JavaScript is required for this website to work.
post

Het elitaire nationalisme van Macron

Koen Tanghe18/11/2018Leestijd 3 minuten
De Franse president Emmanuel Macron.

De Franse president Emmanuel Macron.

foto © Reporters/Abaca

Macron vaart graag uit tegen nationalisme, maar modelleert zijn stijl haast naar de Zonnekoning. En ondertussen daalt zijn populariteit.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Het valt op hoe de Franse president Emmanuel Macron zich steeds weer probeert te distantiëren van het nationalisme van anderen. Zo waarschuwde hij onlangs nog, tijdens de herdenking van 11 november, voor de wederopstanding van de oude, nationalistische demonen. Nationalisme definieerde hij daarbij als het voorop stellen van de eigen belangen, zonder oog voor de belangen van andere landen. Macron plaatste het tegenover patriottisme en het cultiveren van datgene wat een natie groots maakt: haar morele waarden. Ironisch genoeg had hij de dag ervoor een voorziene huldiging van maarschalk Philippe Pétain in het Hôtel des Invalides moeten afblazen. Pétain moge dan een held geweest zijn van de Eerste Wereldoorlog, zijn verraad van de Franse natie en zijn uitlevering van joden tijdens de Tweede Wereldoorlog bleken voor velen moreel zwaarder te wegen.

Trumpesque

Eén van de aanwezigen, de zelfverklaarde, trotse nationalist Donald Trump, twitterde later dat geen enkel land nationalistischer is dan Frankrijk. In drukletters voegde hij er nog een advies aan toe voor Macron: ‘Make France great again!’ Daarmee trapte hij natuurlijk een open deur in. In 2015 al verklaarde Macron al dat ‘de figuur van de koning’ ontbrak in de Franse politiek. Eerder had een peiling uitgewezen dat maar liefst tachtig procent van de Fransen uitkeek naar een sterke leider die het land zou hervormen.

Na zijn verkiezing tot president bleek al snel dat het hem menens was. In zijn inauguratiespeech verklaarde hij het zelfvertrouwen en de grandeur van de verdeelde Franse natie te willen herstellen. Omdat de wereld en Europa een sterk Frankrijk nodig hebben. Ook de Europese Unie zou hij nieuw leven inblazen, maar dan wel omdat hij in deze organisatie een middel zag voor de ‘macht en soevereiniteit’ van Frankrijk.

Als belichaming van de natie probeert hij die macht en grandeur ook zelf uit te stralen. Zo koos hij bij zijn inauguratie voor een militaire jeep in plaats van voor een burgerlijke limousine. Hij schurkt zich ook opvallend graag aan tegen de groten der aarde. Denk maar aan de ontvangst van Vladimir Poetin in Versailles, en grande pompe. Of aan de uitnodiging van Donald Trump voor de luisterrijke viering van de nationale feestdag. De pers daarentegen, wordt op enige afstand gehouden. Macron brak onder meer met de traditie van een tv-interview op Quatorze Juillet. De reden? Zijn ‘pensée complexe’ leent zich niet tot het journalistieke spel van vraag en antwoord.

Vertrouwen zoek

De Fransen lijken er niet echt pap van te lusten. In oktober bleek zijn populariteit alweer gezakt te zijn. Nog maar 21 procent van de Fransen heeft vertrouwen in zijn of haar president. Zijn gecontesteerde hervorming van de complexe en te weinig liberale Franse arbeidswetgeving zit daar voor veel tussen. Het tweede deel ervan ging onlangs in. Het derde deel, een hervorming van de sociale bescherming van werknemers, volgt volgend jaar. De Fransen zijn er verdeeld over. Ze denken dat de hervorming de competitiviteit van de Franse economie zal opvijzelen. Dat is natuurlijk ook de bedoeling. Tegelijk vrezen ze dat dit ten koste zal gaan van de werknemers.

Het verbeteren van de eigen competitiviteit benadeelt vanzelfsprekend de competitiviteit van andere landen. Je kunt je dan ook afvragen of Macrons hervorming niet nationalistisch genoemd kan worden volgens zijn eigen definitie van nationalisme. De echte vraag is misschien welk deel van de verdeelde Franse natie hij bedient met zijn hervormingen.

Voor de rijken

De Franse sociaal geograaf Christophe Guilluy, auteur van het boek No society. La fin de la classe moyenne occidentale (2018) en nota bene een raadgever van Macron, is wat dit betreft zeer duidelijk. In Frankrijk leidt de globalisering tot een opsplitsing van de maatschappij in een rijke bovenlaag en een steeds breder wordende, arme onderlaag. Dit gaat ten koste van de middenklasse. Macron, een gewezen zakenbankier, ziet Guilluy als een vertegenwoordiger van de bovenkant. De open samenleving omschrijft hij overigens als de grootste vergissing van de laatste decennia. De bovenklasse is pro immigratie en prijst de deugden van de zogenaamde multiculturele samenleving maar ontloopt goeddeels de nadelen ervan. De nieuwkomers komen immers terecht in de wijken van de onderklasse. Terwijl die al problemen genoeg hebben, ‘problemen die gek genoeg zelden in verband gebracht worden met eerdere immigratiestromen.’

Een in The Independent geciteerde Fransman had het in september dit jaar ook al over ‘een zeer goede regering voor de rijken.’ De toekomst ligt volgens Guilluy echter bij politici die de belangen van de groeiende onderlaag dienen, beter bekend als populisten. Indien deze analyse klopt, ziet het er niet goed uit voor Macron. Een opkomende middenklasse was een belangrijke motor voor de Franse revolutie en de dood van Louis XVI. Zijn goed bedoelde hervormingen zouden in de kaart kunnen spelen van de zogenaamde populisten. Uiteindelijk, door het wegkwijnen van de middenklasse kan het hem de politieke kop kosten. Zelfs ambitieuze koningen zijn vaak niet veel meer dan een speelbal van de geschiedenis.

Koen Tanghe is als onderzoeker in de geschiedenis en de filosofie van de levenswetenschappen verbonden aan de UGent.

Commentaren en reacties