Het nederige Nederlands van Kristien Hemmerechts
'Mijn studenten kennen de dt-regels niet, dan schaffen we die af?'
Kristien Hemmerechts
foto © Reporters
Via ‘De Zevende Dag’ heeft professor/schrijfster Kristien Hemmerechts het perfecte argument aangeleverd om haar boeken niet te lezen…
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementMijn voornemen om eens 24 uur door te slapen en de geschiedenis van het universum voor één dag aan mij te laten voorbijgaan, wordt steeds weer uitgesteld wegens de ergernis die de Vlaamse televisie me bezorgt, ook zonder WK voetbal. Zondag, 17 juni, kwam in het programma De Zevende Dag zowaar de stand van ons onderwijs aan bod, waarin naast minister Crevits en een handvol experten ook schrijfster Kristien Hemmerechts plaats nam. Ze is een vaste klant op de VRT, we zien haar minstens wekelijks in allerlei praatprogramma’s als opiniemaker, een titel die zichzelf voedt want eens je opiniemaker bent, word je als dusdanig ook overal gevraagd.
Wat was deze keer de opinie van de dag bij la Hemmerechts? Dat het Nederlands best wel wat eenvoudiger mag, en dat bijvoorbeeld die dt-regels nergens voor nodig zijn. Want, zegt ze: ‘Ik heb nu al studenten die gewoon systematisch d schrijven, bijvoorbeeld ‘hij antwoord’ met een d’. Een pakkende getuigenis. De studenten van professor Hemmerechts (die les geeft aan de Katholieke Universiteit Brussel) kunnen niet foutloos schrijven, en, eerder dan hen verdomme een punt af te trekken per dt-fout, wil ze dat Nederlands zelf wat simpeler maken. Het doet denken aan de bekende cartoon van de beeldhouwer die een beroemdheid wil beitelen met het model naast zich, per ongeluk een oor afkapt van zijn meesterwerk, en vervolgens met een mes klaarstaat om het origineel ‘bij te werken’.
Verboden te verbieden
Dat een schrijfster pleit voor het slopen van de taal lijkt bizar, maar misschien niet als ze Kristien Hemmerechts heet. Ze bevindt zich ongeveer in het centrum van de weldenkend-linkse bubbel waar het gros van de Vlaamse culturele elite in vertoeft. Luckas Vander Taelen noemde haar ooit de passionaria van de politieke correctheid in Vlaanderen, en hij zit er niet ver naast. Vanuit haar hippe herenhuis in het Antwerpse Zurenborg, waar zo ongeveer het halve universum van culturo’s en medialui bij elkaar hokt, bestookt ze ons met opinies, tegen de duiven die op haar herenhuis schijten, tegen de registratiekosten die ze op een erfenis moet betalen, en vooral: tegen de Vlaamse islamofoben, de zuur-rechtse rakkers die een samenlevingsprobleem zien daar waar moslims probleemloos hun culturele maatstaven opdringen.
Zo is feministe (en gelegenheidsnaturiste) Kristien Hemmerechts ook een hevig tegenstander van het hoofddoekenverbod, en wil ze niet geweten hebben dat het inpakken en quasi-onzichtbaar maken van een vrouw voortkomt uit extreem patriarchale denkbeelden die in onze maatschappij niet thuis horen. Idem dito voor de haat tegen homofielen of de eis tot onverdoofd slachten: mevrouw Hemmerechts bedekt het allemaal met de mantel der liefde. De islam is voor haar een cultuur zoals een ander, die vreedzaam past in het appartementsgebouw genaamd ‘multicultuur’, en al wie bedenkingen heeft bij het fanatisme waarmee deze religie de verworvenheden van het verlichtingstijdperk bij het groot vuil zet, is een fascist.
Wat heeft dat nu met dt-fouten te maken? Alles. In mijn boek De Langste Mars trek ik een lijn van de ’68-beweging en het motto Il est interdit d’interdire (‘Het is verboden te verbieden’) naar de hervormingen van het onderwijs vanaf de jaren ’70 in de vorige eeuw, tot de recente bevindingen dat de lees- en schrijfvaardigheid drastisch afneemt bij de Vlaamse scholieren. Bij autochtonen én allochtonen wel te verstaan. Experten trekken nu aan de alarmbel, onder wie Dirk Van Damme (ook aanwezig in het panel), die als adviseur zelf mee het fatale nivelleringsproces heeft aangestuurd (‘We zijn te naïef geweest over integratie’).
Het idee dat het welbevinden van de leerling/scholier centraal moest staan, heeft geleid tot een dictatuur van de gemakzucht die een instroom van middelmatige eerstejaarsstudenten aan de unief opleverde, maar nadien ook een instroom in de klaslokalen van middelmatige afgestudeerde leerkrachten die de lat nog lager legden. Een negatieve spiraal die ik de primitieve accumulatie van de domheid heb genoemd. Niets meer mogen verbieden, is als de tuinman die nooit wil wieden: op het einde heb je alleen nog een oerwoud.
Dhimmitude
Politieke correctheid is meer dan zomaar een lifestyle-attitude van een intellectuele elite. Ze maakt een destructieve kracht uit die kritische stemmen afdempt, het open debat bevriest, en het cultureel klimaat van zijn dialectische spanning berooft. Parallel daarmee wordt het intellectueel kapitaal van een samenleving langzaam maar zeker ontwaard omdat het niet de kans heeft om te groeien: de hersenstimulans ontbreekt gewoon. Alles moet makkelijk behapbaar en snel consumeerbaar zijn, niks mag moeite kosten. Daarbij wordt de taalachterstand van allochtone kinderen – gevolg van de schotelantennecultuur en het feit dat er thuis geen Nederlands gesproken wordt- als argument gebruikt om de taalregels op school dan ook maar af te vlakken, en een soort Nederlands aan te bieden waarmee je nog wel de weg kunt vragen maar geen zinnige discussie meer mee kunt voeren.
De paradox is dan dat net het motto Verboden te verbieden ons leidt naar een maatschappij van het verbod en de censuur. Eerst via de pococratie, maar dan zo verder naar het eindstation waar de tolerantie overgaat in de hegemonie van één dominante subcultuur,- we weten allemaal dewelke. De islam is dé ideologie gebleken die in het vacuüm springt, achtergelaten door het cultuurrelativisme van de 68’ers en hun nakomelingen. Met alle gevolgen van dien.
De malaise in het onderwijs, en het vooruitzicht van sommige experten dat een kwart van de jongeren binnen vijf jaar niet eens meer de krant zullen kunnen lezen, is wel degelijk gelinkt aan het feit dat wij cultureel het noorden kwijt zijn en een flinke dosis afweerstoffen tegen totalitaire tendensen is teloor gegaan. Waarbij een complete generatie intellectueel verpietert, en Hemmerechts doet er nog een schep bovenop. Jeugd die niet leest, niet schrijft, niet met taal bezig is, maar hem hooguit gebruikt als SMS-code, bereidt zich voor op de dhimmitude, zo simpel is dat. Youtube en de smartphonecultuur doen de rest.
De schoonheid van het Nederlands, en het idee dat we daar fier mogen op zijn, maakt uiteraard deel uit van een identitaire totaliteit. De taal verbindt ons en houdt ons weerbaar als vrije burgers in een democratisch proces dat veel verder reikt dan wat de mainstreammedia en het stereotiepe clubje zelfverklaarde opiniemakers ons voorschotelen. Is het die mondigheid die linkse pococraten als Kristiek Hemmerechts willen fnuiken? Zo ja, dan gebruikt ze haar pen om alle pennen van de volgende generatie preventief te breken.
Met taal bezig zijn vergt zorg, toewijding, gedreven liefhebberij. Het kan geen privilege of monopolie zijn van beroepsscribenten. Het is een project waar we allen in betrokken zijn. Alleen al omwille van de esthetiek, de logische schoonheid en het feit dat ze ons brein scherp houden, zijn die dt-regels en alle grammaticale finesses te koesteren, naast de woordenschat uiteraard en de constante vernieuwing ervan. De perversiteit dat een icoon van de Vlaamse letterkunde pleit voor nivellering en taalkundige verpaupering is voor mij een aansporing om haar nog minder te lezen. Gelukkig is er nog een literair buitenland. En kunnen we de zevende dag nu op een zinnigere manier doorbrengen.
Johan Sanctorum (°1954) studeerde filosofie en kunstgeschiedenis aan de VUB. Achtereenvolgens docent filosofie, tijdschriftuitgever, theaterdramaturg, communicatieconsultant en auteur/columnist ontpopte hij zich tot een van de scherpste pennen in Vlaanderen en veel gevraagd lezinggever. Cultuur, politiek en media zijn de uitverkoren domeinen. Sanctorum schuwt de controverse niet. Humor, ironie en sarcasme zijn nooit ver weg.
Bereid u voor op een oorlog die overal en nergens is, zeggen experts. Misschien bestaat die al veel langer dan we dachten…
Broeder René Stockman spreekt open over de toekomst van de kerk, het synodaal proces en misbruik.