse regelgeving is duidelijk: ook mensen die onconventionele gedragingen vertonen, verdienen het om gehuwd te worden, als zodanig bekend te staan en de daarbij behorende akte te ontvangen. Zo hebben ook homoseksuele koppels in vele geïndustrialiseerde staten het recht verkregen om te huwen. Een schepen van de burgerlijke stand is dan ook gehouden aan zijn wettelijk opgelegde plicht om alle huwelijkspretendenten zonder onderscheid des persoon in de echt te verbinden (ook al is de schepen toevallig een diepgelovig christen die de Griekse beginselen maar niks vindt). Die formeel opgelegde openheid laat geen ruimte voor discussie; onze Mechelse schepen, waarover het momenteel in concreto gaat, had niet het recht om de ceremonie zomaar op te breken – hij is op dit vlak duidelijk zijn boekje te buiten gegaan, en mocht de zaak ooit voorkomen wordt hij gegarandeerd in de minderheid gesteld.

Anderzijds: het niet accepteren van een uitgestoken hand betekent in onze beschaving niets minder dan een onbeschoftheid. En ja, ook ambtenaren zijn mensen, en wanneer zij geconfronteerd worden met een onrespectvolle bejegening pleit het voor hun zelfbewustzijn dat ze daarop ostentatief reageren. Niemand, en al zeker niet een aangestelde die een openbare functie vervult, mag zich zomaar opstellen als een vod die zich alles laat welgevallen.

Recht op respect

Stel je een situatie voor dat een loketbediende in het gemeentehuis zonder duidelijke reden wordt uitgescholden door een burger die een nieuwe identiteitskaart wenst. Dat is regelrecht onbehouwen gedrag, en niemand zal het de ambtenaar kwalijk nemen dat hij/zij die persoon erg kortaf van repliek zal dienen. Anderzijds: het zich beroepen op gemeentelijke diensten is een recht van iedereen, dus zelfs de onverlaat in kwestie zal zijn identiteitsbewijs netjes aangeleverd krijgen. Allicht zonder te veel plichtplegingen, laat staan een vriendschappelijke bejegening, en daar heeft die ambtenaar alle reden toe.

Vice versa lijkt dit ook de te volgen piste wanneer het gaat over niet-hand-drukkende huwbare koppeltjes. Ook in dit geval vervullen we de formaliteiten als een beschaafde overheid, maar hoeden ons ervoor om daar teveel festiviteit/decorum aan te verbinden. Tortelduifjes die manifest laten weten dat ze westerse manier van doen maar niks vinden, hoeven niet te rekenen op een warme ontvangst. We reserveren hiervoor een achterkamertje in het gemeentehuis waar het begeerde document zonder een overmaat aan fanfare wordt uitgereikt, en dit op een onderkoelde maar ambtelijk correcte wijze. Je kan je nu eenmaal niet buiten de gangbare samenlevingsnormen plaatsen en dan nog verwachten dat je daarvoor een warme verwelkoming, laat staan applaus krijgt.

En graag enige consequentie

Overigens mogen we dan ook verwachten van een koppeltje dat zo wars is van onze manier van samenleven, dat het ook de lucratievere consequenties van onze beschaving afwijst. Ik ben er grondig van overtuigd dat dit echtpaar, eenmaal er kinderen zijn, even bewust de gezinsvergoeding zal afwijzen (in de Koran wordt met geen woord gesproken over het recht op kinderbijslag), en dat, mocht een van de partners onverhoopt zonder job vallen, ook de werkloosheidsvergoeding niet wordt welkomd (de Koran vermeldt nergens een compensatie voor ouders die zonder werk zitten). Je kan nu eenmaal, wanneer je binnen een maatschappij wil functioneren, op sommige vlakken uitgestoken handen niet weigeren en ze op andere domeinen die je beter uitkomen gretig consumeren…

Jan Van Peteghem is ingenieur en emeritus-gasthoogleraar verbonden aan de Faculteit Ingenieurswetenschappen van de KU Leuven. Zijn beroepservaring en wetenschappelijk werk draaien grotendeels om de arbeidsomstandigheden en -voorwaarden, meer in het bijzonder de veiligheid en de gezondheid op het werk.

Commentaren en reacties