Het enige wat uiteindelijk telt in Plopsa is de kassa
Goed om weten voor elke bezoeker en elke werknemer
foto ©
Achter Plopsa schuilt een keihard zakenmodel met dito managementcultuur. Niet voor gevoelige zielen.
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementEr zijn momenteel maar twee onderwerpen die Vlaanderen bezig houden, en ze bevinden zich allebei in de afdeling kinderamusement. Over de woke-achtige censuuringrepen in het oeuvre van Roald Dahl hadden we het maandag al. Blijven nog de mediaberichten – en nu zelfs een gerechtelijk onderzoek – rond de bedrijfscultuur in het pretpark Plopsaland, eigendom van Studio-100. Niet echt aangename verhalen van medewerkers die worden uitgekafferd, bespioneerd, tegen mekaar opgezet, 7/7 en 24/24 beschikbaar moeten zijn, en af en toe ter motivatie een stapel papier tegen het hoofd gekeild krijgen. Vooral directeur Steve Van den Kerkhof zou zich als een echte feldwebel gedragen, wat in de krant De Tijd door een vijftigtal ex-medewerkers omstandig uit de doeken wordt gedaan.
Studio-100 ging in het tegenoffensief en schakelde advocate Christine Mussche in om een dossier pro domo op te starten. Mussche, notoir pleitster in menig lastig hangijzer, voor al wie het kan betalen. Tegelijk verscheen in Het Laatste Nieuws een advertentie met een ‘Open Brief’ van medewerkers die zich achter Van den Kerkhof scharen en vol lof zijn over de werksfeer in Plopsa.
Ongelooflijk fier
Deze Open Brief is niet ondertekend, er staan alleen voornamen onder, zo’n 150. Heel de redactie, inclusief het onderschrift ‘Het ongelooflijk fiere Plopsa Team’, ruikt naar crisiscommunicatie, opgezet door een gespecialiseerd bureau. De tekst lijkt daarbij wel van een chatbot afkomstig, want het moest rap gaan.
Het is nauwelijks voor te stellen dat het personeel op eigen initiatief met zo’n dure en iets té grootsprakerige lofzang uitpakt, onmiddellijk na de negatieve berichtgeving. De marktprijs voor zo’n advertentie bedraagt naar verluidt zo’n 56.000 euro. Het lijdt weinig twijfel dat dit deel uitmaakt van een operatie ruitenschoonmaak, waarbij de geviseerde Steve Van den Kerkhof in interviews benadrukt dat Plopsa geen vzw is maar dat hij door grote baas Gert Verhulst afgerekend wordt op harde resultaten.
Dat is inderdaad de clou van de zaak. Even pro memorie. Gert Verhulst startte eind de jaren ’80 zijn carrière als BRT-omroeper, die via het kinderprogramma Samson en Gert populair werd en – zoals dat later ook met Woestijnvis zou gebeuren – de kans schoon zag om ‘op zijn eigen te beginnen’. Kabouter Plop bleek daarbij een gouden vondst. De markt van het Vlaamse kinderentertainment lag vrij, wat eerst resulteerde in een reeks musicals en films, en daarna het overnemen van de meidengroep K3. Momenteel is het dagelijkse leven van de ex-Samsonbaas wekelijks te volgen in het ronduit debiele Play4-programma ‘De Verhulstjes’. Op dezelfde zender, waarmee hij een exclusiviteitscontract heeft, presenteert hij een talkshow.
In 2005 kocht het bedrijf voor een prikje het slabakkende Meli-Park in Adinkerke en renoveerde het tot hét themapark Plopsa, genaamd naar kabouter Plop + SA van Samson, en momenteel de grootste cashcow van Studio-10. Na twee slechte coronajaren draaide de pretparkgroep, -behalve in België ook gevestigd in Nederland, Duitsland, Polen en Tsjechië,- terug een recordomzet van ruim 100 miljoen euro, waarvan 40 miljoen bruto winst.
Hardwerkende Vlaming
Achter de kindknuffelige plopaganda gaat uiteraard een keihard zakenmodel schuil, met als spilfiguren/hoofdaandeelhouders de wollige frontman Gert Verhulst himself, en zijn meer op de achtergrond bedrijvige zakenpartner Hans Bourlon. Binnen dat model is er niet veel plaats voor empathische toestanden en vriendelijk personeelsbeleid. Gert en Plopsabaas Steve zijn naar het schijnt goede vrienden, en Steve weet perfect waarom hij op die stoel zit. Bullebakken als Van den Kerkhof knappen het vuile werk op, waardoor Gert Verhulst, Plop, K-3 en heel de zoetsappige reutemeteut het kinderpubliek én hun ouders kunnen charmeren.
Net dat contrast intrigeert: Sinterklaas die achter het gordijn Zwarte Piet een pak slaag geeft. Zeker in deze tijd ligt dat moeilijk. Terwijl Steve toch ook een hardwerkende Vlaming is die thuis al evenzeer zijn vrouw toeroept ‘Stop met zagen!’ als ze voor de vijfde keer zegt dat het eten koud wordt. Zo zijn wij het gewoon. De slavendrijvers zijn dikwijls ook hun eigen slaaf, die hun kinderen alleen tijdens de vakantie zien en elke vorm van menselijkheid kwijtspelen, ergens onderweg naar meer salaris en meer erkenning van de grote baas in zijn villa te Saint-Tropez.
Plop, Kwebbel en C° moeten dat allemaal afdekken, die keiharde opzichterscultuur, maar soms loopt het mis. De CEO van een staalfabriek kan zich daarbij misschien iets meer permitteren dan de baas van een pretpark met allemaal kindjes die toch ook soms urenlang wachten voor ze op een attractie geraken. Op Tripadvisor lees ik vooral commentaren van ouders die alles peperduur vinden en met bleitende, oververmoeide kinderen geen blijf weten. Anders gezegd: Plopsaland bezoeken is misschien ook wel een subtiele vorm van zelfkwelling, een plichtpleging van Vlamingen die ook hard werken en hun gebrek aan familietijd willen goedmaken met een overluid, druk-druk familiedagje ploppen. Het is misschien niet toevallig de uitverkoren plek van de N-VA-familiedagen. Hoe geraken we hier uit? Tip: thuisblijven, quality time opzoeken, of een rustige uitstap met picknick in bos en hei. Leer u eens amuseren, Vlamingen, zonder uren aan te schuiven (tenzij je nog eens 35 euro afdokt voor een ‘voorrangspas’ met venijnige blikken achter je).
Klaagcultuur
Wat kan ik nog kwijt over de klagers, de slachtoffers van Steve-met-de-karwats? Dat het allemaal wel erg past in de Calimero-cultuur die vandaag zo in de mode is. Iedereen is misdaan, wordt mishandeld, beledigd, geplaagd, achtergesteld, en loopt mee in wat Nietzsche de Sklavenmoral noemde. Een kind dat op school gepest wordt omwille van zijn sproetenkop, ik ben de eerste om de schobbejakken op hun plaats te zetten.
Als een Plopsa-caissière een hand van een overste tegen haar billen voelt, dan wil ik echt spreken over grensoverschrijdend gedrag. Als een jobstudent wordt uitgekafferd omdat de chrono te veel seconden op het toilet heeft aangewezen, dan is dat machtsmisbruik.
Maar de klagers die in de media een boekje opendoen over hun (ex)-werkgever, zijn of waren nu net niét van dat slag. Het betreft zonder uitzondering mensen met een verantwoordelijke positie, hoogopgeleiden, kaderpersoneel, managers en directeurs, niet bepaald sociaal kwetsbare figuren dus. Als je dan jarenlang in een ‘toxische omgeving’ werkt, je laat affronteren, of je afjakkert tot in de burn-out, dan moet je jezelf eens in de spiegel bekijken. We leven in een vrije markt die ook geldt voor arbeid, en die categorie van kaderpersoneel komt altijd wel aan de bak. Er bestaat zoiets als ontslag nemen, jobhoppen, en zelfs een carrièreswitch.
Tip 2: Ga eens spreken met Jack Schoepen, met mijn complimenten, de man die naast Antwerp Airport een gloednieuw themapark uit de grond gaat stampen. Die komt nog uit een echte familie van Vlaamse cowboys, geen doorgeslagen, geldschijtende kinderlokkers. Neen, dat laatste is erover, maar mijn persoonlijk merkteken dat ook deze tekst weer niet uit een chatbot komt. Voor mocht iemand daaraan twijfelen.
Tags |
---|
Johan Sanctorum (°1954) studeerde filosofie en kunstgeschiedenis aan de VUB. Achtereenvolgens docent filosofie, tijdschriftuitgever, theaterdramaturg, communicatieconsultant en auteur/columnist ontpopte hij zich tot een van de scherpste pennen in Vlaanderen en veel gevraagd lezinggever. Cultuur, politiek en media zijn de uitverkoren domeinen. Sanctorum schuwt de controverse niet. Humor, ironie en sarcasme zijn nooit ver weg.
Bij de docu-film van Jambers over BDW blijft de vraag hangen waar de N-VA als ‘republikeinse partij’ nu eigenlijk nog voor staat.
‘Afgrond’ verhaalt de waargebeurde verhouding tussen Venetia Stanley en de veel oudere Britse premier Henry Asquith, die leidde tot een kabinetscrisis.