Het euroscepticisme van het Vlaams Belang
Lang niet altijd even duidelijk
Het Vlaams Blok / Belang had enkele duidelijk standpunten over de EU, maar ook enkele onduidelijke.
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementGisteren kon u lezen over het eurorealisme van de N-VA. Intussen kan u op onze pagina’s een reactie hierop lezen van Sam Van Rooy, een werknemer van het Vlaams Belang. Hij merkt terecht op dat er een verschil is tussen de partijprogrammawoorden en de daden van de N-VA verkozenen in het EU-parlement.
Vandaag richten we onze blik op dat Vlaams Belang. Een partij die heel kritisch, zelfs sceptisch staat tegenover de Europese Unie. In 2014 trok ze naar de kiezer met de strijdvaardige slogan ‘Pro Europa, dus tegen de EU’. Nochtans wanneer we ook hier naar de bron gaan zoeken, lezen we soms andere zaken.
In een ver verleden, hoewel in 1989, stuurde het Vlaams Blok zijn eerste verkozene naar het Europees Parlement. Niemand minder dan Karel Dillen zetelde jarenlang in Brussel en Straatsburg voor de partij. Op de voorstelling van de Europese campagne van 1989 ging het voornamelijk over de oneerlijke kieswet waardoor er meer Franstaligen dan Nederlandstaligen in het Europaparlement belandden. Interessant is ook het volgende citaat uit de Financieel Ekonomische Tijd – vandaag kortweg De Tijd – van 13 mei 1989: ‘Tevens vindt het Vlaams Blok dat de Europese eenheid niet beperkt mag blijven tot de huidige 12 lidstaten maar moeten ook de landen achter het IJzeren Gordijn in een vrij Europa worden opgenomen. Het nieuwe Europa, waarin het parlement over meer bevoegdheden moet beschikken, mag voor het Vlaams Blok niet beperkt blijven tot een ekonomisch Europa.’
De partij hamerde dus niet altijd op dezelfde nagel. Ook nog in 2002 klonk een zelfde geluid in een persmededeling van Vlaams Blok-voorzitter Frank Vanhecke: ‘Het Vlaams Blok is altijd een oprecht voorstander geweest van een verenigd, welvarend en sterk Europa waarin elk Europees volk zijn plaats heeft en waarin elk Europees volk zijn culturele eigenheid kan bewaren. Daarom zijn we er ook voorstander van dat de Oost-Europese landen, die lange tijd achter het IJzeren Gordijn onder het communistische juk hebben gevangen gezeten, op termijn deel zullen uitmaken van de Europese Unie. Maar de overgang moet geleidelijk gebeuren en onder strikte voorwaarden.’ De partij maakte wel bezwaar tegen een vrij verkeer van personen.
Twee jaar later bracht de studiedienst van het Vlaams Blok Financieel-Economische Commentaren uit waarbij het onderwerp de uitbreiding van de EU was: ‘Vloek of zegen?’. Hierbij benaderde de partij de uitbreiding van de Unie met tien lidstaten op 1 mei 2004, vooral vanuit een anti-Belgisch economisch standpunt. De hoge loonkost en de concurrentiepositie van onze economie baarde de partij zorgen. ‘De keuze zal onvermijdelijk betekenen dat Vlaanderen zich uit het federale, Belgische keurslijf zal moeten losmaken’. En toch rook het Blok ook kansen: ‘De uitbreiding van de EU met 75 miljoen consumenten, creërt enorme mogelijkheden voor de economie.’
In diezelfde periode lees je in een partijdocument de volgende opmerkelijke uitspraak: ‘We hebben nu wel een eenheidsmunt (de euro) maar voor het overige is het niet echt duidelijk wat de meerwaarde van de EU is.’ Wie dit leest kan er dus vanuit gaan dat in 2004 voor het Vlaams Blok de euro nog een zekere meerwaarde was.
Nochtans in 1992 hield de partij een standpuntpresentatie onder titel ‘Europa ja, Maastricht nee’. In december 1996 schreef het parlementslid Alexandra Colen een heel degelijk en zelfs voorspellend opiniestuk in de Financieel-Ekonomische Tijd tegen de Europese eenheidsmunt. Rond het jaar 2000 zegt de partij dan weer: ‘Het Vlaams Blok is vrijwel de enige partij die zich vragen stelt bij de voorwaarden die in het Verdrag van Maastricht zijn opgenomen. Dit wil echter niet zeggen dat het Vlaams Blok tegen een monetaire unie gekant is, maar wel dat het Vlaams Blok zich vragen stelt bij de vorm die de EMU dreigt aan te nemen.’ Het Blok blies koud en warm en wist het zelf niet zo goed.
Een kleine inhoudelijke kentering kwam er in 2009. De partij, intussen Vlaams Belang, noemde zichzelf nu ‘eurokritisch’ en schreef over de uitbreiding van de EU tussen 1973 en 2004: ‘Het Vlaams Belang heeft zich altijd achter deze opeenvolgende uitbreidingen geschaard, omdat het hier gaat om Europese landen. Wel zijn we van mening dat deze laatste uitbreiding voor wat betreft enkele landen te snel is gebeurd.’ In Metro van 20 mei 2009 zegt Frank Vanhecke: ‘Wij zijn eurokritisch. We zijn niet per se tegen Europa, maar stellen ons vragen bij de weg die de Unie is ingeslagen.’
Vijf jaar later roert voorzitter Gerolf Annemans de eurosceptische trom. Over de euro schrijft de partij onder het titeltje ‘8. De uitbreiding was een vergissing’ het volgende: ‘De Unie mag zich niet langer uitbreiden over gans het continent of zelfs daarbuiten. Wij bepleiten een kleiner geheel en dus verzetten wij ons tegen verdere expansie.’ Er wordt expliciet verwezen naar het Europastandpunt van 1992: ‘Op 10 juli 1992, meer dan 21 jaar geleden, gaf het toenmalige Vlaams Blok een persconferentie getiteld: ‘Europa ja, Maastricht neen’. Daarin spraken we ons uit voor een “gezonde Europese eenheid”, voor “eenheid in verscheidenheid” en maakten we ons zorgen over het met voeten treden van het subsidiariteitsbeginsel (…).’
Op welke punten was de partij dan wel duidelijk in al die jaren? Vanaf 1992 bepleit het Blok/Belang de oprichting van een confederatie van Europese staten. Die staten zijn opgebouwd uit volkeren en hebben niet meteen een band met de huidige staatsconstructies. Vlaanderen en Wallonië bijvoorbeeld. De werkelijke macht van deze confederatie ligt dan bij de lidstaten en niet bij de Europese Commissie. Over de macht van het Europees Parlement was de partij niet altijd even duidelijk. Aanvankelijk moest het meer macht krijgen, maar die piste heeft de partij schijnbaar verlaten. Daarnaast kantte de partij zich consequent tegen de toetreding van Turkije tot de Europese Unie en waarschuwde ze steevast voor de islamisering van Europa.
Conclusie: het Vlaams Blok/Belang is lang niet altijd de grote eurosceptische partij van Vlaanderen geweest. Het stelde wel als eerste partij vraagtekens bij de almaar groeiende Unie. De meest duidelijke opinie daarin was die van Alexandra Colen, maar in hoeverre die op dat moment werd gedragen door de hele partij is niet duidelijk. Het valt vooral op hoe de partij worstelde met het idee van de Europese Unie. Slechts de laatste jaren is haar standpunt helderder geworden.
Het euroscepticisme in Vlaanderen is duidelijk klein bier wanneer je vergelijkt met dezelfde soort stemmen in onze buurlanden, en dan vooral in het Verenigd Koninkrijk. Een euroscepticus daar krabde waarschijnlijk in zijn haren wanneer het Vlaams Blok destijds pleitte voor een grote Europese defensiemacht om zich te kunnen meten met de Verenigde Staten. Het lijkt wel een ideetje van ’that Guy from Ghent’.
Foto: (c) Reporters
Categorieën |
---|
Harry De Paepe bezit een grote passie voor geschiedenis en Engeland. Hij is de auteur van verschillende boeken.
In Engeland en Wales wordt er een recordaantal ‘niet misdadige incidenten’ gemeld. De politie verschijnt nu aan de deur voor de meest onnozele zaken.
‘Afgrond’ verhaalt de waargebeurde verhouding tussen Venetia Stanley en de veel oudere Britse premier Henry Asquith, die leidde tot een kabinetscrisis.