Het ‘draagvlak’ van de imams
Waarom de symboliek van het rituele slachten ons nog meer moet verontrusten dan het dierenleed op zich.
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementUitgerekend morgen, 4 oktober, op Werelddierendag, vindt het Offerfeest van de moslims plaats, en worden duizenden schapen ritueel geslacht. Dat geschiedt volgens de Dhabiha, de islamitische slachtvoorschriften die zeggen dat het dier moet leegbloeden en niet voorafgaandelijk mag verdoofd worden. De doodsstrijd kan tot een kwartier duren, tot het dier in zijn eigen bloed stikt. En dat niet alleen op het jaarlijkse Offerfeest, elk halal-vlees moet zo geproduceerd worden. ‘Barbaars!’, roepen de dierenrechtenactivisten, maar voor de gelegenheid ook de extreem-rechtse islambestrijders. Zo bevonden Gaia en het Vlaams Belang zich afgelopen zondag bien etonnés in dezelfde betoging, niet helemaal tot grote blijdschap van Michel Vandenbosch en aanhorigen.
Maar waar vindt dat Offerfeest eigenlijk zijn oorsprong? Het ritueel gaat terug op het Bijbelse verhaal waarin God (Allah) de stokoude Abraham (Ibrahim) op de proef stelt en vraagt om zijn zoon te offeren. Abraham gehoorzaamt, maar net voor het offer krijgt hij de mededeling dat het ook een schaap mag zijn. Iedereen blij, behalve de schapen, en vandaar dus dat jaarlijks slachtfeest.
Het is van belang om hier aan ernstige godsdienststudie te doen en de symboliek te analyseren. Antropologisch is het dierenoffer een gesubstitueerd mensenoffer. Op een zeker ogenblik werd het mensenoffer, om de Almacht gunstig te stemmen, sociaal niet meer aanvaard, en nam men zijn toevlucht tot rituele dierenslacht. De Abrahammythe is daar een reflectie van. Door het dier ritueel te doden wordt de gelovige zelf gereinigd en de band met de Schepper hernieuwd. Maar daar zit een fameuze adder onder het religieuze gras. Want in bepaalde omstandigheden (oorlog, groot onheil…) kan het mensenoffer hersteld worden, en wordt het schaap terug zijn origineel, meerbepaald dan een ongelovige mens of kafir, in de Koran overigens gelijk gesteld met een dierlijk wezen. Het zoenoffer valt dan formeel gelijk met een executie, de vormvereisten en attributen blijven dezelfde. Het scherpe mes dus, recht op de keel, het hoofd naar achter.
Dat plaatst de terechtstellingen door de Islamitische Staat van James Foley en Steven Sotloff (men spreekt over ‘onthoofden’, maar eigenlijk worden ze op de filmpjes als beesten gekeeld) in een nieuw daglicht: eigenlijk zijn het rituele offers waarvan de schapenslacht in onze contreien maar een brave versie zijn.
Wat moeten we daar nu van denken? Het bloeden, het lijden en de collectieve sensatie zijn essentieel in die rituelen. Uiteraard zijn onze Westerse slachthuizen ook geen oorden van gezelligheid, zelfs al wordt er in regel onder verdoving geslacht. Maar het feit dat het bij de moslims nu net om ‘offerrituelen’ gaat, met een symboliek die de dood van een levend wezen verheerlijkt, zit me dwars. En dat, in de juiste opgezweepte atmosfeer, dieren en mensen verwisselbaar zijn. Zie weerom de ISIS-filmpjes, waarvan de virale verspreiding via het web zo essentieel is als de executie zelf. Stel u even voor dat de teruggekeerde ‘Syriëstrijders’ in naam van Allah ook het mensenoffer heruitvinden, hetgeen ongetwijfeld menig schaap het leven zal redden.
Kosjer of halal?
Het siert moslima en Antwerps schepen van Dierenwelzijn Nabilla Ait Daoud (N-VA), wanneer ze haar geloofsgenoten erop wijst dat ‘een dier onverdoofd slachten niet meer van deze tijd is’. Ze raadt zelfs aan om in de plaats financiële giften te toen aan minderbedeelden, dat schijnt ook te kunnen. Moslimvrouwen zijn sowieso verstandiger en vooruitstrevender dan mannen. Jammer genoeg is de mening van een vrouw daar niets waard, en schijnt het bloed en het gekerm van een gekeeld dier absoluut tot de godsdienstige beleving te moeten horen. De vraag is, waar godsdienstvrijheid eindigt en de waarden van onze beschaving beginnen.
Dat brengt ons op een tweede bedenking: het feit dat de Joden zeer gelijkaardige slachtvoorschriften kennen, namelijk de Sjechita. Logisch, want op hetzelfde Abrahamverhaal gegrondvest. Het mag dan ook niet verwonderen dat de Joodse gemeenschap helemaal niet te vinden is voor een verbod op het onverdoofd slachten. Vanuit die hoek zijn zelfs de klassieke verwijten van ‘antisemitisme’ te horen als iemand oppert dat ook kosjer vlees afkomstig is van onverdoofde slacht. Dierenrechtenactivisten zijn de kop van Jut. De Joodse schrijver Arnon Grunberg deed zelfs de suggestie om politica Marianne Thieme, de grootste tegenstander van het onverdoofd slachten in Nederland, als een heks in een kooi op te hangen. Genant. De barbarij komt soms uit een onverwachtse hoek.
Het bracht ook de Nederlandse PVV in een hachelijke positie, want Geert Wilders was uiteraard een voortrekker in de strijd tegen het ritueel slachten, tot zijn Joodse geldschieters uit de Verenigde Staten hem lieten weten, met dat standpunt helemaal niet opgezet te zijn.
De ironie is dus, dat de Joodse lobby achter de schermen een islamitische aanspraak op een betwistbare praxis verdedigt. En zo vinden we, andermaal bien etonnés, moslims en joden eindelijk nog eens in de weer voor dezelfde zaak. En wordt het weerom tijd om zich af te vragen in hoeverre het religieus gekrakeel zich mag verheffen boven de algemene morele standaarden van een samenleving die al lang gekozen heeft voor de seculiere rechtstaat. Het argument van Mohamed Achaibi van de Moslimexecutieve, tijdens een TV-debat met minister van dierenwelzijn Ben Weyts, dat ‘de Liga van Imams in België heeft geoordeeld dat er geen draagvlak is voor dat onverdoofd slachten’, doet helemaal niet ter zake. Zoals ook de mening van de Liga van Rabbijnen ons worst mag wezen. Of de mening van truckers of filatelisten als het gaat over ethische normen. Als er een democratisch draagvlak is in Vlaanderen om pijnloos te slachten, en als dat in een wet kan gegoten worden, dan zal iedereen zich daar moeten naar schikken. Zwitserland, Zweden, Noorwegen, Polen, Denemarken en IJsland gingen ons voor: daar bestaat het verbod al jaren, en daar wonen ook moslims.
Voor de rest zal het ons benieuwen, in hoeverre groen-links in Vlaanderen zijn humanistisch en ecologisch waardenverhaal zal afwegen tegenover het multiculturele dogma.
Johan Sanctorum (°1954) studeerde filosofie en kunstgeschiedenis aan de VUB. Achtereenvolgens docent filosofie, tijdschriftuitgever, theaterdramaturg, communicatieconsultant en auteur/columnist ontpopte hij zich tot een van de scherpste pennen in Vlaanderen en veel gevraagd lezinggever. Cultuur, politiek en media zijn de uitverkoren domeinen. Sanctorum schuwt de controverse niet. Humor, ironie en sarcasme zijn nooit ver weg.
Ook na een afgekocht proces over omkoperij en valsheid in geschrifte, is er kans op een schepenambt in Vlaanderens grootste stad.
Amerikakenners Roan Asselman en David Neyskens bespreken de actualiteit aan de overkant van de oceaan.