JavaScript is required for this website to work.
post

Herfsttij der democratie

Sid Lukkassen16/7/2015Leestijd 5 minuten

Sid Lukkassen ziet in zijn land de neergang van de democratie.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

‘Het huis van Thorbecke kraakt aan alle kanten’, zo werd mij eens gezegd door een lid van de Tweede Kamer. Die persoon bedoelde daarmee dat het politieke systeem van Nederland is toegespitst op een tijd waarin kleine elites overlegden namens grote maatschappelijke groepen en voorlichting plaatsvond in de vorm van schriftelijke communicatie. Vandaag geschiedt communicatie voornamelijk via mediabeelden ofwel ‘framing’ – de grote maatschappelijke groepen zijn versplinterd tot kleine partijen.

De inertie van dat politieke systeem blijkt uit de grote hoeveelheden blunders. Van de Fyra tot gedoe bij de Nederlandse Spoorwegen, het onderhands gunnen van contracten door ProRail en flaters rond de moord op Els Borst. Dit systeem stuit niet alleen op praktische problemen, maar is ook moreel gemankeerd – hierbij doel ik op het politieke spel dat over de rug van Dutchbat werd gespeeld om zo het Paarse Kabinet ten val te brengen. Dat wreekt zich nu nabestaanden van moslims 30.000 euro krijgen van de Nederlandse Staat; de Hoge Raad oordeelde dat Nederland verantwoordelijk is voor hun dood. Terwijl ze toch echt door Bosnische Serviërs werden omgebracht. Ook had Dutchbat een zeer zwak mandaat vanuit de Verenigde Naties.

Het toont al met al dat de overheid langzaam grip verliest op het geheel van economie, samenleving en beleid. Nu heeft Nederland eeuwenlang rijkdom opgespaard vanuit een calvinistisch-weberiaanse moraal. Nederlanders zijn redelijk gedreven en nauwkeurig in wat ze doen, wat wil zeggen dat het afbrokkelen van de samenleving niet via een harde crash zichtbaar wordt zoals in Griekenland. De Grieken betaalden alleen onder het kolonelsregime belasting – toen de harde hand eenmaal plaatsmaakte voor een democratie duurde het niet lang voordat het verval zich toonde. In Nederland is er sprake van een trage slijtageslag. Steeds is er een tegenvaller, een verlies van eergevoel en levenskwaliteit, maar steeds is het niet urgent genoeg om tot een systeemherziening te komen.

Een goed voorbeeld van dit fenomeen is de discussie rondom het belastingstelsel. Vrijwel alle partijen zijn het eens dat het systeem te complex en bureaucratisch is, maar qua oplossingen wordt men het niet eens. De ‘constructieve oppositie’ dreigt af te haken of is al afgehaakt, waarmee het hele dossier opnieuw platligt. Het is vooral een naar-de-media uitgespeeld verhaal. Men vertraagt de boel bewust om naar de kiezer te kunnen zeggen: ‘Wij verkopen onze huid niet goedkoop!’ Geert Wilders koos de vlucht naar voren en hield een donderpreek over het belastingplan. Enerzijds uitte hij zijn woede over de hoge belastingen, anderzijds klaagde hij dat de staat niet genoeg uitgaf op bijvoorbeeld zorg voor ouderen: volgens zijn berekeningen kost een asielzoeker drie AOW-uitkeringen (Algemene Ouderdomswet). Maar daarmee zijn we er niet want de bulk van de lastenverzwaringen dient om de kosten van de vergrijzing van onze samenleving te dekken. Ook naar defensie zal meer geld moeten. Rusland manifesteert zich in het oosten, Islamitische Staat houdt huis in het zuiden. Uit de Nederlandse geschiedenis kennen we de ellende veroorzaakt door het ‘gebroken geweertje’.

Als Nederlands gemeenteraadslid ken ik het spel. In de oppositie kun je altijd harder roepen, omdat je geen verantwoordelijkheid hoeft te nemen voor besluiten. Je prioriteit is niet het voorleggen van een dekkend verhaal, maar het bereiken van ontevreden mensen om zo stemmen te winnen opdat je de volgende periode weer aan het roer kunt staan. Nu vinden wij dat een mooi systeem dat heet ‘democratie’, maar in werkelijkheid houdt een klein aantal mensen de sleutels in handen en zij zijn tegelijk bang voor intelligente concurrenten die hen op de vingers kijken; ze schermen hun eigen plaats af. Dit systeem functioneerde in een land met drie, hooguit vier grote partijen. Vandaag leidt het tot een inefficiënt praatcircus waarbij men elkaar voor het oog van de media de tent uit vecht terwijl de ware besluiten elders worden genomen. Dan dreigt men bijvoorbeeld een kabinet te laten vallen, wat leidt tot instabiliteit en tijdrekken. Langetermijnvisies, waar in het verzuilde stelsel plaats voor was, raakten ondergeschikt aan het ‘spel’. Dit duid ik aan als het ‘herfsttij der democratie’.

Het Europese dialoogspektakel kan bijvoorbeeld niet snel en daadkrachtig interveniëren in Griekenland waar een meer centraal geleid Rusland dat wel kan. Naarmate de EU afbrokkelt en Rusland aansterkt zal dit een groter geopolitiek probleem worden – dan heb ik het nog niet over China of Turkije. Maar ook op lokaal niveau maakt de politieke versnippering het steeds moeilijker om richtlijnen uit te stippelen en het gemeentebestuur te controleren, want meer allrounders en minder specialisten. Dit is een dilemma omdat gemeenten juist deze jaren steeds meer nieuw sociaal beleid moeten vormgeven.

Bot gezegd heeft elke partij enkele woordvoerders op de essentiële dossiers en de rest zit er bij als spreekpop, om leuk te doen naar de achterban en te zorgen voor regionale spreiding zodat kiezers uit ieder district de partij weten te vinden. Soms worden zulke Kamerleden er op uitgestuurd om ‘uitleg’ te geven en ‘draagvlak te verbreden’. Stel nu dat u het oneens bent met een beleidsidee en u richt argumenten op uw volksvertegenwoordiger. Hij laat zich overtuigen en zegt toe dat hij zal proberen de Kamerfractie op andere gedachten te brengen. Maar het Kamerlid is niet de woordvoerder op dat dossier en zal dus, als hij ingaat tegen de fractie, als ‘lastig’ worden gezien. Dan moet hij terug naar u om te vertellen dat het hem niet is gelukt en lijkt hij zwak tegenover zijn kiezer. Besef nu: als hij zich niet laat overtuigen heeft hij dat probleem überhaupt niet. Niet de inhoud is dan prioriteit maar de herverkiezing.

‘Het aantal Kamerleden dat vindt dat zij bij een meningsverschil met de partij de eigen mening zwaarder moeten laten wegen dan de partijlijn is gedaald van 40 procent in 1972 tot een schamele 5 procent in 2006.’ (Andeweg en Thomassen in: Party Politics 17, 2011). Hier staat met andere woorden: de partij is mijn kanaal naar de media en dus naar mijn kiezer, de partij maakt of breekt mijn politieke loopbaan, dus mijn geweten en oordeelsvermogen behoren de partij toe. Steeds minder mensen zijn echter lid; partijen worden dus gemaakt of gebroken door media, niet door representatie, wat leidt tot wanhopige pogingen van politici om hun kiezers te bereiken via diezelfde media. Niet lang geleden trok VVD-fractievoorzitter Halbe Zijlstra aan de bel omdat de hoeveelheden Kamervragen en vragenuurtjes te veel werden om nog te bolwerken. ‘Een Kamerlid met een vraag belt het ministerie – een Kamerlid dat in de media wil komen stelt een Kamervraag’, aldus ooit Hans Wiegel (VVD).

De Eerste Kamer, bijvoorbeeld, stamt uit een tijd dat partijen niet bestonden; senatoren keken op persoonlijke titel naar eer en geweten of een wetsvoorstel rijmde met bestaande wetten. Vandaag bestaat de Eerste Kamer uit fracties die politiek worden aangestuurd vanuit de Tweede Kamer. Zo verkrijgt de Eerste Kamer een ongrondwettelijk recht van amendement en blijkt het Nederlandse systeem door de praktijk uitgehold. De verkiezingen rondom de Provinciale Staten werden tot mediaspel rondom de regeringscoalitie. Het hoofddoel van de Provinciale Staten Verkiezingen – het controleren van het provinciebestuur – verdween naar de achtergrond.

Ik besluit met de voorspelling dat de greep van representatieve democratieën op zaken als financiële clashes, geopolitieke conflicten en andere substantiële kwesties gestaag afneemt. Het op constante media-aandacht gerichte politieke klimaat is daarbij niet gunstig voor volksvertegenwoordigers met inhoudelijke kennis over ‘saaie’ dossiers. Identiteitskwesties zullen steeds belangrijker worden voor toon en aangezicht van politieke vertegenwoordiging. Het scenario van Houellebecq’s Soumission geldt alvast als voorbode.

Sid Lukkassen (1987) studeerde geschiedenis en filosofie. Hij is onafhankelijk denker, vrijwillig bestuurslid van de Vlaamse Club Brussel en inspirator van De Nieuwe Zuil. Hij schreef onder andere 'Avondland en identiteit' en 'Levenslust en Doodsdrift'. Hij promoveerde op 'De Democratie en haar Media'.

Commentaren en reacties