JavaScript is required for this website to work.
Communautair

Herfederaliseren? Herstel eerst onze parlementaire democratie!

Harry De Paepe24/7/2016Leestijd 2 minuten

Een pleidooi tegen de grendelwetten en voor democratie.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Op 20 mei 1993 kreeg de bevlogen Labourpoliticus Tony Benn het woord in het Britse Lagerhuis. Het was intussen halfzeven ’s ochtends en vele van zijn collega’s hadden het urenlange debat over het Verdrag van Maastricht al opgegeven. ‘Dit is mijn laatste toespraak in een vrij parlement’. Benn verzette zich tegen de goedkeuring van het EU-verdrag dat de deur openzette naar een politieke eenmaking. ‘We overhandigen het Britse volk, zonder hun rechtstreekse goedkeuring, aan een systeem dat de parlementaire democratie vervangt.’ De progressieve politicus kon zich niet verzoenen met de idee dat het volk dat hij vertegenwoordigde zou worden geleid door mensen die niet door hen konden worden weggestemd. ‘We verlaten onze representatieve rol en hetzelfde gebeurt in elk land.’ Hij zag hierin de oorzaak van het succes van de extremere politieke figuren. Het etiket van euroscepticus weigerde hij te dragen, ‘ben ik dan een angloscepticus, omdat ik me verzette tegen de regering Thatcher?’

In ons eigen land leven we al sinds 1970-71 in een onrepresentatieve democratie. Toen voerde de regering Gaston Eyskens de grendelgrondwet in. De grendelwetten zorgen ervoor dat grote hervormingen in ons land – die zo goed als altijd communautair gevoelig zijn – onmogelijk zijn. Onmogelijk omdat er in elke taalgroep in het parlement een meerderheid moet zijn om die grondwet te wijzigen. Daarbij vervalt de bevolkingsverhouding – 60% Nederlandstaligen en 40% Franstaligen – en wordt de Vlaamse stem gedegradeerd. Eén man of vrouw, één stem? Vergeet dat maar in België. Een derde van de Vlaamse kiezers koos ervoor om een communautaire partij de grootste te maken. Maar die partij kan niets aanvangen met dat communautaire programma, door de vergrendeling van de Belgische wetten. De grondwet van Eyskens betekende het einde van de unitaire staat en in zijn kielzog zijn unitaire partijen. We kregen leiders die geen deel meer uitmaakten van de partijen waar we voor stemden.

‘We willen geen macht meer. Het interesseert ons niet meer waar die heengaat’, dit citaat uit de rede van Benn ging over het Lagerhuis, maar had net zo goed over de Vlaamse partijen kunnen gaan. Het zwaaien met federale kieskringen en herfederalisering of het openstellen van artikel 195 voor een herziening van de grondwet, is praat voor de vaak zolang de grendels bestaan. Het gemak waarmee wij als land onze soevereiniteit uit handen geven aan hogere instellingen zoals de EU lijkt hiervan een pathologisch gevolg. We hebben er ons immers sinds de prille jaren zeventig bij neergelegd dat de democratische meerderheid van dit land toch machteloos is. Misschien moeten de Vlaamse politieke partijen de grendelwetten opnieuw ter sprake brengen? Of is dat te veel gevraagd? Het is me opgevallen dat nogal wat politici de laatste tijd begaan zijn met de staat van onze grondwet. Welaan dan, dit is toch dé uitdaging voor zo’n oefening! Indien we allemaal Belgen zijn, dan is deze democratische eis toch geen bezwaar? Of klink ik nu als een ‘belgoscepticus’?

 

Foto: (c) Reporters

Harry De Paepe bezit een grote passie voor geschiedenis en Engeland. Hij is de auteur van verschillende boeken.

Commentaren en reacties